Discussieavond DA’91 ‘Waarom worden wij steeds armer’ succesvol

“Meeste politieke partijen geestelijk, intellectueel en moreel arm”

DA’91 hield donderdag 20 oktober een discussieavond in het Lalla Rookh Gebouw. Het thema “Waarom worden wij steeds armer” stond daarbij centraal. 

Steven Debipersad, voorzitter van de VES (Vereniging van Economisten in Suriname) zei dat Suriname vanaf de onafhankelijkheid steeds verder verarmd is geraakt. “Potentieel zijn wij enorm maar het resultaat komt niet overeen met de realiteit.”  Suriname blijkt arm in de regio terwijl het potentieel het 17e rijkste land van de wereld is. Meer dan 70 tot 80 procent van het volk leeft onder de armoedegrens.

Tijdens de discussieavond stond men stil bij de vraag of er evenwichtige economische ontwikkeling is. “In vele sectoren is een terugval waarneembaar. De koopkracht daalt, de koers stijgt en het gevoel van veiligheid neemt af”, merkte Debipersad op. Een somber vooruitzicht wordt versterkt door ook de klimatologische veranderingen en de dreiging van de voedselzekerheid. “De antwoorden waren te voorzien maar diverse regeringen hebben geen antwoorden geformuleerd. De vicieuze cirkel kan doorbroken worden als mensen voor de juiste leiders kiezen.”

Realiteit

De voorzitter van de VES opende zijn toespraak met een citaat van de president uit de recente jaarrede dat “de koopkracht mogelijkheden biedt op een goed leven, waar mensen zich veilig voelen en er goede voorzieningen zijn voor gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en sociale zorg.” Debipersad zei, dat de realiteit op dit moment ver van deze woorden is. Toch biedt dit citaat randvoorwaarden waar de samenleving zich aan moet vastklampen.

Geen harde cijfers

Debipersad blikt graag vooruit, maar harde cijfers ontbreken in Suriname. “Het is een pijnlijke erkenning over de zwakte van ons land”, zei hij. “Het gevolg is dat je vaak niet weet wat je op welk moment moet doen.” Een ander gevolg is, dat hierdoor met veronderstellingen gewerkt moet worden. Ook valt Suriname hierdoor terug op de diensten van dure consultants. Daarnaast biedt dit ook ruimte voor informaliteit. Een zwakte is om informele instituties te formaliseren.

Definitie

Een andere zwakte die Debipersad aanhaalde is het ontbreken van een definitie voor micro, kleine en middelgrote ondernemingen. Debipersad merkte op, dat de Caricom deze definitie wel heeft. “Hoe ga je bedrijven ondersteunen als je niet eens weet wat het exact is?,” vroeg hij. Hij waarschuwde voor het klakkeloos overnemen van definities uit andere landen, omdat de condities van die landen in Suriname “voor geen meter kloppen.”

Armoede paradox

Hij wees ook op de ‘armoede paradox’: Minder draagkrachtigen die financiële ondersteuning nodig hebben middels een sociaal programma. Debipersad noemde de omstandigheid wanneer dit uitblijft. Maar ook mensen die geen arbeid verrichten, die hun positie niet zien verbeteren wanneer de salarissen van ambtenaren wel worden opgetrokken, valt binnen de armoede paradox. Toch is dit vraagstuk niet uniek om op te lossen omdat heel Latijns-Amerika hiermee te maken heeft gehad. “De armoede paradox zorgt voor veel ontevredenheid in de samenleving.” De uit overwegend jongeren bestaande samenleving wil namelijk in die leeftijdsfase dat de ondersteuning duidelijk is en dat verwacht men vanuit de instituten, liet Debipersad weten.

Patiënt Suriname is erg ziek

Ook spreker Jim Rasam legde de vinger aan de pols en zei dat Suriname een dokter nodig heeft “want de ‘patiënt Suriname’ is erg ziek”. Rasam zei dat het tijd is voor actie. “Want de patiënt Suriname ligt op de intensive care en heeft nu bloed nodig.” Rasam wees op de 1.8 miljard die al tijdens de vorige regering met de Islamitische Ontwikkelingsbank was voorbereid. “Dat ligt er al, laten wij het gaan halen”, zei hij. “Hiermee kunnen wij de patiënt helpen”, vervolgde hij. Rasam legde ook de nadruk op goed beleid. Hij wees erop dat je wel over bloed kan beschikken maar de kennis moet er ook zijn om het bloed in de patiënt te krijgen.

Ontlocken

Spreker Jack Menke wond er geen doekjes om.  “We worden steeds armer, omdat de meeste politieke partijen geestelijk, intellectueel en moreel arm zijn en steeds armer worden en tegelijkertijd een monopolie krijgen op politieke macht.”  

Hij haalde de illegale en informele sector aan die voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de importen en noemde het verband met de overheid om exportsectoren te stimuleren zodat er minder afhankelijkheid is van illegale activiteiten. Menke wees op de drie economieën die goed van elkaar onderscheiden moeten worden.

“We gaan het moeten ontlocken”, zei hij en benadrukte dat de informele sector een behoorlijk onderdeel vormde van zijn proefschrift. Hij zei dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen de legale, informele en criminele economie waarbij er gelet moet worden op het eindproduct, productie en distributieproces. Hij noemde als voorbeeld goud dat zowel formeel als informeel wordt gewonnen. Daartegenover stelde hij cocaïne als illegaal. Om deze drie zaken uit elkaar te halen moet niet worden gelet op wat wel of niet is geregistreerd. “Belangrijk zijn de arbeidscondities”, lichtte Menke toe. Volgens hem moet hierop de focus liggen. 

Hij legde ook de nadruk op meer investeren in onderwijs als antwoord op de geestelijke armoede. “Hoe minder onderwijs, hoe minder je geschoold bent en hoe meer je onderaan komt te zitten op de maatschappelijke ladder”, besloot Menke.

RB  

error: Kopiëren mag niet!