Luitenant Kolonel Werner Kioe A Sen, waarnemend bevelhebber van het Surinaams Nationaal Leger (BNL) heeft onlangs tegenover Diálogo – een professioneel militair tijdschrift van het U.S. Southern Command – gesteld dat er initiatieven zijn om gender integratie in het Nationaal Leger te bereiken.
Partnerschap met South Dakota National Guard
De legerbaas stelt: “Dit jaar ging het partnerschap met de South Dakota National Guard zijn 16e jaar in en we zullen het nog vele jaren voortzetten. Het is altijd een volwassen relatie geweest waarin we op veel aspecten samenwerken. Subject Matter Expert Exchanges hebben dit partnerschap gedomineerd en Suriname. Het leger en het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing, NCCR, hebben kunnen leren van hun ervaringen met betrekking tot rampenbeheersing, strijdkracht beheersing, strategische communicatie, tactische, operationele en strategische planning. De vele technische en medische projecten zowel hier in Suriname als in South Dakota hebben niet alleen geleid tot technische uitwisselingen en kennisuitwisseling tussen beide defensie organisaties, maar hebben ook bijgedragen aan het ontstaan van echte vriendschappen.”
Gender
Kolonel Kioe A Sen stelt het volgende over gender integratie: “We hebben nog een lange weg te gaan. Ongeveer 7 procent van het leger is vrouw. Binnen het officierskorps is de vrouwelijke aanwezigheid bijna 22 procent. Wat integratie betreft, zijn er de laatste tijd meer initiatieven om genderintegratie te bereiken. Faciliteiten en de houding van mannen zijn vrouwvriendelijker. Zo is er een anti-molestbeleid gevoerd. In mei 2021 werd luitenant-kolonel Lea Hynes-Parris, de eerste vrouwelijke inspecteur-generaal van de krijgsmacht, aangesteld. Vrouwen hebben een goede vertegenwoordiging binnen de staf van het ministerie van Defensie en in verschillende staffuncties van het Nationaal Leger.”
“Ik geloof dat de vrouwelijke aanwezigheid binnen het personeel zal toenemen, als we rekening houden met onze maatschappelijke veranderingen. We zien dat vrouwen de meerderheid vormen van de studentenpopulatie binnen ons nationale onderwijssysteem. Op termijn zal dit ook een reflectie zijn binnen het leger, in het bijzonder binnen de leiding van het Nationaal Leger. Het is dus een kwestie van tijd!”, aldus de legerbaas.
