Nederlandse minister Schreinemacher beantwoordt vragen Kamerleden over situatie gezondheidszorg Suriname

‘Circa € 8 miljoen uit Verdragsmiddelen wordt ingezet voor Zorg Transitie Fonds”

De Nederlandse minister Liesje Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 6 oktober een serie schriftelijke vragen van 1 september van de Tweede Kamerleden Don Ceder (ChristenUnie – heeft een Surinaamse vader en Ghanese moeder) en de in Suriname geboren Sylvana Simons (Bij1) beantwoord, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de ernstige situatie in Suriname ten aanzien van ziekenhuiszorg. 

Op de eerste vraag of de minister bekend is, dat ziekenhuizen in Suriname kampen met een ernstig tekort aan (specialistisch) personeel, dat onder andere op de Neonatale Intensive Care Unit code zwart van toepassing is, en dit tot schrijnende situaties leidt, antwoordt de minister met een duidelijk “Ja, de regering is bekend met de precaire situatie in de Surinaamse gezondheidszorg.” 

De bewindsvrouwe zegt in antwoord op de vraag of zij bereid is Suriname te vragen waar Nederland kan ondersteunen op zowel personeel als materieel gebied en expertise-uitwisseling, dat de crisis in de gezondheidszorg in Suriname ruim aan bod is gekomen in de gesprekken die de minister-president en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben gevoerd tijden hun bezoek aan Suriname op 12 en 13 september. 

Schreinemacher: “Nederland draagt reeds via het Makandra-programma, dat is opgezet om technische assistentie uit te wisselen tussen Nederland en Suriname, bij aan de Surinaamse gezondheidszorg. Voormalig Directeur-Generaal van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), de heer Sprenger, is gedetacheerd bij de Surinaamse regering om te adviseren over de duurzame hervorming van de Surinaamse gezondheidszorg. Om uit de huidige gezondheidscrisis te komen heeft de heer Sprenger bijgedragen aan het opstellen van een Herstelplan Gezondheidszorg dat recent door de Surinaamse regering is goedgekeurd. Om dit herstelplan te kunnen implementeren zijn financiële middelen nodig voor het Zorg Transitie Fonds. Suriname heeft tijdens de gesprekken met de minister-president en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aangegeven een gedeelte van de nog beschikbare Verdragsmiddelen in te willen zetten voor de gezondheidszorg. Concreet betekent dit dat circa € 8 miljoen zal worden ingezet voor dit Fonds. Ook heeft Nederland tijdens de Covid-pandemie Suriname bijgestaan, door middel van het verstrekken van medicijnen, vaccins, beschermingsmateriaal en het faciliteren van de inzet van Nederlandse gezondheidsexperts.”

De beide Kamerleden willen ook van de minister weten of zij bekend is dat er ziekenhuizen in Nederland zijn die personeel werven in Suriname, terwijl Suriname zelf kampt met vertrekkend zorgpersoneel en dus een tekort. Schreinemacher stelt in haar beantwoording bekend te zijn met het feit, dat Suriname kampt met een tekort aan zorgpersoneel. “Volgens onbevestigde berichten worden er door diverse partijen uit verschillende landen verpleegkundigen geworven in Suriname. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is ermee bekend dat Surinaamse zorgmedewerkers in de Nederlandse gezondheidszorg werken. Het kabinet zet echter niet actief in op arbeidsmigratie van buiten de EER (Europese Economische Ruimte, met uitzondering van kennismigratie). (…) Het staat zorgorganisaties echter vrij om Surinaamse verpleegkundigen en artsen in te zetten als zij voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld in de Wet arbeid vreemdelingen en in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. (…)” 

Tot slot gaat de minister in een paar vragen die betrekking hebben op mogelijke Nederlandse steun bij het opleiden van medisch personeel.

Schreinemacher: “ Sinds 2012 ondersteunt Nederland Suriname bij het opleiden van Surinaamse basisartsen tot medisch specialist. In de samenwerkingsovereenkomst is de afspraak gemaakt, dat Surinaamse basisartsen in de gelegenheid worden gesteld om het gedeelte van hun specialistische opleiding te volgen in Nederland. Voor de periode dat zij in Nederland verblijven worden zij geclausuleerd ingeschreven in het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). In 2022 is deze overeenkomst voor een periode van vijf jaar verlengd aangezien de samenwerking naar tevredenheid verloopt.”

“Daarnaast zijn er recent afspraken gemaakt tussen de Nederlandse en Surinaamse regering over de inzet van de laatste tranche Verdragsmiddelen. De Surinaamse autoriteiten hebben besloten circa € 8 miljoen aan te wenden voor het Zorg Transitie Fonds in het kader van het zogenaamde Herstelplan Zorg Suriname. Het opleiden van medisch personeel is onderdeel van dit Herstelplan. Het inrichten van een apart fonds is derhalve niet opportuun. Ook hebben in het kader van de Twinningfaciliteit Suriname-Nederland, waarmee samenwerking tussen maatschappelijke partners uit beide landen wordt gefaciliteerd en gefinancierd, diverse samenwerkingsprojecten in de zorgsector plaats gevonden, zoals een project rond de opleiding van huisartsen met het Radboud UMC.”

PK

error: Kopiëren mag niet!