Bij Saamaka Daka: heersende criminaliteit niet onder de tapijt vegen

We hebben enkele dagen terug de herdenking van de ondertekening van het traktaat tussen de Stam der Saramaccaners en de koloniale overheid in 1762 gehad. De regering heeft het besluit genomen om deze dag tot nationale vrije dag te erkennen en dat is in zeer goede aarde gevallen bij het Saramaccaans deel van de bevolking. Het is gezien als een waardering naar dit deel van de bevolking toe. Terwijl wij deze dag hebben herdacht gedurende enkele dagen, was ook opvallend in het nieuws dat er in het Brokopondo-gebied er regelmatig sprake was van berovingen en ontvoeringen. De vermoedelijke ontvoering en dood van een Nederlander van Surinaamse afkomst vanuit de internationale luchthaven naar het Brokopondo-gebied waar zijn lijk na enkele dagen werd gevonden, houdt de samenleving bezig. 

We gaan heden een controversieel onderwerp aan de kaak stellen, maar het is noodzakelijk. Er is zeker een bijdrage vanuit de Saramaccaanse marrons naar de Surinaamse samenleving toe, maar de Surinaamse samenleving moet eerlijk zijn en onder ogen zien dat de leden van deze groep in vergelijking met andere groepen in de samenleving oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteit waar de samenleving direct last van heeft. We hebben het dan over gewelddadige berovingen en roofmoorden. We zeggen daarmee niet dat alle leden van de groep criminelen zijn. We zeggen ook niet dat leden van andere delen van de bevolking zich niet schuldig maken aan criminaliteit. 

Maar, we willen het heden hebben over de criminaliteit die maakt dat Surinamers zich onveilig voelen. Welke is de vorm van criminaliteit die Surinamers hanteren om hun gevoel van onveiligheid te verklaren? Het gaat bij het bespreken van veiligheid hoofdzakelijk om de roofovervallen en de roofmoorden. Er zijn beelden hoe er op andere burgers wordt geschoten. De cijfers liegen er niet om, alleen zijn wij als samenleving niet bereid om over te praten. Deze zaak, het oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteit, wordt niet onderkend en niet besproken. Heel vaak zien wij dat leden uit deze groepen moeite hebben om te accepteren dat hun jongeren, om uiteenlopende redenen, disproportioneel veel vertegenwoordigd zijn in roofovervallen en roofmoorden. De regering heeft geen beleid op dit stuk, omdat de regering bang is beschuldigd te worden van stigma en discriminatie. De groep zelf heeft de durf niet om het probleem te onderkennen en met leden van de groep in dialoog te gaan.

Intussen zien we ook een trend waarbij zogenaamde jongeren uit deze groep het bezit van stapels geld verheven hebben tot bijna een godsdienst. De Aucaanse en andere groepen van de marrons hebben een soortgelijk probleem en de ontkenning is ook hier te bespeuren. We willen een harmonische samenleving waar er steeds meer sprake moet zijn van gelijke behandeling en non-discriminatie, maar dat moet ons niet ervan weerhouden om problemen die groepsgebonden zijn, en dus ook cultureel -gerelateerd en geografisch van aard zijn, ook als zodanig te benoemen. Wij denken dat er geen oplossingen kunnen worden bedacht voor deze problemen als het probleem zelf en zijn karaktertrekken niet duidelijk worden benoemd. 

Zo komt het in Suriname voor dat alcoholmisbruik, suïcide en huiselijk geweld ook meer in bepaalde groepen dan in andere groepen voorkomt. Dat bepaalde groepen meer vatbaar zijn voor deze problemen is al onderkend, door de regering in mindere mate maar door de groep zelf wordt dat niet betwist. Alleen heeft de regering het niet nodig gevonden om op de begroting specifieke middelen uit te trekken voor de ministeries van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Justitie en Politie en Regionale Ontwikkeling die speciaal gericht zijn op bepaalde districten. Dat moet gaan veranderen. 

Roofovervallen en het geweld dat daarbij wordt toegepast hebben impact op Surinaamse families en hun gezinnen. Het heeft ook impact op het Surinaams toerisme; er zijn namelijk Nederlanders van Surinaamse komaf die niet naar Suriname durven komen vanwege de roofmoorden en de roofovervallen en het geweld. Velen hebben hun dierbaren hier verloren tijdens een vakantie en hebben Suriname afgezworen. Er is in een mediabericht gesteld dat grote delen van de afstammelingen van degenen die het Saramakaans akkoord tekenden in 1762, heden ten dage in armoede leven. Wij weten niet of dat zo gesteld kan worden. Te oordelen naar de omvang waarin vooral op social media door gewone burgers het bezit van stapels en koffers met geld wordt ten toon gespreid, kan het voorkomen dat de groep inmiddels tot een zeer welvarende in de samenleving behoort. Het bezit van grote sommen geld vertaalt zich inmiddels ook in bezit van onroerend goed. De oude rol van leven in armoede behoort zeer waarschijnlijk gelukkig tot het verleden. 

Maar, het probleem van de criminaliteit moest door de regering, die nu toppers in de regering heeft, al decennialang worden besproken. Deze gesprekken moeten gericht zijn op oplossingen en niet op bedreigingen. 

Bij Saamaka Daka roepen we de regering en de relevante groepen op om in dialoog te gaan om de roofmoorden en roofovervallen te gaan voorkomen en bestrijden. Laten we de moed daarvoor opbrengen. Wanneer we die durf kunnen opbrengen dan is er reden te meer om deze dag nationaal te vieren.

We moeten hierbij wel stellen en benadrukken, dat de unieke cultuur van de verschillende groepen marrons in Suriname tot de echte rijkdom van Suriname behoort en dat het bijdraagt aan de Surinaamse schoonheid.

error: Kopiëren mag niet!