Regering en religieuze organisaties bestrijden samen armoede

Eerder dit jaar startte de uitvoering van het project ‘Directe armoedebestrijding via religieuze organisaties’ als onderdeel van het Herstelplan. De armste groepen uit de samenleving kunnen via religieuze organisaties steun ontvangen in de vorm van financiële middelen, voedselpakketten of bonnen. Dat is een manier van steun die religieuze organisaties zelf al langer met succes verlenen, en wel uit eigen middelen.

Uit de staatsbegroting is SRD 26 miljoen vrijgemaakt om tot eind van dit jaar armen steun te geven. Het project is in goede samenspraak tussen de overheid – de ministeries van Financiën en Planning, Binnenlandse Zaken (BiZa) en Sociale Zaken en Volkshuisvesting, SoZaVo – en religieuze organisaties voorbereid. Aan dit project kunnen alle religieuze organisaties meedoen. De Interreligieuze Raad in Suriname/Comité Christelijke Kerken (IRIS/CCK) vervult een coördinerende rol bij de uitvoering. 

Ten aanzien van dit project zegt president Chandrikapersad Santokhi : “In het regeerakkoord hebben we afgesproken om het particulier initiatief, zoals de religieuze organisaties dat zijn, zoveel mogelijk te betrekken bij de sociaal-maatschappelijke zorg, omdat zij die zorg doorgaans doelgerichter en goedkoper kunnen organiseren en aanbieden. Wij moeten ervoor zorgen dat de armen geholpen worden, met structurele oplossingen als werkgelegenheid, maar zeker ook in hun directe noden. De burgers hebben daar recht op. Dit is een van de maatregelen uit het Herstelplan; hiermee zijn nu alle 13 Sociaal Vangnet-maatregelen uit het Herstelplan in uitvoering genomen en mocht blijken dat aanvullend beleid nodig is, dan zal dat ook komen.”

De coördinatie van het project ligt in handen van minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning, terwijl de ministers Bronto Somohardjo van BiZa en Uraiqit Ramsaran van SoZaVo alle medewerking verlenen om dit project tot een gezamenlijk succes te maken.

Bisschop Karel Choennie, die voorzitter is van de IRIS, zegt dat religieuze organisaties altijd al solidair zijn met de armen en de onderdrukten. “Overheids- en niet-overheidsactoren zouden meer structureel met elkaar moeten werken, we zouden veel meer kunnen bereiken, dit project is hopelijk een goed begin.” 

Anshala Bissesar die dit project voor het ministerie van Financiën en Planning coördineert, vertelt dat de ministeries en de religieuze organisaties veel kennis en ervaring inbrengen bij de voorbereiding en de uitvoering. “Het gaat bij dit project niet om religie, maar om het bestrijden van armoede. Ook als iemand geen lid is van een religieuze organisatie of ongelovig is, zal hij hulp mogen aanvragen en ontvangen. Alle betrokkenen werken ook goed mee dat de financiële verantwoording vanaf het begin in orde is.” 

Met het beschikbaar stellen van de eerste gelden, is het project in mei in uitvoering gegaan. Het loopt tot eind van het jaar. Afgelopen week vond een evaluatie plaats, waarbij is gebleken dat het project in een grote behoefte voorziet en dat in mei en juni respectievelijk 1.800 om 2.800 behoeftigen hulp hebben ontvangen. Alle betrokken religieuze organisaties waren zeer content met de voortgang van het project en doen nu reeds een beroep op de regering om dit ook in 2023 voort te zetten.    

error: Kopiëren mag niet!