NDP-fractieleider Parmessar: “Financiën-minister moest al lang bedankt worden”

Rabin Parmessar, leider van de oppositionele NDP-fractie in het parlement, vindt dat de minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing, al lang bedankt moest zijn geworden. De NDP-fractie heeft eerder op verschillende momenten het ontslag van de Financiën-minister gevraagd. Dat heeft ze gedaan in onder andere de kwesties rond New Surfin, de HPSG-deal, het Blauwmeer Project, waar veel onduidelijkheden bestaan over de rol van de minister en in de zaak rond de US$ 2 miljard lening die de regering voornemens was aan te gaan met het Italiaans bouwbedrijf MAEC 87 SRL. In de kwestie HPSG-deal is zelfs aan de Procureur-Generaal gevraagd om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen tegen de minister. 

De NDP-fractie heeft altijd grote moeite gehad met de iedere keer weigerachtige houding van de minister om transparantie te geven in belangrijke vraagstukken waar om informatie en documentatie wordt gevraagd. Het niet tijdig invoeren van de BTW conform de begroting, wijt Parmessar aan de onmacht van de minister. 

De NDP plaatst vraagtekens bij het gevoerd beleid van de minister aangaande het effectief, efficiënt en doelmatig doen van uitgeven van staatsmiddelen. Met betrekking tot het lopend IMF-programma en de onderhandelingen met de Oppenheimer bondholders heeft de NDP-fractie herhaaldelijk flink kritiek geleverd op de minister. Rabin Parmessar zegt, dat de minister lang de hand boven het hoofd is gehouden en dat hij niet te handhaven is. 

De NDP-fractieleider zegt de strikt persoonlijke redenen van de minister voor zijn ontslag indiening te respecteren. “Daar rest ons niets dan het hoofd voor te buigen.”

Altijd bedenkingen gehad

Parmessar zegt, dat hij en zijn fractie altijd hun bedenkingen hebben gehad over de efficiëntie, effectiviteit en de doelmatigheid van staatsuitgaven waar de minister op dient toe te zien. “Hoe komt het dat vele mensen dubbele functies vervullen zonder dat dat bij hem is opgevallen?” Hij verwijst naar de reis naar Dubai van een grote regeringsdelegatie onder leiding van de president. Er is meer dan US$  1 miljoen aan uitgegeven, zonder dat er concrete voordelen aan te wijzen zijn. Met betrekking tot de onderhandelingen met de Oppenheimer bondholders vindt de NDP-fractie, dat die teveel gehuld is in een waas van geheimzinnigheid en dat er meer transparantie in moet komen. “Wie zegt dat de benadering en aanpak van de minister de juiste is?” 

Parmessar zegt, dat de minister ondanks herhaaldelijk aandringen in het parlement steevast weigert cijfers en documenten te overhandigen inzake belangrijke vraagstukken. Op vragen in welk speciaal fonds de meer-inkomsten vanuit Staatsolie worden gestort is nimmer duidelijkheid verschaft. Over de ontvangsten uit de solidariteitsheffing van vorig jaar zijn evenmin cijfers bekend. Volgens de nieuwe comptabiliteitswet dient halfjaarlijks de stand van zaken met betrekking tot de lopende begroting te worden gegeven. Dat is tot nu toe uitgebleven. Sedert vorig jaar worden er ook geen “flash” rapporten meer gepubliceerd. 

Over het Herstelplan is er ook nimmer een tussentijdse rapportage verstrekt aan het parlement. Over iets meer dan een jaar zal het Herstelplan verlopen. Het gedeelte van planning, waar de minister ook voor verantwoordelijk is, ziet er belabberd uit. Haast op alle gebieden loopt de regering achter. “Dit krijg je als men kritisch en deskundig kader weert en ze criminaliseert”, zegt Parmessar.  Er wordt slechts met een kleine club van familie, vrienden en sponsoren gewerkt. Van  mensen uit de diaspora die tegen riante vergoedingen worden ingezet, wordt ook niet goed gekeken naar hun achtergronden. Er wordt met geld over de balk gegooid, terwijl er zware offers van volk wordt gevraagd. 

Regering in moeilijker parket

Met het ontslagverzoek van minister Achaibersing van Financiën en Planning belandt de regering in een  nog moeilijker parket. De voorbereidingen van de staatsbegroting voor het komend jaar vinden nu plaats met het oog op 1 oktober, wanneer de indiening bij het parlement moet plaatsvinden. De begroting voor het dienstjaar 2023 is van cruciaal belang om te kunnen beoordelen hoe het beleid van de regering eruit zal zien. De nieuwe begroting zal moeten voortbouwen op de resultaten van de huidige begroting. 

In de huidige begroting is een gapend begrotingstekort en het vooruitzicht dat de regering haar inkomsten substantieel zal kunnen verhogen zien er niet naar uit. In de huidige begroting staat opgenomen de invoering van BTW per 1 juli. Het ministerie van Financiën en Planning ging met de BTW-inning uit van een opbrengst van SRD 1.4 miljard, oftewel 25% van de totale indirecte belastingen. Door de BTW-inning zouden de overheidsinkomsten oplopen tot SRD 20.7 miljard en het begrotingstekort uitkomen op -7,4% van het BBP. Met de uitgestelde invoering van BTW loopt het begrotingstekort verder op.  

Met betrekking tot de storting van de derde en vierde IMF-tranchebedragen van in totaal ongeveer US$ 120 miljoen na de vierde kwartaalevaluatie in september, bestaan nu al vraagtekens. De begrotingsdoelen staan onder druk, en inkomsten verhogende maatregelen zoals met het IMF afgesproken, blijven nog uit.

De onderhandelingen over een schuldherschikking met de Oppenheimer bondholders hebben bij de laatste besprekingsronde in juli in Paramaribo niet veel opgeleverd. Partijen zijn het niet eens kunnen worden over de korting op de uitstaande schuld, die nu is opgelopen tot US$ 800 miljoen. Ook de verlaagde rente en de looptijd blijven geschilpunten te zijn tussen partijen. Na de laatste besprekingsronde met de bondholders in juli, gaf het ministerie van Financiën en Planning een opmerkelijke verklaring uit. Daarin stelde het ministerie, dat de bondholders moeten begrijpen dat zij mede verantwoordelijk zijn voor de economische situatie van Suriname. “Ze hebben uitgeleend tegen woekerrentes wetende dat ons land het niet terug zouden kunnen betalen”, aldus het ministerie van Financiën en Planning.

SS 

error: Kopiëren mag niet!