De zaak van Ashwin Adhin

Na aanhouding ruim 2 jaren terug moet NDP-topper nu voor rechter verschijnen

De jonge voormalige vicepresident en huidige NDP-parlementariër Ashwin Adhin moet voor de rechter verschijnen op 26 augustus. Gelet op de plek die Adhin inneemt in de Surinaamse politiek, zullen velen vol aandacht deze zaak volgen. Adhin wordt vaak als opvolger van Desi Bouterse genoemd voor het voorzitterschap van de NDP. Hieronder een korte terugblik.

Adhin wordt aangehouden 

Adhin was tussen augustus 2015 en juli 2020 vicepresident. Na de verkiezing van president Chandrikapersad Santokhi en vicepresident Ronnie Brunswijk werd Adhin toegelaten als Assembleelid. Op 16 november 2020 werd hij aangehouden door de politie. Dat gebeurde terwijl een vergadering van het parlement gaande was. Minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie deed de melding van zijn aanhouding in de Nationale Assemblee.

De minister zei, dat Adhin opgeroepen was, maar dat hij zich niet had aangemeld. President Santokhi benadrukte dat wet en recht betekent, dat er geen rekening gehouden wordt met welke functie iemand bekleedt. De president deelde ook mee, dat het ging om strafbare feiten buiten de wet politieke ambtsdragers of gewezen ambtsdragers. Indien het om een ambtsmisdrijf gaat, zoi het Openbaar Ministerie wel aankloppen bij het college. 

PG geeft uitleg en vrijlating Adhin 

De procureur-generaal (pg) gaf enkele dagen na zijn aanhouding te kennen tegenover lokale media, dat het onderzoek niet alleen uitwees, dat er verduistering en vernieling van media-apparatuur toebehorende aan de Staat Suriname had plaatsgevonden, maar ook valsheid in geschrifte. De verweten valsheid in geschrifte en verduistering zouden hebben plaatsgevonden in de functie van vicepresident (ambtsdelicten) en de vernieling heeft daarna plaatsgevonden toen Adhin vicepresident af was. “Als je niet had verduisterd, had je ook niet kunnen vernielen.”

Na de aanhouding verklaarde rechter-commissaris (rc) Siegline Wijnhard, dat de inverzekeringstelling van Adhin onrechtmatig was en gaf het bevel voor zijn onmiddellijke invrijheidstelling. De rc oordeelde dat Adhin als ex-vicepresident op basis van de Wet In Staat van Beschuldigingstelling Politieke Ambtsdragers (2001) eerst in staat van beschuldiging had moeten worden gesteld. Adhin mocht daarop op 24 november naar huis. 

PG stuurt dossier naar Assemblee en Adhin wordt in staat van beschuldiging gesteld 

Niet lang na zijn vrijlating uit voorarrest werd door oud-pg Baidjnath Panday de Assemblee gedetailleerd geïnformeerd over waarom hij ex-vicepresident Ashwin Adhin als verdachte aanmerkte. Adhin wordt onder andere verweten: het tezamen en in vereniging wederrechtelijk vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken van video- en of foto-apparatuur. Valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift, dat bestemd is als bewijs dat de goederen niet meer bruikbaar waren voor de dienst en daarom afgeschreven konden worden. Hij zou opzettelijk apparatuur wederrechtelijk hebben toegeëigend.

Op 10 december werd de gewezen vicepresident door de Assemblee in staat van beschuldiging gesteld. De vordering van de procureur-generaal om Adhin in staat van beschuldiging te stellen, werd goedgekeurd met 31 stemmen vóór en 15 tegen. De BEP had de zaal verlaten voordat de vordering in stemming werd gebracht.

Gerechtelijk vooronderzoek en vonnissen voor medeverdachten 

Begin 2021 begon het gerechtelijk vooronderzoek (gvo) tegen Adhin. Rechter Duncan Nanhoe heeft Vijendra R. en Amin D., medeverdachten in de zaak van de ex-vicepresident in maart 2021 veroordeeld. Hij heeft Vijendra R. schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte en opzetheling en Amin D. aan valsheid in geschrifte. Vijendra R. werkte als hoofd van de Technische Dienst op het Kabinet van de Vicepresident en is een neef van Adhin. Hij zei echter dat het werk heel zakelijk werd uitgevoerd voor de ex-vp. Hij kreeg instructies van Adhin om meubilair af te schrijven, wat hij ook heeft uitgevoerd.

Ook Amin D., die hoofd was van de ICT-afdeling, zei dat hij opdrachten van de ex-vp had uitgevoerd door het opstellen van memo’s voor het afschrijven van apparatuur. De rechter vond. dat valse memo’s voor afschrijving van goederen waren opgemaakt. De rechter-commissaris heeft tijdens het gvo getuigen gehoord. Het onderzoek werd op 3 augustus afgesloten. Ook de kompanen Amin D. en Vijendra R. werden gehoord.

De NDP-topper Ashwin Adhin moet nu dus voor de rechter verschijnen op 26 augustus. 

error: Kopiëren mag niet!