Moeder Dhalganjansing: “Ze konden mijn kind redden en weigerden”

Moeder R. Dhalganjansing ging op 19 juli vorig jaar naar haar maandelijkse zwangerschapscontrole. Zij geeft aan, dat ze in Suriname niet verzekerd is. Op de bewuste dag van de controle vertelt zij dat alles goed ging, maar in de avond van 20 juli kreeg zij ineens krampen om de 10 minuten.

“Ik wist dat het weeën waren. Mijn partner en ik zijn direct uit huis gegaan. Het RKZ was gesloten vanwege stakingen of andere omstandigheden. Bij het Diakonessenhuis wist de wachter te vertellen, dat ik daar niet terecht kon, omdat ik geen patiënt daar was. In de tussentijd kwamen mijn weeën om de 3 minuten. Wij snelden ons naar de spoedeisende hulp van het AZP (Academisch Ziekenhuis Paramaribo). Met pijn vroegen wij de zuster mij te helpen. Zij vroeg naar mijn papieren en die overhandigde ik aan haar. Ze zei dat ik eerst naar de administratie moest om SRD 100 te betalen. Mijn partner deed dit snel.”

Eenmaal binnen, vertelt Dhalganjansing, dat zij op een stoel werd geplaatst met weeën van om de 2 minuten. “Ik vertelde dat het te vroeg was, want ik was nog maar 7.5 maand zwanger. Niemand luisterde. Ik moest urineren en ging naar het toilet. Ik had zo een pijn en ik ben maar weer gaan zitten, terwijl mijn partner met de artsen sprak en smeekte om te helpen. Ik moest daarna weer naar het toilet en perste mijn zoon eruit. Het duurde 2 minuten, voordat er een zuster kwam.”

De moeder vertelt verder dat haar kind bewoog en ademde. Maar, hij had hulp nodig. “Ik heb al meerdere kinderen op de wereld gezet om dat te weten. Hij werd in een koude bak gezet, met geen deken, niets.” Volgens de moeder werd het hartje van de baby niet eens beluisterd en liepen de verpleegkundigen de kamer uit, terwijl haar baby nog bewoog. De baby had een goede levendige kleur, een kleur van leven, zegt de moeder. De baby werd uiteindelijk dood verklaard.  

“Ik lag daar met alles nog, navelstreng etcetera. Mijn partner mocht niet aanwezig zijn en dus was ik machteloos en hulpeloos. Zij konden mijn kind redden. En weigerden, want naar hun zeggen hadden ze geen apparatuur”, aldus Dhalganjansing. 

Aan de moeder werd gevraagd of zij een rechtszaak zal aanspannen tegen het AZP. Hierop zegt zij: “Nee, ik krijg mijn kind daarmee niet terug. De reden dat ik dit doe (haar verhaal deelt) is om andere kindjes wel een kans te geven.”

Meerdere baby’s overleden

Het AZP kan momenteel vanwege een personeelstekort, maar 5 baby’s een veilige intensive care zorg bieden. De Neonatale Intensive Care Unit (NICU) bevindt zich in code zwart. 

Op 15 juli dit jaar maakte het AZP in haar brandbrief melding van twee baby’s die overleden zijn. Daarna is op 18 juli weer een vroeggeboren baby overleden. De moeder, S. Sewradj, deelde haar verhaal met Dagblad Suriname.

Op 22 juli vernam de redactie van Dagblad Suriname, dat een vroeg geboren baby in de baarmoeder was gestorven. Volgens de informatiebron zou de moeder geopereerd worden, maar gezien er geen plek was op de neonatale afdeling van het AZP, heeft de operatie niet meer plaatsgevonden, waardoor de baby is komen te overlijden. 

Het is niet bekend of er meerdere baby’s in deze periode overleden zijn. De redactie van Dagblad Suriname heeft vooralsnog geen reactie van het AZP ontvangen. 

Regering zoekt oplossing

Op 27 juli is in de Ministerraad goedkeuring verleend voor het aanwerven van NICU-verpleegkundigen bij het AZP. Volgens een persbericht heeft het tekort aan verplegend personeel de aandacht van de regering. De regering is momenteel ook in overleg om een structurele verbetering van de loonreeks van de zorgsector te bewerkstelligen.

SK

error: Kopiëren mag niet!