Defensie-minister Mathoera heeft geen formele info over oprichting militaire vakbond

Oprichters beroepen zich op grondwettelijke voorziening

De minister van Defensie, Krishna Mathoera, laat desgevraagd tegenover Dagblad Suriname weten dat zijn geen formele informatie heeft over de oprichting van een militaire vakbond voor leden van het Surinaams Nationaal Leger. “Ik heb nog geen formele info. Dus wil ik niet vooruit lopen”, stelt de bewindsvrouwe.

De Belangen Behartiging Militaire Vakbond Suriname heeft 29 juni jongstleden de oprichtingsvergadering gehouden in het ledentehuis van de Surinaamse Politie Bond (SPB). De statuten en het huishoudelijk reglement zijn daarbij goedgekeurd. Het oprichtingsbestuur is gepresenteerd aan de ruim 90 leden die aanwezig waren. De bond wordt geleid door korporaal Gary Perk.

Vakbond niet gepast

In september 2021 stelde het ministerie van Defensie het niet passend te vinden dat binnen het Nationaal Leger een vakbond wordt opgericht. Volgens minister Krishna Mathoera past een vakbond niet binnen een gewapende en gedisciplineerde staatsorgaan als het leger. In april van het jaar werd na 21 jaar het Overleg Orgaan voor militairen op 27 april geïnstalleerd.  “Het is een lang proces geweest, maar hiermee is een bijzondere en unieke mijlpaal voor de defensieorganisatie bereikt”, zei minister Mathoera.

Het Overleg Orgaan regelt formeel de medezeggenschap oftewel inspraak van militairen bij besluiten en moet resulteren in betere communicatie binnen de defensieorganisatie. “Inspraak betekent, dat de militairen kunnen meedenken en meebeslissen. Dit zijn belangrijke instrumenten voor meer draagvlak, betrokkenheid, vernieuwing en verbetering van de rechtspositie en arbeidsomstandigheden. Het moet bijdragen aan de kwaliteit van de organisatie, onze dienstverlening, producten en processen”, stelde de minister.

Militair vakbond met steun SPB

De onlangs opgerichte vakbond binnen het leger is een beschaafde vereniging waarin er fundamentele erkenning is voor al haar leden. Deze vakbond, zal zich met hart en ziel inzetten voor de collectieve en individuele belangen van de leden. De bond maakt zich sterk voor de belangen van militairen en ex-militairen die zich inzetten en hebben ingezet voor de nationale veiligheid. “Wij streven naar samenwerking met de overheid en de leiding van het Nationaal Leger om te zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor de militairen. Daarnaast maken we ons sterk voor behoud van de kwaliteit en continuïteit van het werk binnen het Nationaal Leger”, zei voorzitter Perk tegenover lokale media. Het bestuur van de Surinaamse Politie Bond (SPB) heeft de militaire vakbond vanaf dag één met raad en daad bijgestaan, en alle medewerking toegezegd in het ontwikkelingstraject van de organisatie. De vakbond verwacht dat actief dienende militairen alsook gepensioneerden lid zullen worden. 

Grondwettelijke voorziening

De oprichters van de ‘Belangen Behartiging Militaire Vakbond Suriname’ beroepen zich op  artikel 30 van de Grondwet. Daarin is deze vrijheid gegarandeerd. Het wetsartikel stelt: ‘Werknemers zijn vrij om vakverenigingen op te richten voor de behartiging van hun rechten en belangen.’ De vakbond streeft ernaar in samenwerking met de overheid en de leiding van het Nationaal Leger te zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor de militairen in actieve en niet actieve dienst.

Taferelen na de onafhankelijkheid 

Ook na de onafhankelijkheid werd getracht om een vakbond binnen de toenmalige Surinaamse Krijgsmacht op te richten. Het uit Nederland afkomstige kader, onder wie Desi Bouterse en Badrissein Sital, wilde inspraak en medezeggenschap. De leiding van het SKM en de regering waren hier echter tegen. Eind 1979 werd door een aantal sergeanten een militaire vakbond opgericht, de Bond voor Militair Kader (Bomika). Toen de sergeanten een bezetting in de Memre Boekoe Kazerne uitvoerden, werd de politie erop afgestuurd om die actie te breken. Militairen en politiemensen stonden in een gespannen sfeer bewapend tegenover elkaar. Kort daarop werden de drie bestuursleden Badrissein Sital, Ramon Abrahams en Laurens Neede gearresteerd en vastgezet. De drie gearresteerde sergeanten kwamen vervolgens op 20 februari 1980 voor de Krijgsraad. De Krijgsraad zou uitspraak doen op 26 februari, maar zover kwam het niet: op 25 februari pleegden vijftien sergeanten en één officier onder leiding van sergeant-majoor Desi Bouterse een coup om hun kameraden te bevrijden.

Het ironische is, dat ook na de coup er geen vakbond kwam voor militairen. 

error: Kopiëren mag niet!