GBB-minister Vorswijk: “Grondaankoop en uitgifte Sabaku project volgens wettelijke procedures geschied”

Minister Dinotha Vorswijk van Grond en Bosbeheer (GBB) schrijft in antwoord op een schrijven van haar collega-minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken, dat de grondaankoop en uitgifte van het zogeheten Sabaku project geheel volgens de juiste wettelijke procedures en -grondslagen is geschied. Minister Vorswijk laat haar collega-minister weten dat zijn constatering als zou zulks niet het geval zijn, gebaseerd is op onjuiste interpretatie van wet- en regelgeving. Ze zegt daarom niet aan het verzoek te kunnen voldoen om  de toewijzingsbeschikkingen van de percelen in te trekken. 

De GBB-minister betreurt het ten zeerste dat OW-minister Nurmohamed in de media uitspraken heeft gedaan over zaken de uitgifte van “Sabaku Village” rakende, die onnodig voor onrust en rechtsonzekerheid hebben gezorgd bij burgers die daar gronden toegewezen hebben gekregen. Dit kan onder andere tot gevolg hebben dat het recht van grondhuur niet financierbaar wordt gemaakt en burgers daardoor hun bouwplicht niet kunnen nakomen. “Dit was niet nodig als u mij eerst om de correcte informatie had gevraagd”, schrijft minister Vorswijk aan haar collega van Openbare Werken.

Strijdig met Stedebouwkundige Wet 

Minister Riad Nurmohamed had in een eerder schrijven aan de GBB-minister erop gewezen, dat hij in kennis moest worden gesteld van de aankoop van de ongeveer 45,9 hectare groot Sabaku Village, grenzend aan de voormalige plantages de Morgenstond, Clevia en Leonsberg. Het daaropvolgend verkavelingsplan had ook eerst ter goedkeuring aan hem moeten worden aangeboden. De toewijzing van kavels aan derden zou dus daardoor in strijd zijn met de Stedebouwkundige Wet.  Het ontbreken van een door het ministerie van OW vrijgegeven gewaarmerkte en  goedgekeurde uitmetingskaart bij de verstrekking van perceel ID’s en bij de  overschrijving in de Staatsregister door de GLIS (Grondregistratie en Land Informatie Systeem), zou ook in strijd zijn met de Stedebouwkundige Wet.

De aankoop

Het antwoordschrijven van minister Vorswijk aan haar collega-minister van Openbare Werken luidt verder als volgt:

1. Het aankopen van percelen ten name van de Staat 

Bij gewijzigde missive d.d. 10 februari 2020, No. 1244/RvM is door de Raad van Ministers goedgekeurd de aankoop van het voormeld terrein door de Staat Suriname – ten behoeve van het Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer (thans geheten Grondbeleid en Bosbeheer) ten deze vertegenwoordigd door de Minister van GBB. Dat de akte van koop-verkoop en levering reeds was getekend op 18 februari 2020 en ook ter overschrijving was aangeboden, doch dat door fouten in de akte, deze niet overgeschreven kon worden en wegens het vervallen van de volmacht van de Stichting Pensioenfonds van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij N.V. (van 07 januari 2020) op 29 februari 2020, er geen rechtsgeldige correcties meer konden geschieden met gebruikmaking van die betreffende volmacht. Dat de wens van koop-verkoop en de gemaakte afspraken tussen partijen nog steeds van kracht waren aangezien de koopsom ook reeds deels was voldaan, zijn partijen derhalve opnieuw overgegaan tot ondertekening van de akte van koop-verkoop en levering op 1 december 2021. Door overschrijving van de voormelde akte van koop-verkoop en levering in de daarvoor bestemde Openbare registers ten kantore van de Bewaarder van het Management Instituut GLIS (C288217644) zijn voormelde percelen ten name gesteld van de Staat SURINAME en derhalve deel uitmaken van het VRIJE DOMEIN VAN DE STAAT. 

2. Het aanbieden van een verkavelingsplan ter goedkeuring aan het Ministerie van Openbare Werken 

Bij beschikking van de Minister van Opbouw van 2l augustus 1980 No. 5901/0837 ter uitvoering van het Staatsbesluit van 27 januari 1970 (G.B. 1970 No. 5), zoals laatstelijk gewijzigd bij Staatsbesluit van 18 januari 1978 (G.B. 1978 No. 5), zijn bepaalde toegewezen taken van het Ministerie van Opbouw thans Grondbeleid en Bosbeheer, waaronder de opmetingen en verkavelingen van vrij domeingrond toevertrouwd aan de dienst der domeinen. De verkaveling van vrij domeingrond geschiedt derhalve in opdracht van het Ministerie van GBB door het Hoofd van de Dienst der Domeinen. De toewijzing van percelen onder de beperkte zakelijke titel “Grondhuur” is een prerogatief van de minister belast met het grondbeleid met name de Minister van GBB. Ter adstructie wordt u verwezen naar het bepaalde in artikel 1 van het Decreet Uitgifte Domeingrond S.B. 1982 no. 11, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2017 no. 85. 

3. Het verkavelen en toewijzen van gronden zonder verkavelingsplan in strijd met artikel 7 lid 1 van de Stedebouwkundige Wet van 2l juli 1972 

Ingevolge de Stedebouwkundige Wet van 21 juli 1972 (G.8. 1972 no.96) wordt onder verkavelen verstaan, het verdelen van een terrein met een zakelijke titel in twee of meer grondstukken geschikt voor bebouwingsdoeleinden. 

Bij de opmeting en verkaveling van vrij domeingrond is er geen sprake van het verdelen van een terrein met een zakelijke titel in twee of meer grondstukken, doch van het verdelen van de grond voor het “verlenen ” van enig persoonlijk/zakelijk recht op domeingrond. Een door de Minister van OW goedgekeurd verkavelingsplan, zoals u in uw brief suggereert, is voor de verkaveling en uitgifte door de Staat wettelijk NIET vereist. Toegevoegd kan worden dat de wettekst waarnaar u verwijst in 1982 bij Decreet L8 S.B. 1982 no. 94 is toegevoegd ter bestrijding van illegale verkavelingen en slechts toeziet op particuliere verkavelingen. Zie de Memorie van Toelichting. 

4. Het toekennen van perceels lD’s en het overschrijven van de akte zonder uitmetingskaart van OW in strijd met artikel 7a-2, lid 1 en 2 van de Stedebouwkundige Wet van 1972 

Zie hiervoor de opmerking onder punt 2. Naar aanleiding daarvan kan gesteld worden dat de verleende perceel ID’s en de overschrijving van de akte van koop-verkoop en levering conform de “Wet Grondregistratie en Land Informatie Systeem” S.B 2009 no. 149 is geschied. Concluderend kan worden gesteld, dat de voormelde grondaankoop en uitgifte daarvan volgens de juiste wettelijke procedures en -grondslagen is geschied en het door u geconstateerde gebaseerd is op de onjuiste interpretatie van wet- en regelgeving. Het Ministerie van OW ziet toe op de technische zaken bij verdeling, waarbij onroerend goed waarop er een zakelijke titel rust z.a. het recht van grondhuur/erfpacht wordt overgedragen, maar niet op de gronduitgifte of het gronduitgiftebeleid. Om redenen voormeld kan derhalve niet worden voldaan aan uw verzoek om per direct de toewijzingsbeschikkingen in te trekken. Hopende u hiermede genoegzaam te hebben geïnformeerd, verblijf ik. 

SS

error: Kopiëren mag niet!