De Surinaamse regering heeft Nederland om hulp gevraagd bij de aanpak van de overstromingsproblemen waar Suriname al bijna drie maanden mee kampt. Dat heeft de Surinaamse ambassadeur in Nederland, Rajendre Khargi, tegenover persbureau ANP bevestigd. Het is nog niet duidelijk hoe de hulp er precies uit gaat zien.
De Surinaamse president Chandrikapersad Santokhi had eind mei zeven van de tien districten tot rampgebied verklaard. Twee- tot driehonderd gezinnen hebben hulp nodig, omdat hun huizen onder water staan en omdat hun oogsten geheel verloren zijn. Andere bewoners van het rampgebied zijn tijdelijk naar hogere gebieden gegaan of bij familie ingetrokken.
De wateroverlast is het gevolg van grote hoeveelheden regen die Suriname de afgelopen tijd te verwerken heeft gekregen. Het gebrekkige onderhoud aan afwateringskanalen maakt het extra moeilijk om het vele water snel af te voeren. Deskundigen verwachten dat de hevige regen nog wel tot augustus kan aanhouden.
In 2006, toen Suriname ook met zware overstromingen te maken had, bood het Nederlandse leger steun. Een transportschip van de Koninklijke Marine was toen tien dagen actief in het rampgebied.
Brazilië, Venezuela en Japan hebben de afgelopen dagen al hulp verleend aan Suriname, onder meer door de inzet van helikopters en het leveren van voedselpakketten, tenten en andere hulpgoederen. Ook de Caribbean Disaster Emergency Management Agency is in actie gekomen.
Het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) heeft de internationale oliebedrijven die in de Surinaamse kustwateren naar olie zoeken om hulp gevraagd. Suriname zelf heeft het leger, de brandweer, de politie en de hulporganisatie Medische Zending ingeschakeld.
Khargi zei in het programma NOS Radio 1 Journaal, dat Suriname op diverse terreinen hulp nodig heeft. “Tenten, mobiel sanitair, maar ook rubberboten.”
De ambassadeur geeft ook aan dat het onderwijs in de getroffen gebieden ontregeld is. Lesgeven is niet mogelijk in ondergelopen scholen. “Naar school gaan zit er niet in, dus we hebben ook materiaal nodig voor de kinderen, zoals schoolboeken.” Ook benadrukt Khargi, dat veel plaatsen waar bewoners hun eigen voedsel verbouwen onder water staan en de oogst als vervallen kan worden beschouwd.
Hij stelt verder, dat het niet bij noodhulp moet blijven. “Klimaatverandering drukt ook nu weer ons met de neus op de feiten. Het is daarom belangrijk, dat we structureel gaan kijken hoe we dit kunnen oppakken.”
PK (ANP/Nu.nl/RTL Nieuws)
