Op weg naar Keti Koti 2022

Keti Koti 1863-2022 Deel 1

Dagblad Suriname verdiept zich in Keti Koti 2022. In en rond Paramaribo wordt gepeild hoe 1 juli Dag van de Vrijheid wordt tegemoet gezien. Er wordt een duik genomen in de geschiedenis en anekdotes opgetekend.  De verzamelde informatie laat zien, dat er met betrekking tot het emancipatie gebeuren duizend en een opvattingen en gevoelens bestaan. Suriname is één volk. Maar er zijn net zoveel zinnen als er hoofden zijn.

Wil je jouw vrijheid uiten?

Breng haar in vrijheid oprecht naar buiten

Volgens de Europese geschiedschrijvers werden er gedurende 250 jaar 350.000 Afrikanen als slaaf overgebracht naar Suriname. Op 1 juli 1863 werden 34.000 personen van die juk ontdaan. Met elkaar vergeleken geven de aantallen aan, dat deze mensen dood werden gewerkt.

50.000 koppen

Voor de slavernij werd afgeschaft telde Suriname bijna 7.000 vrijverklaarde slaven en ruim 5.000 in stamverband wonende personen in het binnenland, die zich hadden vrijgevochten. Volgens bevolkingsregisters bestond de totale bevolking uit om en bij 50.000 koppen.

Vervalst, verduisterd en vervreemd

Het werkelijk aantal naar Suriname verscheepte Afrikanen zal nooit achterhaald worden. Buiten kijf staat, dat deze cijfers aanzienlijk hoger liggen. Alles is verdonkeremaand. De koloniale boeken zijn duister te lezen, de notities zijn veelal opgetekend door handelaren, smokkelaars, elk met een eigen agenda. Er werd vervalst, verduisterd en vervreemd. Zeeschuimers, piraten en ander gespuis vormden de kern van het koloniaal netwerk.

Drogreden

Gedurende twintig jaar heeft de koloniale machthebber bekokstoofd hoe de afschaffing van de slavernij door te voeren. Toen het zover was, werd duidelijk, dat de vrijheid gebonden was aan 10 jaar werken onder staatstoezicht. De geleidelijke overgang van slavernij naar vrijheid werd goedgepraat met de drogreden, dat de voormalige slaven moesten wennen, leren omgaan met de verworven vrijheid. Dat er een tekort aan arbeidskrachten op de plantages zou ontstaan.

Zwarte opstanden

De geëmancipeerden kregen geen schadeloosstelling, waren bezitloos, werden verplicht te werken tegen een fooitje, mochten zich niet vrijelijk verplaatsen buiten hun woongebied. Het Europees bevolkingsdeel vreesde ‘Zwarte’ opstanden.

Tijd winnen

Er werd tijd gewonnen om arbeidskrachten buiten Suriname aan te trekken. Zo raakten de contractarbeiders hier verzeild. De Brits-Indiërs en de Javanen werden niet alleen gezien als arbeidskrachten, maar ook om in geval van calamiteiten als buffer te fungeren tussen hier wonende kolonialen en het geëmancipeerde deel van de bevolking dat in aantal vier tot 5 keer groter was. Om deze en andere reden werden de contractarbeiders in de watten gelegd. Met verdeel- en heerspolitiek hield het kolonialisme zich in het zadel.

Dankbaar, maar allerminst voldaan

Suriname sukkelde voort. Minister-president Johan Adolf Pengel tijdens de viering van 100 jaar Keti Koti in 1963: “Dankbaar zijn wij, maar allerminst voldaan. Er moet huisvesting, voeding, werk en onderwijs zijn voor allen zonder uitzondering. En die ‘allen’ in Suriname zijn geëmancipeerden, zij hebben recht op een menswaardig leven, een menswaardig bestaan. Zij hebben allen zonder uitzondering recht op een passend onderdak, een volwaardige voeding, voldoende werkgelegenheid voor arbeid tegen een redelijk loon, en genoegzaam grond om te bewerken. Geen van hun kinderen mag deugdelijk onderwijs, goede medische verzorging en een hoopvolle kans op de toekomst tekortkomen. Het is een recht dat bij de voortgeschreden emancipatie hoort, een emancipatie die ons tevens de plicht oplegt, met alle kracht te streven naar de verwerkelijking van deze grondrechten van de vrije mens, wij zijn dankbaar maar niet voldaan. En ook nog niet moe.”

Suriname jammert

Tegenwoordig is de bevolking ontevreden en zwaarmoedig. De toekomst wordt duister ingezien. Suriname betreurt de slavernij, jammert, heeft spijt van de vertrapping van de Afrikaan. De nazaten van deze bevolkingsgroep voelen 159 jaar na de afschaffing van de slavernij de katibo nog steeds in hart en ziel. Wil je jouw vrijheid uiten? Breng haar in vrijheid oprecht naar buiten

Wordt vervolgd.

(Foto top: De belijdenis van R.R. Venetiaan: “Want in het hart van de tiran mag de tijd de druk verlichten. De slachtoffers blijven. Voor zover verminkt, verminkt. Voor zover gewond, getekend.” De tekst besloeg een groot oppervlak van de muur. De dagtekening 1 juli 1963 verwijst naar de honderd jaar emancipatie. Het overstijgen van deze pijn, de bevrijding van ketenen uit het verleden, het verlangen naar een nieuwe wereld.)

HD

error: Kopiëren mag niet!