Surinaamse Hindoes en Moslims in Nederland

Hindostanen vormen een etnische groep. Die is niet homogeen, ook niet in religieus opzicht. Wij bestaan uit Hindoes, Moslims, Christenen en heidenen die onderling weer verschillende opvattingen hebben. Voor iemand als ik, die in Suriname is geboren en getogen, is die diversiteit heel gewoon. Ik ben opgegroeid in een etnisch en religieus gemengde wijk en heb ook een Katholieke-, Islamitische- en Hindoeschool bezocht. Niemand deed moeilijk over de godsdienst van de ander, ook niet wanneer die tot een andere etnische groep behoorde. Sterker, de religieuze verschillen waren in het sociale verkeer van Hindostanen nauwelijks merkbaar: we zagen er hetzelfde uit, we spraken dezelfde taal, hadden grotendeels dezelfde gerechten (met als uitzondering het gebruik van varkens- en rundvlees) en we trouwden onderling. Op feestdagen brachten Hindoes en Moslims eten voor elkaar.

Ik generaliseer natuurlijk, want ik ken niet de praktijk in alle hoeken en gaten van Suriname. Maar wel is duidelijk dat de verhouding tussen Hindoes en Moslims vreedzaam was, al waren er af en toe spanningen die afgeleid waren van de conflicten tussen India en Pakistan: India werd geassocieerd met Hindoes en Pakistan met Moslims. De religieuze

afkomst van betrokkenen werd afgelezen aan de namen, alsof iedereen met een Hindoe- of Moslimnaam religieus was. Dat was bijvoorbeeld het geval toen Bholu Khan en Darasingh naar Suriname kwamen om een potje te worstelen, de zangers Mohamed Rafi en Mukesh tijdens tournees Suriname aandeden, en Bollywood filmsterren Suriname bezochten. Het waren tijdelijke spanningen, want deze identificaties hadden niets te maken met het dagelijks leven in Suriname.

Die (verkeerde) gewoonte om aan de hand van namen de religieuze afkomst af te lezen en zich daar afstandelijk en zelfs vijandig tegenover te stellen, leidde tot het ontstaan van religieuze kampen.

Zowel in Suriname als in Nederland zie je sinds de jaren negentig steeds meer Hindostaanse (en Javaanse) vrouwen met hoofddoekjes in het straatbeeld, een zichtbare toename van Islamitische religiositeit. Hieraan kan je aflezen dat er onder de Moslims een toename ontstaat van fundamentalisme, die de voorlopers kunnen zijn van radicalisme en zelfs terrorisme. Maar, fundamentalisme en radicalisme zijn ook merkbaar, zij het minder zichtbaar, bij Hindoes. Het uit zich anders dan bij de Moslims. De invloed van de Hindoereligie neemt twee vormen aan. In de eerste zie je een verandering van individuele leefstijlen: filosofie, spiritualisme, vegetarisme, eigen interpretaties van de godsdienst, emancipatie van vrouwen en dergelijke. Op een hoger niveau is de verandering merkbaar in een groeiende aanhang van de Hindutva-ideologie. Dat laatste is een menging van Hindoereligie en Indiaas nationalisme en uit zich vooral in een vijandigheid jegens andere religieuze groepen, vooral Moslims. Nu hoeft religieus chauvinisme niet samen te gaan met vijandigheid.

Het Christendom bijvoorbeeld was lange tijd wel vijandig tegenover andere godsdiensten, maar vooral de laatste eeuw is dat beduidend anders. Bij Hindoes is die vijandigheid juist toegenomen.

Onderling leidde het verschil tussen Arya Samadj en de Sanatan Dharm altijd tot verdeeldheid, maar nieuw is de opvallende verharding jegens Moslims. Dat is opmerkelijk, omdat juist het Hindoeïsme tolerantie en liefde predikt. In Nederland althans, maar dat zal elders niet veel anders zijn, kom ik steeds vaker Hindoes tegen die luidkeels bazuinen dat ze aanhangers van Hindutva of van Modi zijn. Prima, tot zover! Ieder z’n eigen liefde. Maar, wanneer deze voorkeur vergezeld gaat van vijandigheid, introduceren de Hindutva-aanhangers een splijtzwam in de Hindostaanse gemeenschap.

Daar maak ik mij sinds geruime tijd ernstige zorgen over. Dat is mijn reden om in de pen te klimmen en in een drietal korte stukken enkele beslissende leerstukken, die de Hindoe-vijandigheid rechtvaardigen, tegen het licht te houden.

Ik ben niet van de school waarin zaken worden gerechtvaardigd met het argument ‘Ja, misschien heb je gelijk, maar de Moslims doen het ook’. Want je kan een fout niet rechtvaardigen door te wijzen op een fout van een ander. Het is ongetwijfeld waar dat ook Moslims fanatici kennen. Hun fanatisme is bekend als fundamentalisme en terrorisme, maar zoals bij de Hindoes zijn er hier verschillende gradaties van. Geen van deze vormen van religieus en politiek fanatisme zijn echter te rechtvaardigen. Beide vormen van fundamentalisme en radicalisme zijn schadelijk voor de cohesie van de Hindostaanse gemeenschap. En die saamhorigheid en tolerantie moet bewaakt worden, vooral tegen mensen in onze eigen gemeenschap. Want die zijn de gevaarlijkste vijanden van de Hindostaanse etnische identiteit omdat we juist hen over het hoofd zien en de ‘vijand’ buiten de gemeenschap zoeken.

Veel van wat ik in dit en nog te verschijnen stukken beweer heb ik uit wetenschappelijke bronnen. Vóór mijn aanstelling als hoogleraar Hindostaanse diaspora studies kende ik de grote lijnen van de Indiase geschiedenis, maar van de specifieke ontwikkelingen zoals de Hindutva en de geschiedenis van de Mogholrijk (ook geschreven als Moghuls en Mughals) wist ik niet zoveel. Tijdens het hoogleraarschap kwam ik vaak in contact met Indiërs in India en in de diaspora. Ik las hun werken, en van andere auteurs, en raakte geïnteresseerd in de historische ontwikkeling en de huidige vraagstukken van de Indiase politiek. De geraadpleegde bronnen zijn niet altijd vrij zijn van jargon en allemaal in het Engels geschreven. Daardoor zijn ze voornamelijk toegankelijk voor academici. Daarom verwijs ik de geïnteresseerde lezer vooral naar makkelijk toegankelijke bronnen zoals films en Wikipedia.

Ik hoop dat de nieuwsgierige lezer op deze manier de weg naar redelijkheid zal vinden. Maar daarvoor heb je een beetje gezond verstand en een open mind nodig. We zullen het zien.

Ruben Gowricharn

error: Kopiëren mag niet!