“In Suriname bestaat mogelijkheid niet om via chemische analyses verzorgingsproducten te onderzoeken”

In Suriname zijn er verschillende ondernemers die verzorgingsproducten vervaardigen. Het liefs op natuurlijke basis. Maar de vraag is: Worden de producten dermatologisch getest alvorens ze op de markt gebracht worden? Wie is verantwoordelijk indien er bijwerkingen optreden? 

Bestaat de mogelijkheid om verzorgingsproducten te testen in Suriname?

In een gesprek met Dagblad Suriname gaat levensmiddelentechnoloog, Ricky Stutgard in op gestelde vragen over dit onderwerp. Aan Stutgard werd allereerst gevraagd of de mogelijkheid bestaat om verzorgingsproducten eerst te laten testen alvorens ze op de markt gebracht worden.

Stutgard: “In Suriname bestaat de mogelijkheid er niet om via chemische analyses verzorgingsproducten te onderzoeken. Wat wel mogelijk is, is om sensorische testen (geur, kleur, textuur, tastbaarheid) te testen. In de meeste gevallen zal dat zelf door de producent moeten worden gedaan. Een persoon tot persoon interview kan daarbij veel helpen. Maar, om de chemische samenstelling en de veiligheid te weten zal het product naar het buitenland moeten worden gestuurd.”

Stutgard geeft aan, dat importproducten wat veiliger kunnen zijn, omdat de importeur een gezondheidscertificaat behoort te overleggen aan het BOG (Bureau voor Openbare Gezondheidszorg), waarin de veiligheid en chemische samenstelling wordt aangegeven. “Of dat wel altijd gebeurd en altijd eerlijk er aan toe gaat dat weet ik niet”, zegt Stutgard. 

Wie is verantwoordelijk indien er bijwerkingen optreden?

Hierop zegt Stutgard, dat de importeur/distribiteur in eerste instantie verantwoordelijk is indien bijwerkingen optreden. “Onder toezicht van het BOG zal het product uit de handel moeten worden gehaald. Uit ervaringen met levensmiddelen weet ik dat bij BOG een bepaalde mate van onwil dan wel onmacht aanwezig is om in zulke gevallen op te treden. Al te vaak is pas opgetreden wanneer consumenten naar de pers stapten. De importeur/distributeur kan de geleden schade verhalen bij de producent in het buitenland. Let wel, voor producten gemaakt in Suriname is een gezondheidscertificaat niet vereist.”

Op de vraag of dit (bij wie de verantwoordelijkheid ligt, indien er bijwerkingen optreden) ook wordt opgenomen in de vergunning van de persoon, zegt Stutgard: “Het behoort opgenomen te zijn in de vergunning. In de praktijk is het BOG een papieren tijger. De importeurs zijn vaak genoeg sponsors van de politieke partijen in de overheid en kunnen daardoor maken en breken.”

Waarom is een gezondheidscertificaat voor producten gemaakt in Suriname, niet vereist?

“Wij hebben de laboratoria niet om dat te onderzoeken. Wij hebben bovendien een zeer oude Voedingsmiddelenwet. Het is van 1911. Daarin zijn heel wat zaken niet opgenomen. In 2004 moest in opdracht van LVV (het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij), de Nederlander Melvin Spreij, International Legal Consultant, werken aan een verbeterde versie. De heer Spreij heeft zijn werk gedaan en heeft een moderne versie van de Voedingsmiddelenwet samengesteld. Dit concept is naar verscheidene Surinaamse instanties gestuurd, maar om allerlei onduidelijke redenen heeft geen implementatie plaatsgevonden. Zo’n twee jaren geleden is bij wet voor een Voedingsmiddelen Autoriteit door De Nationale Assemblee goedgekeurd. Maar, daarna heb ik niets meer van vernomen”, antwoordt Stutgard.

Volgens Stutgard zal de invoering van een moderne Voedingsmiddelenwet en de installatie van een Voedingsmiddelen Autoriteit als spin off hebben, dat verscheidene laboratoria als paddenstoelen uit de grond zullen komen. “Het wordt dan mogelijk zulke dure laboratoria te onderhouden en daardoor kunnen in Suriname zowel food als non-food producten geanalyseerd worden”, aldus de levensmiddelentechnoloog.

(Foto ter illustratie)

SK

error: Kopiëren mag niet!