Maatschappelijke discussie over beledigen

In Suriname is een discussie gestart met betrekking tot het beledigen van het staatshoofd. Suriname is een klein land, waar iedereen, iedereen kent. De veiligheidsniveaus zijn laag, de veiligheidsdiensten functioneren op een heel laag niveau. We maken nu een ongekende haat tegen een staatshoofd mee, zoals het nooit eerder is vertoond. Dat kan te maken hebben met het feit dat de wereld kleiner is geworden door de social media. Het staatshoofd wordt uitgescholden door burgers, de zaak belandt op de social media.

Burgers hebben aangegeven misdrijven tegen het leven te zullen plegen tegen het staatshoofd. Wanneer het staatshoofd wordt beschuldigd, dan wordt vaak ook de hele bevolking die ‘op hem lijkt’ uitgescholden. Dat is eerder niet gebeurd. Men schroomt niet om zelfs de religie aan te halen van ministers. Het woord Taliban wordt gebruikt. Ook wordt verwezen naar beelden van goden die geplaatst zouden zijn in de buurt van een brug. Er zijn burgers die van oordeel zijn dat het in het openbaar uitschelden van een staatshoofd mag. Men zegt dat Obama het niet erg zou vinden. De vraag rijst of we qua schaal en cultuur Suriname moeten vergelijke met de USA en Nederland. De liberale samenlevingen die we in deze landen hebben, de ontwikkeling van de democratie, hebben we nog niet bereikt in Suriname. Het beledigen van bevolkingsgroepen moet niet kunnen vinden wij, omdat we etnische spanningen in ons land hebben gekend.

Ook zijn een buurland van Guyana waar zaken kunnen komen overwaaien. Verder moeten wij niet onderschatten dat er verschillen zijn in Suriname in economische welvaart en in de omvang waarin de groepen in verschillende vormen van criminaliteit zitten. En de omvang waarmee de groepen slachtoffer worden van criminaliteit. Het aankondigen van strafbare handelingen tegen wie dan ook moet ook zwaar worden aangepakt omdat dat in de laag geschoolde samenlevingen als Suriname een giftige uitwerking kan hebben. Dan komen we bij het beledigen van de president. We zeggen vaak dat hoge bomen veel wind vangen. Daarmee bedoelen we ten eerste dat personen in hoge functies veel kritiek mogen verwachten. Ze mogen ervan uitgaan dat hun handelingen en hun keuzes en ook hun privéleven met een vergrootglas zal worden bekeken. Maar houdt het ook in dat je open en bloot de president en de first lady zal moeten kunnen uitschelden. De kans dat degenen die uitschelden en degenen die uitgescholden worden, oog in oog tegenover elkaar staan is in Suriname heel groot. Er is internationaal kritiek over muilkorfwetten en wij zijn daar ook tegen. Maar wij gaan er niet van uit dat daarmee wordt bedoeld dat het in ons land vrij moet zijn om de president uit te schelden.

Majesteitsschennis, waaruit de belediging van het staatshoofd zoals bekend in Suriname is voortgekomen, is een begrip dat zijn oorsprong heeft in het Romeins recht (Latijn: crimen laesae maiestatis). De majesteit (“majestas”) van de Romeinse republiek werd geschonden wanneer iemand zich minachtend over de republiek en haar instellingen uitliet. Diverse ongepast geachte handelingen zoals feestvieren na een nederlaag van het Romeinse leger of het spotten met de religieuze ceremoniën van de staat werden gezien als majesteitsschennis. Toen de keizer alle sleutelposities in de staat ging innemen werd majesteitsschennis al gauw een synoniem voor belediging van het staatshoofd. In veel landen wordt het begrip ook nu in deze beperkte zin uitgelegd.

In andere landen is het ook nu nog strafbaar om “de goede naam van de republiek” in diskrediet te brengen. In Nederland zijn de wetsartikelen over majesteitsschennis sinds 1 januari 2020 te komen vervallen.  

Opzettelijke belediging van het Staatshoofd of het waarnemend Staatshoofd wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren en geldboete van de vierde categorie in Suriname. Degene die een geschrift of afbeelding of gegevens uit geautomatiseerde werken, waarin een belediging voorkomt voor het Staatshoofd of het waarnemend Staatshoofd, verspreidt, openlijk tentoonstelt of aanslaat, of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden in voorraad heeft is strafbaar.

De strafbaarheid treedt op wanneer diegene weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat in het geschrift of de afbeelding of gegevens uit geautomatiseerde werken zodanige belediging voorkomt. De strafdreiging is gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en geldboete van de derde categorie, hetzij met één van beide straffen.  In 2015 zijn een aantal misdrijven in Suriname tegen het staatshoofd vervallen verklaard. Wij zijn van oordeel dat stevige kritiek mag, scheldwoorden daarbij moet ook kunnen.

Maar, het persoonlijk uitschelden van de president en het daarbij betrekken van zijn vrouw, daar zijn wij geen voorstander van. Als de bevolking 10 miljoen groot is, kunnen baanbrekende veranderingen worden bediscussieerd.  

error: Kopiëren mag niet!