Memre Buku Kazerne vernoemen naar Boni & Buku Kazerne

Er zijn op social media pagina’s waar veel foto’s uit de oude Surinaamse periode worden gepost. Het publiek bestaat voor een groot deel dan uit Nederlanders van Surinaamse origine. Bijna bij alle foto’s wordt de glorie van het koloniaal verleden en het Nederlands koningshuis bejubeld. Ook wordt steevast afggeven op de verkrijging van de onafhankelijkheid in november 1975. Recent werden op een zo een website een plaatje van Kodjo, Mentor en Present gepost. Tegelijke werd gepost een beschrijving van de 3 mannen en hun lot…vanuit een wit-koloniaal perspectief uit het vroege verleden. Daarbij werden de 3 historische figuren neergezet als brandstichers en vijanden van de regering. En wat de witte man met blauwe ogen zegt, dat is wet voor veel van onze van daar en ook hier. De Nederlanders met Surinaamse roots konden maar niet begrijpen hoe mensen die als criminelen werden neergezet, helden waren voor Suriname. Weerwoord met een Surinaams perspectief was er bijna niet. En zo blijkt dus hoe de Nederlandse regering en het Nederlands onderwijs een vertekend beeld hanteert en dat onderwijst waardoor zelfs de Nederlanders uit de herkomstlanden verkeerd geinformeerd zijn. Nog steeds wordt door personen die later betre zijn gaan kijken naar de geschiedenis, aangegeven hoe weinig aandacht in het Nederlands onderwijs gegeven is aan het Nederlandse aandeel in de mondiale en zeer winstgevende Trans-Atlantische slavenhandel.

Kodjo, Mentor en Present zijn Surinaamse helden, ze waren op hun eigen manier betrokken in de strijd tegen het juk van de slavernij, met de bescheiden middelen die zij ter beschikking hadden tegen een machtig koloniaal leger. In Suriname moet veel meer exposure gegeven worden aan deze strijders. Hun portret moet versurinamiseerd worden en het moet veel meer worden gebruikt. In Suriname is er heftige strijd gevoerd tegen de slavernij, door de tot slaaf gemaakten. We hebben hier ook vaker geschreven over de held Boni die opkwam voor de vrijheid van de Surinaamse mens. Mar hoeveel van de nazaten onder ons hebben hun zonen vernoemd naar Boni? Of naar Baron, Joliceur, Kodjo, Mentor of Present? Bitter weinig is het antwoord. Gisteren is door de Feydrasi Fu Afrikan Srananman de strijd van Boni herdacht, de meest invloedrijke verzetsstrijder tegen slavernij in Suriname. 20 februari is de sterfdag van Boni. Boni werd verraden door personen die slachtoffer waren van slavernij en het kolonialisme, dus door eigen mensen. Verraden, precies zoals Patrice Lumumba, de eerste regeringsleider van het pas onafhankelijk geworden Congo in Centraal Afrika, in de jaren ‘60 verraden werd door eigen mensen die slachtoffer waren van het Belgisch kolonialisme en de wrede slavernij in eigen land met als grote bevoordeelde de koning Leopeld van Belgie. En precies zo werd in de Bijbelse geschiedenis ook Jezus verraden door eigen mensen. Wordt gekeken naar de geschiedenis van de strijd tegen de slavernij en de onderdrukking van de tot slaaf gemaakten in Suriname, dan is opvallend dat er veel verraad voorkwam gepleegd door eigen mensen. Mensen probeerden zo persoonlijke voordeel te halen en een wit voetje bij degenen die macht bezaten in de wereld. Dat verraad wordt nog steeds gepleegd door Surinamers die hun eigen land via concessies verkopen aan buitenlanders. Zij strijken door het verlenen van concessies en het niet controleren van de bosbouw bijvoorbeeld, rijkdom voor zichzelf, maar de eigenaren van de bomen houden een kruimel over aan hun rijkdommen die ze bezitten.

Boni (ca. 1730 – 19 februari 1793) was een Surinaamse vrijheidsstrijder en guerrillaleider die opkwam tegen de slavernij en de onderdrukking van tot slaafgemaakten in Suriname waarvan de daders waren de Nederlandse regering, Nederlandse ondernemers en het leger van dat land gestationeerd in Suriname. Volgens de overleveringen zou zijn vader een Nederlander zijn geweest die zijn moeder, een tot slaaf gemaakte, als minnares had en daarna verstootte. Zwanger vluchtte zij van plantage Barbakoeba (ook wel bekend als Anna’s Zorg) het bos in, naar de Marrons. Daar, bij de Cottica-Marrons, werd Boni geboren. In 1765 volgde hij Asikan Sylvester op als leider van de groep die bekend zou worden onder zijn naam: de ‘Boni’s’ (nu: de Aluku). Hij trainde zijn krijgers tot geduchte strijders tegen de kolonisten. Zij opereerden eerst vanuit hun nederzetting Libia. Nadat deze ontdekt was door het koloniale leger in maart 1771, verhuisden ze naar Boekoe dieper in het oerwoud. Boni en zijn krijgers opereerden vanuit Fort Boekoe, een versterkte nederzetting omringd door een palissade en gelegen in de moerasachtige omgeving in de kuststreek van Commewijne. Met de naam Boekoe wilden zij aangeven dat ze liever tot stof zouden vergaan dan zich overgeven. Boekoe betekent: vergaan tot stof. Vanaf deze sterke positie voerden zij overvallen uit op plantages in het oosten van Suriname, vooral in het gebied van de rivier de Cottica. Daarbij maakten zij voorraden, gereedschap en wapens buit en bevrijdden honderden slaven. Door de successen van Boni en zijn strijders sloten ook andere slaven die wisten te vluchten zich bij hen aan. Bekende medestrijders van Boni waren Baron en Jolicoeur. Door de overvallen en plundertochten die vanuit Boekoe werden ondernomen en de geldverslindende strafexpedities die daarop volgden, werd de vesting een grote bron van zorg voor de machthebbers. Zij hadden geen antwoord op de guerillatactieken van de Boni’s. In 1772 werd in ruil voor vrijheid ex-slaven (de Redi Musu’s) ingezet in de strijd tegen de Boni’s. Na een zoektocht van zeven maanden werd uiteindelijk het geheime pad, dat net onder water lag en toegang gaf tot het fort, verraden. Op 20 september 1772 werd het fort veroverd, het dorp en de kostgronden werden vernietigd. Boni ontsnapte met een aantal mensen naar het oosten. De Boni-marrons bouwden nieuwe dorpen en kostgronden in de regio Locusboom. In 1776 trokken de Boni’s over de Marowijne. Boni vestigde een nieuw hoofdkwartier in Aruku op de Franse oever van de Marowijne. Boni ging nog zestien jaar door met zijn strijd tegen de kolonisten. Aruku werd in 1790 ingenomen en vernietigd door Redimusu’s. De Boni’strokken daarop verder stroomopwaarts en vestigden zich op de eilanden bij de Pedrosunguvallen en later nog verder het binnenland in zoals Cottica, Papaichton en Benzdorp aan de Lawarivier. Met deze verhuizing ontstond een conflict met de Ndyuka’s die vonden dat de Boni’s nu op hun territorium waren. In 1779 werd vrede gesloten tussen de 2 marronstammen. De Ndyuka’s hadden op hun beurt een vredesverdrag met het koloniaal leger, daarmee moesten ze ook rekening houden. De vrede duurde daarom tot 1788 toen plantage Clarenbeek werd aangevallen. De plantage-eigenaar zou daarbij zijn ontvoerd en tot slaaf gemaakt. In 1789 verbraken de Ndyukas het vredesverdrag en kozen de kant van de slaveneigenaren. In 1790 werd Fort Aloekoe veroverd en werd de plantageigenaar bevrijd van slavernij. Op 19 februari 1793 had Boni zijn kamp gemaakt te Akuba Booko Goo. Op die nacht werd Boni verraden en vermoord door de Ndyuka leider Bambi Kukudyaku.

error: Kopiëren mag niet!