Vis onbetaalbaar!

De prijs van vis is onbetaalbaar. Nu met de verhoging van de brandstofprijs zal de consument zeker nog enkele SRD’s extra moeten neertellen voor vis. Dat staat als een paal boven water. Vanwege de gestegen prijs voor kip en rundvlees dachten velen dan maar om, mede voor de variatie, vaker vis klaar te maken bij dat bordje eten voor gezin. Maar, bij de visstand schrikt men zich blauw van de prijzen van de diverse vissoorten.

Maar, hoe zit dat dan precies met de prijs van vis? Vis is toch niet een product welke uit het buitenland geïmporteerd wordt, waarvoor deviezen neergeteld hoeven te worden? De vis komt toch uit Surinaamse wateren, en hoeft toch ook niet gevoerd te worden met dure geïmporteerde voer? Allemaal vragen die de gewone consument bezighouden.

De werkelijkheid is echter, dat vis en de visserijsector voor zeker 90% direct danwel indirect deviezen afhankelijk is. Hoe gek dat ook klinkt. De Surinaamse visgronden zijn inderdaad rijk aan vis, althans dat wordt algemeen aangenomen. Maar, de vis moet nog gevangen worden. Tussen de 60 tot 65% van de kosten van de visvangst zijn brandstofkosten van de visvaartuigen. De relatieve betaalbare prijs voor vis die de consument tot voor kort nog kende, had te maken met de sterk gesubsidieerde brandstofprijzen. Die zijn ondertussen komen weg te vallen en de brandstofprijzen aan de pomp worden sinds enkele maanden geleden volgens marktconforme koers berekend.

Udo Karg, voorzitter van de Suriname Seafood Associatie, de belangengroep van visverwerkingsbedrijven in Suriname, legde in gesprek met Dagblad Suriname uit, dat de visserijsector inderdaad een belangrijke deviezenverdiener is voor het land vanwege de export, maar dat het voor de instandhouding  voor het overgroot deel afhankelijk is van deviezen en dus van de koersontwikkelingen. Het gaat om de kosten voor brandstof, het onderhoud van de visvaartuigen en alle andere inputs.

(Om het hele interview met de heer Karg te zien, klik op deze link: https://www.youtube.com/watch?v=G__74DPRGsU.)

De visserijsector wordt in twee hoofdcategorieën onderverdeeld, met name de industriële visserij (garnalen- en vistrawlers) en de bevolkingsvisserij. Bevolkingsvisserij is dat deel die aan visvangst doet langs de kust op zee, en bij de industriële visserij gaan de grotere vaartuigen dieper de zee op. De opbouw van de kostencomponenten bij beide vormen van visserij zijn nagenoeg hetzelfde. De vis die op de lokale markt terechtkomt is voor het overgroot deel afkomstig uit de bevolkingsvisserij. De rest van de gevangen vis gaat richting de ongeveer 15 visverwerkingsbedrijven in Suriname die voor export produceren. Dat de prijs van vis op de lokale markt vanuit het perspectief van de consument bekeken onbetaalbaar is, heeft alles te maken met het feit, dat brandstof en alle andere inputs marktconform moeten worden ingekocht. 

Met moeite

Linda verkoopt haar hele leven, van jongs af vis vanuit een visstand voor haar woning aan de Anton Dragtenweg. De visstand bestaat al meer dan 50 jaar. Ze koopt vis direct op van vissers die verderop langs de weg aanlanden (ter hoogte van David Simonsstraat). De visvangst wordt daar door opkopers opgekocht. Linda is een kleine visopkoper. De ontwikkeling van opkoopprijzen van vis maakt ze al vele jaren mee. De stijging van de prijzen van de laatste jaren en maanden ervaart ze dagelijks. Als kleine opkoper en wederverkoper vindt ze de gestegen visprijzen begrijpelijk, maar voor de consument is het een nachtmerrie. Ze vertelt aan Dagblad Suriname, dat ze dagelijks met klanten te maken krijgt die graag een bepaalde soort vis willen kopen, maar het gewoon niet kunnen betalen. J

e hebt volgens haar mensen die zelfs op krediet vis kopen. In de regel doet ze dat niet, maar als mens strijkt ze dagelijks enkele keren over haar hart en neemt ze het risico. Soms komt men eind van de maand inderdaad langs om te betalen, maar soms ook niet. Een hoop botervis van 3 stuks die ze voor SRD 100 verkoopt, kunnen velen zich niet permitteren. Als verkoper vraagt ze de klant dan hoeveel die ervoor over heeft. Soms SRD 80 of SRD 90. “Toe maar !”, zegt Linda dan. Maar, dat kan ze niet al te vaak doen, anders snijdt ze zichzelf in de vingers. Linda heeft verschillende vissoorten in haar verkoopassortiment, afhankelijk wat de vissers aanleveren. Een hoop van 3 stuks red snapper kost bij haar SRD 150 , 3 stuks botervis SRD 100, bang bang en snoek tussen de SRD 150 en SRD 200 per stuk afhankelijk van de grootte.

De wit-witie vissoort waar men jaren geleden nog op neerkeek en die tot de lagere kwaliteit vis behoort, wordt nu door de minder draagkrachtigen onder haar klandizie steeds meer gevraagd: SRD 100 voor 4 stuks. “Zelfs dat kan men niet betalen”, zegt Linda. “Dan kan je je voorstellen hoe moeilijk de klant het heeft. Ik haal dan soms uit de hoop 1 vis af en vraag dan SRD 70.” Met de verhoogde brandstofprijzen zullen de opkoopprijzen van vis zeker verhoogd worden, en dan heeft Linda geen keus dan haar verkoopprijzen aan te passen. “Ik weet niet hoe lang de klanten dit nog zullen kunnen volhouden”, zegt Linda ietwat gepikeerd.

SS         

error: Kopiëren mag niet!