Anand Biharie: “Onverschuldigde betalingen Rij- en Voertuigenbelasting terugbetalen”

Personen die indertijd in 2018 betaald hebben voor rij- en voertuigenbelastingen zouden van de overheid hun geld terugbetaald moeten krijgen. De regering zou uit sociaal-ethische overwegingen hiertoe het besluit moeten nemen. De mensen kunnen in deze tijd het geld hard gebruiken. Dit zegt Anand Biharie, voorzitter  van de Stichting Center for Public Affairs Suriname (CEPAS).

De Stichting CEPAS, ondersteund door de politieke organisatie STREI, had rond de invoering van de Wet Rij- en Voertuigenbelasting een Kort Geding bij de rechter aanhangig gemaakt tegen de Staat Suriname. Ze eiste de intrekking van de wet, omdat die onder meer in strijd zou zijn met de fundamentele grondrechten van de burger. De rechter wees de vordering af, maar de CEPAS was het niet eens daarmee en heeft hoger beroep aangetekend. Ze voert aan dat de rechter in Kort Heding de aangevoerde gronden voor de intrekking van de wet onvoldoende heeft gewogen. De zaak is thans in hoger beroep en Biharie wacht de behandeling af. 

Wel betaald

Met de uitvoering van de Wet Rij- en Voertuigenbelasting was indertijd in de praktijk niets van terecht gekomen. De wet had tal van haken en ogen, waaronder het aspect van de handhaving. Te midden van de felle maatschappelijke discussies die er toen ontstond had de Stichting CEPAS burgers opgeroepen de belasting niet te betalen. Er heerste in de samenleving toen veel onduidelijkheid over de handhaving door de politie. Velen namen het zekere voor het onzekere en betaalden de rij- en voertuigenbelasting wel. Naar verluidt ging het om een totaalbedrag van ruim SRD 52 miljoen die toen aan belasting werd betaald. De belastingtarieven varieerden van SRD 75 tot SRD 1.910. De wet werd echter nooit in uitvoering gebracht, mede vanwege het feit dat de rechtszaak in hoger beroep ligt. De toenmalige regering heeft naderhand ook al besloten de wet nader onder de loep te nemen en de nodige aanpassingen te zullen aanbrengen.

De regering Santokhi/Brunswijk had ondertussen in oktober 2020 besloten de wet te zullen “repareren”. President Chandrikapersad Santokhi benoemde een presidentiële werkgroep onder leiding van Shiraz Boedhoe die moest adviseren of de wet ingetrokken moest worden of dat er de nodige wijzigingen aan moet worden gebracht. De coalitie in het parlement onder leiding van Asiskumar Gajadien benadrukte tijdens de debatten toen dat indien de wet toch doorgevoerd moet worden, de samenleving niet zwaarder belast moet worden. De samenleving betaalde immers al de zogeheten “government take” op brandstof. 

Wel legitiem

In februari vorig jaar bracht de presidentiële werkgroep die de zaak moest evalueren en advies moet uitbrengen, haar rapport uit. Ze kwam tot de conclusie, dat de omstreden Wet Rij- en Voertuigenbelasting die in 2018 door het parlement was goedgekeurd in tegenstelling tot wat sommigen toen meenden, wel een legitieme grondslag heeft. Ze zegt geen artikelen in de wet te zijn tegengekomen die in strijd zijn met andere wetten. De werkgroep heeft de president geadviseerd om de wet geheel in te trekken en aangepast opnieuw in te voeren, nu wel in overeenstemming met de maatschappelijke realiteit, doel en geest van de wet. Gelet op de vele belangrijkere wetsproducten die het parlement voor dit jaar moet behandelen, en de huidige tijdsgeest  waarbij de samenleving reeds zwaar gebukt gaat onder de vele lastenverzwarende maatregelen, lijkt het aangepast opnieuw indienen en behandelen van een wetsvoorstel Rij- en Voertuigenbelasting niet zo voor de hand te liggen. Althans niet voor dit jaar!

SS

error: Kopiëren mag niet!