Vicepresident Brunswijk: “Niet te snel binden aan tijd voor oplossing grondenrechtenvraagstuk”

Vicepresident Ronnie Brunswijk zegt, dat de regering zich niet te snel wil binden aan een tijd voor het oplossen van het zogeheten grondenrechtenvraagstuk. Soms lijkt een probleem op het eerste gezicht volgens hem niet zo ingewikkeld, maar bij nadere bestudering “zien we dat er problemen zijn die uit verschillende complexe lagen bestaan”. Hiervoor moet volgens de vicepresident voldoende tijd worden uitgetrokken.

Hij zegt daarom zich niet wederom aan een tijd te willen wagen om het probleem op te lossen. Evenwel kijkt hij uit naar een spoedige behandeling door het parlement van het grondenrechtenvraagstuk en alles wat daarmee samenhangt.

Strategische actie MOP

In het MOP 2022-2026 staat als strategisch actiepunt opgenomen het erkennen van de grondenrechten van in tribaal verband levende gemeenschappen. Ook staat er dat inheemse organisaties als de VIDS (Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname) en OIS (Organisatie van Inheemse volken in Suriname) op basis hiervan bezig zijn een specifiek ontwikkelingsplan te schrijven. De regering kijkt uit naar dit ontwikkelingsplan.

Het erkennen van de collectieve rechten van inheemse en tribale volken is voor de regering Santokhi-Brunswijk, zoals diverse malen aangegeven, een heel belangrijke beleidsprioriteit. Minister Gracia Emmanuel van Regionale Ontwikkeling en Sport zei tijdens de MOP-behandeling afgelopen donderdag, dat bij de laatst gehouden miniconferentie van de VIDS te Powakka de regering in de persoon van vicepresident Brunswijk zich heeft gecommitteerd aan een effectieve aanpak van het grondenrechten vraagstuk.

Op 15 juni dit jaar heeft de regering het wetsontwerp Collectieve Rechten Inheemse en Tribale volken ingediend bij de Nationale Assemblee voor behandeling en goedkeuring. Dit wetsontwerp is ruimschoots gebaseerd op een eerder tijdens de vorige regeerperiode ingediend initiatiefwetsontwerp waarbij het traditioneel gezag van de inheemsen en de tribale volken wel waren geconsulteerd en hun inputs hebben gegeven. Bij het te behandelen huidig wetsontwerp Collectieve Rechten Inheemse en Tribale volken  zal dit vraagstuk van consultaties en inputs wederom meegenomen moeten worden. Menigeen die in de afgelopen decennia zich met het grondrechtenvraagstuk heeft bezig gehouden vraagt  zich af welke de wijzigingen zijn  die zijn aangebracht in het huidig wetsontwerp in vergelijking met het eerder tijdens de vorige regeerperiode ingediend wetsvoorstel. Het oude wetsvoorstel was het resultaat van jarenlange en brede consultaties met het traditioneel gezag van de inheemse en tribale volken. De mededeling van vicepresident Ronnie Brunswijk over het zich niet willen binden aan een tijd voor het oplossen van het zogeheten grondenrechtenvraagstuk heeft naar het schijnt alles te maken met consultaties die wederom met het traditioneel gezag van de inheemse en tribale volken gevoerd moeten worden. Daar gaat tijd in zitten en vicepresident heeft er goed aan gedaan zich niet aan een tijd te verbinden. 

Verkijkt zich in complexiteit

Uit het voorgaande blijkt ook, dat de regering Santokhi-Brunswijk zich verkeken heeft op de complexiteit van de materie. Tijdens de vorige begrotingsbehandeling zei president Santokhi dat hij deskundigen aan het werk zou zetten om het eerder ingediend wetsontwerp nader te bestuderen en met suggesties voor eventuele wijzigen te komen. Het schijnt dat de regering te lichtvaardig is omgegaan met het aanbrengen van wijzigingen het huidig wetsontwerp.

Het wetsontwerp Collectieve Rechten Inheemse en Tribale volken, in de volksmond bekend als het grondenrechtenvraagstuk, wordt bepaald dat inheemse en tribale volken in Suriname rechtspersonen zijn en collectieve rechten hebben. Deze collectieve rechten doen de volken gelden middels door hen zelf aangewezen vertegenwoordigers op basis van door hen vastgestelde procedures, in overeenstemming met hun cultuur, gebruiken, tradities en traditionele bestuurlijke systeem.

Inheemse en tribale volken hebben recht op effectieve en volle beleving van de bij het ontwerpwet erkende collectieve rechten. Deze collectieve rechten zijn mensenrechten, het zelfbeschikkingsrecht, recht op cultuur en culturele integriteit, grondenrechten, recht op participatie en inspraak, recht op free, prior and informed consent (FPIC), het recht op traditionele kennis en het recht op benefit sharing. De situatie in de huidige praktijk is namelijk ook dat in de afgelopen tientallen jaren de staat concessierechten hebben uitgeven in gebieden die traditioneel tot de leefgebieden van inheemse en/of tribale volken behoren. In het huidige wetsontwerp Collectieve Rechten Inheemsen en Tribale volken zijn voor dergelijke situaties wel bepalingen opgenomen. Vanwege de complexe situaties die in de praktijk zich zullen kunnen voordoen, dienen zaken goed en grondig moeten worden doorgesproken met het traditioneel gezag van de inheemse en tribale volken.

Hun consent over de inhoud van het wetsontwerp en alles wat daarmee samenhangt is van vitaal belang voor goedkeuring van het wetsontwerp door de Nationale Assemblee.

SS

error: Kopiëren mag niet!