Juridische kijk op de mishandeling Pinas

Over de juridische kant van de mishandeling van journalist Jason Pinas deelt advocaat Antoon Karg zijn kennis waarbij hij aangeeft ,dat er zowel bij geweld als dwangmiddelen sprake is van subsidiariteit en proportionaliteit. Bij subsidiariteit moet worden nagegaan of de situatie op een andere manier is op te lossen, dan het toepassen van geweld of dwang. Proportionaliteit houdt in dat als er is besloten om geweld toe te passen, moet worden nagegaan of de mate van het gebruikte geweld geoorloofd is voor het doel dat wordt nagestreefd.

Karg haalt aan, dat wat verzwarend is in dit geval dat het doel dat werd nagestreefd, geen legitiem doel was.

Openbare weg

“Wanneer een voertuig zich bevindt op de openbare weg nabij een overheidsgebouw en er geen enkele manier is welke aangeeft dat er sprake is van een andere situatie, dan is het niet per definitie zo dat de persoon de omstandigheden niet zou mogen filmen.” Karg voegt hieraan toe, dat aan de hand van de informatie die naar buiten is gekomen er juridisch verkeerd is gehandeld.

De verklaring waarbij veiligheidsmensen slechts hun werk doen valt ook juridisch verkeerd naar het oordeel van de advocaat. “Het commune strafrecht geeft hierover aan, dat wanneer er openbare geweldpleging plaatsvindt in vereniging, dan is het volgens de rechtspraak al voldoende dat personen die onderdeel zijn van de aanwezige groep en geen afstand nemen van het geweld en niet proberen om in te grijpen tijdens dat geweld volgens de wet worden beschouwd als mededader.”

Karg geeft aan, dat het in dit geval ook nog gaat om een gezagsrelatie. “Daarnaast heeft het een en ander zich ook nog afgespeeld nadat er een dreiging was geuit.” De advocaat licht toe, dat er een ruime hoeveelheid jurisprudentie voorhanden is die deze materie beslaat. “Zowel als lid van de groep, maar helemaal als gezagsdrager rust er een bepaalde verantwoordelijkheid op de persoon.” Karg verduidelijkt ook dat zelfs wanneer een functionaris niet uit hoofde van zijn of haar ambt aanwezig zou zijn, dan is het tenminste zo dat het feitelijk leiding geven al voldoende is om erop toe te zien dat de situatie zich niet voor zou doen. 

Karg, die naast advocaat ook bestuurslid is van de politieke partij PRO, merkt op zich zorgen te maken over de rechtsstaat en de vrijheden die ons in staat zouden moeten stellen om te komen tot waarheidsvinding. Tot slot wijst de advocaat erop, dat deze zaak niet gezien kan worden als een losstaand incident, maar dat de context van eerdere voorvallen hierin dient te worden meegenomen en dat in dit geval de geweldstoepassing zich heeft voltrokken na een dreigement.

RB

error: Kopiëren mag niet!