Benzine verergert koopkracht Surinamer

De prijs van gasoline is weer met een paar SRD’s omhoog gegaan. De bevolking heeft zwaar geklaagd omtrent de prijs van benzine. Veel personen zijn afhankelijk van eigen vervoer om naar het werk te gaan. Dat geldt voor zowel het hogere als het lagere personeel. In Suriname is er geen cultuur van carpoolen, ook niet onder de werknemers die het lagere salaris verdienen. Veel werknemers zijn aangewezen op eigen vervoer, omdat Suriname geen consumentvriendelijke en voorspelbaar openbaar vervoer kent. Mensen moeten op de bus wachten in weer en wind.

Particuliere bussen, die het overgrote deel van het openbaar vervoer uitmaken, kennen geen vaste tijden waarop ze langsgaan bij bushaltes. Bushaltes bestaan in Suriname uit een paal van 4 bij 4 duim en een al dan niet aangereden geel bordje waarop het woord bushalte is aangeduid. Daaromheen behoren passagiers met hun paraplu’s, soms in hoog gras, te staan. Er zijn hier en daar bushuisjes gebouwd, die nooit meer dan 10 vierkante meter in oppervlakte zijn. Deze zijn gebouwd door particuliere instanties zoals politieke partijen. Noch TCT, noch de consumentenorganisaties, en nog minder de particuliere bushoudersorganisatie hebben zich inspanningen getroost om het openbaar vervoer van Suriname consumentvriendelijk te maken. Mensen zitten in de Surinaamse bussen, letterlijk zij aan zij en schouder aan schouder aan elkaar. Bij lange ritten valt iemand weleens op de schouder van buurman/buurvrouw in slaap. Er zijn in Suriname geen vaste plekken waar de bus moet stoppen. De Surinaamse particuliere bus kan zo op elke plak stoppen; mensen worden letterlijk voor hun huis afgezet na te hebben gescheld. Als de schel niet werkt dan moet men wel op tijd ‘halte’ schreeuwen. De Surinaamse bussen zijn zwaar verouderd. De meeste bussen dateren uit de jaren ’80. De bushouders hebben hun wagenpark niet kunnen vernieuwen.

Er zijn vanuit TCT geen standaarden gesteld aan het openbaar vervoer. Dat maakt dat het openbaar vervoer van Suriname heel erg onaangenaam en onbetrouwbaar is.

Bussen rijden niet zolang ze niet vol zijn, de klant mag dan laat aankomen maar de chauffeur gaat wachten. Als de bussen op straat rijdende niet vol zijn, dan zal de chauffeur, al stoppende en loerende in de zijstraten naar mensen die naar de hoofdstraat lopen, zijn snelheid omlaag brengen. Een enkele keer zal hij in een zijstraat rijden, dus buiten de route gaan, om lopende mensen op te pikken. Dat maakt dat mensen voor de zekerheid uren van tevoren in de bus zitten en daardoor eerder moeten opstaan en veel later ook thuis aankomen. Het ongemak in de bussen is met corona erger geworden. Er zijn chauffeurs en passagiers die zich niet aan de mohana-regels houden, met name de mondkap en de sociale afstand; de passagier die dat niet op prijs stelt krijgt dan de keuze om dan bij de volgende halte uit te stappen. En dan hebben we het niet over het onveilig rijden op fietspaden en voetpaden.

De regering zet de werknemers die het moeten doen met een laag salaris in een zeer moeilijk parket: de benzine is duur en het openbaar vervoer is een gamble dus geen betrouwbare optie. TCT krijgt in het ordenen van het openbaar vervoer, ook het vervoer op water een diepe onvoldoende. TCT is een wildwest zonder standaarden door de zware politieke inmenging en het niet bestaan van invloeden van technocraten. Als men zelf geen discipline en standaarden kent, zal men het ook niet kunnen opleggen aan anderen. De regering krijgt ook wat betreft de benzine een onvoldoende.

Er zijn leidinggevenden die hun personeel rustig houden met roulatieschema’s onder het mom van corona. Maar het zal niet vol te houden zijn. Het is opmerkelijk dat bij een daling van de prijs van aardolie, de prijs van benzine nooit in Suriname omlaag gaat, maar bij elke stijging wordt de prijs aangepast. De oliemaatschappijen hebben nu geprotesteerd omdat de regering heeft nagelaten om conform de marktprijs, de pomprijzen aan te passen. De oliemaatschappijen hebben daardoor minder gevangen. Suriname is technisch een olieproducerend land, maar dat komt de burger op straat niet ten goede. De profits blijven hangen in het bedrijf bij de werknemers. Dat is een zeer klein deel van de bevolking.

Ongeacht hoe de prijs van de Surinaamse benzine zich verhoudt tot andere landen in de regio, de prijs van benzine drukt zeer zwaar op het loon van de Surinamer. Er wordt in de districten heel weinig werkgelegenheid gecreëerd. Veel mensen reizen meer 20 – 40 kilometer per dag vanuit Wanica, Saramacca, Para en Commewijne naar Paramaribo naar hun werk.  Volgens globalpetrolprices.com is gasoline het duurste in Hong Kong: afgerond USD 2.6 per liter. Bij de vergelijkingen die we hier maken hebben we niet gekeken naar de hoogte van het gemiddelde loon en van het minimumloon. Want, als die behoorlijk hoog zijn (in USD) dan is een hoge benzineprijs niet drukkend op de koopkracht. In de lijst van ca 180 landen staat Suriname op no. 28, dus behoren we tot de top 30 landen met de goedkoopste benzine (0.7 USD per liter). Alleen Haiti heeft goedkopere gasoline in de Caribbean: 0.5 USD. Na ons volgen Trinidad (0.8 USD), Guyana (1.0 USD), Jamaica (1.3 USD), Curaçao (1.3 USD), Aruba (1.4 USD), Bahamas (1.4 USD), Belize (1.6 USD) en Barbados (2.0 USD).   Kijken we naar de minimumlonen dan zien we dat die veel hoger zijn zoals Bahamas USD 5.25 per uur, Barbados USD 4.25, Trinidad 2.20, Belize USD 1.65  en Jamaica 1.31. In Suriname is het minimumloon USD 0.33 per uur en zelfs die van Haïti is met USD 0.43 hoger. In Hong Kong is het minimumloon USD 4.80 per uur.  

error: Kopiëren mag niet!