Niet liegen meneer …

Het is niet of/of maar en/en

‘Niet liegen meneer Sieuwnath, mangrovebossen zorgt alleen ervoor dat het kustgebied niet zal afkalven, maar zal nooit fungeren als een dijk die tegen de stijging van de zeespiegel zal aangaan. Dus een dijk voor de kust is de enige oplossing’, staat als reactie op een bericht in de krant met als kop “Sieuwnath Naipal: “Mangrovebossen vormen een levende dijk”. Een andere reactie luidt als volgt: “Zonder permanente solide golfbrekers is het water naar zee dragen.” En ook: “Bepaalde mensen gaan tot hun dood geld hiermee verdienen en het probleem is niet opgelost”.

Wij voelen aan waarom deze reacties gegeven worden op een bericht waarbij de professor aangeeft dat hij met bamboeconstructies, landaanwas en het planten van mangrove, Suriname kan beschermen, maar tegen wat? In het artikel wordt gesproken over ‘kustverslindende golven’ verzwakken, ‘sediment om mangrove te planten’, ‘aanpak van de kust’ vanaf 2015 door AdeKUS, ‘enhancing …coastal ecosystem’, ‘bescherming van de mangrovebossen’, ‘een levende dijk met heel veel goederen en diensten’ en ‘vastleggen van co2’. De prof praat niet over de Surinaamse mens, we weten niet wat zijn gevoel is over de Surinamers die dreigen permanent onder water te lopen. We lezen de prof ook niets zeggen over zeespiegelstijging. In elk geval blijkt niet dat zijn concern de Surinaamse mens is die een Surinaamse nationaliteit heeft en dus niet gemakkelijk het vliegtuig kan pakken om dan wortel te schieten in een welvarend land.

We betreuren het dat de prof praat over ‘dode betonnen dijken die te zijner tijd toch in de kleibodem wegzinkt’; dat hij niet gelooft in een oplossing van dijken met natuurlijke oplossingen gecombineerd. We herhalen weer hier het tv-optreden van Naipal en een Nederlandse collega op bezoek. Door de programmamaker is op STVS gevraagd aan beide deskundigen wat de oplossing is van de zeespiegelstijging waarvan Suriname potentieel slachtoffer kan worden. De Nederlandse collega had 2 seconden nodig voor het antwoord: dijken. De vraag rijst of we personen met een vreemde nationaliteit die bij het stijgende water gemakkelijk het vliegtuig kunnen pakken, moeten vertrouwen met dit vraagstuk van leven, verzuipen en de dood.

We merken dat de wetenschapper praat over zaken die in zijn straatje passen en dat heeft te maken met ecosystemen, projecten die uitgevoerd worden met buitenlands geld en wetenschappelijk onderzoek en research waarmee de professor zijn cv kan sieren. Het levensbedreigende probleem in Suriname is voor de Surinamers en de wetenschapper pleit voor vissen, vogels en andere dieren en planten in het ecosysteem. Het een is inderdaad met het ander verbonden, maar Suriname, de Surinaamse landbouwgronden en woongebieden en de Surinaamse mens blijken geen prioriteit te zijn. Als het anders is dan moet men het een keer uitleggen. Het kan ook zijn dat we deze prof niet begrijpen. Het kan zijn dat we denken de prof praat over de bescherming van Suriname tegen zeespiegelstijging, terwijl hij alleen praat over het beschermen van vissen en vogels. Want men praat niet over zeespiegelstijging.

We vinden het ook vreemd dat Naipal praat over dode dijken, maar zijn huizen, bruggen en ziekenhuizen ook niet gebouwd met dood materiaal? Zijn de vliegtuigen waarmee buitenlanders terugvliegen naar hun thuishaven wanneer de Suriname bodem onder hun voeten te heet wordt, ook niet gemaakt van dode materie? De interesse van de prof schijnt meer te liggen in een experiment waarmee men wereldwijd beroemd kan worden. Daarbij kan een bijzaak zijn dat Suriname ervan profiteert, maar het wetenschappelijk doel kan afgebakend zijn. Het kan zijn dat men erin slaagt om met innovatie dode ecosystemen te rehabiliteren, te recreëren en zelfs te verrijken. Maar, het kan dat omdat anderen die wel voor de dijken moeten zorgen, daar niet voor zorgen omdat ze de prof niet goed begrijpen of ervan uitgaan dat hij het over zeespiegelstijging had. Biologische wetenschappers zijn weleens principieel vijanden van infrastructurele werken, zoals dijken, waterkrachtcentrales, wegen en bruggen. Niet verwonderlijk omdat deze werken een prijs hebben: het bos moet wijken, dieren moeten verhuizen, ecosystemen raken verstoord.

De vraag rijst of Suriname, die in de top 5 staat van de ontwikkelingslanden aan zee die bedreigd worden door de zeespiegelstijging, zich de luxe kan permitteren om vijandig te staan tegenover dode dijken. Stelt de prof ons niet op de proef in de veronderstelling dat wij het toch beter weten en niet in zijn ‘hari’ zullen gaan? Wij vrezen dat Surinaamse beleidsmakers in de ‘hari’ van de prof kunnen gaan en het belang van dijken zullen veronachtzamen. Die keus is gemakkelijk te maken voor landen met en weinig kapitaal en een gebrek van de traditie van lange-termijn-planning. Suriname voldoet aan beide kwalificaties. We zien dat men bezig is met buitenlandse organisaties en donoren die niet als primaire concern hebben, de redding en bescherming van Suriname en Surinamers tegen het ophogende zeewater.

Naipal kan met zijn wetenschappelijk onderzoek bezig zijn en het kan een tijdelijke oplossing zijn tegen landverlies en kustafslag. Maar het zou anationaal en volksvijandig zijn indien dijken tegen het groter gevaar (de zeespiegelstijging) noodzakelijk blijken/blijven en de vorming van de intenties tot dijken wordt gefrustreerd en beleidsmakers en de bevolking in de war raken. Het zou een kwalijke zaak zijn als dat zou gebeuren. Surinaamse beleidsmakers moeten alert zijn en beseffen dat we een heersend probleem hebben van kustafslag (naast landaanwinst) en een dreigend groter probleem van zeespiegelstijging dat een groter deel van Suriname ongeschikt kan maken voor bewoning en bewerking.

We hebben deze opmerkingen gemaakt, de bedoeling is niet om persoonlijk tegen iemand bezig te zijn. Wij denken dat Suriname en de Surinamers centraal moeten staan. Dat gevoel en de overtuiging hebben we niet van de zaken waarmee men bezig is aan de kust.        

error: Kopiëren mag niet!