Uit het dagboek van een consument: “Ik doe het met heel mijn hart”

De uitdrukking: iemand op water en brood zetten, doet mij aan gespuis in de gevangenis, aan een strafmaatregel denken voor mensen die het verkeerde pad zijn opgegaan. Laatst kwam ik binnenvallen bij ondernemer Manodjkumar Sahai. Ik trof hem aan in de gebedsruimte van zijn woonhuis annex distributiebedrijf. Een heerlijke aroma prikkelde mijn neus. In de keuken waren meerdere personen bezig om een maaltijd te bereiden.

Dak- en thuislozen

Wie is jarig? Is er een feest? Vroeg ik. “Neen wij bereiden elke zaterdag maaltijden voor dak- en thuislozen”. Het verwonderde mij, dat de er met zoveel zorg voeding werd bereid voor personen die afgegleden zijn. Dat is geen water en brood dacht ik. Er was Surinaamse kip in de pan. Behalve een maaltijd krijgen de zwervers sap en water.

Ik ken die luxe niet

Een werknemer merkte op: “Nog beter dan mij thuis. Want ik kan mij gezien de moeilijke tijden de luxe niet vaak permitteren. Zelfs zoute vis met rijst kan ik mij nauwelijks veroorloven. Maar meneer Sohai is zo.  Hij zal niemand iets aanbieden dat hem niet zelf smaakt.” 

Zonder peper

Ik moest aan apostel Carlo Lansdorf van Stichting De Stem denken, die al decennia alcohol- en drugsverslaafden rehabiliteert. Van hem weet ik, dat er geen peper en sterke kruiden in het eten van de verslaafden wordt gedaan, want het werkt negatief op het genezingsproces.

Brutaal

Van andere organisaties en personen die zich over drugsverslaafden ontfermen weet ik, dat de zwervers soms brutaalweg vragen naar sap als er hun water aangeboden wordt. Ik stel me voor, dat de zwervers die door Sahai worden bediend bij hem in de rij staan.

HD

error: Kopiëren mag niet!