Feydrasi Fu Afrikan Srananman: “We moeten werken aan eenheid”

Het is tijd om niet meer in hokjes te denken, maar nationaal te werken aan de variatie van de bevolkingssamenstelling, ook wel ‘bromki dyari’ genoemd. De voorzitter van de Feydrasi Fu Afrikan Srananman, Iwan Wijngaarde, laat in verband met Dag der Marrons weten, dat wij in Suriname moeten afstappen van oude concepten, die geworteld zijn in ons koloniaal verleden en nog steeds doorwerken anno 2021.

“De verdeel en heers moet verdwijnen en we moeten werken aan eenheid.” Wijngaarde is voorstander van een nationale benadering zodat de gevarieerdheid van de Surinaamse samenleving tot uiting komt. Hij benadrukt, dat 10 oktober belangrijk is voor Suriname. Het is een bijdrage tot natievorming door het verzet, ruim 260 jaar geleden. Toch merkt hij nog dat er verdeeldheid is. “De stammen zijn verdeeld in rivieren.” Hij noemt naast de Marowijne-, ook de Suriname-, Saramacca- en Coppenamerivier.

Niet allemaal tegelijk
Daarom licht hij toe, dat de traktaten naast voordelen ook voor nadelen hebben gezorgd. “De vrijheid met de stammen is niet in een keer in zijn geheel tot stand gekomen, maar is in zes delen achtereenvolgens gerealiseerd.” Hij wijst erop, dat de ene stam een ander moment van vrijheidsviering heeft dan de andere. “Hierdoor hoor je dat de een zegt, dit is absoluut niet mijn dag”, licht Wijngaarde toe.

Voor de totstandkoming van de traktaten werd op de weggelopen slaven gejaagd. De afspraken met de koloniale overheid brachten een zekere mate van rust, maar Wijngaarde wijst erop, dat die toenmalige overheid de afspraken in eigen belang maakte. “Vrijheid kwam niet met iedereen in een keer tot stand, want als je dat doet dan bestaat de kans dat men massaal tegen je in opstand komt”, licht de voorzitter van de Feydrasi toe. De koloniale overheid koos dus voor een andere strategie. “Dat heeft voor veel ellende gezorgd, zowel in het Noord-Oosten als in het Zuid-Westen van Suriname.” 

De spanningen die hiermee gepaard gingen hebben ertoe geleid, dat maar liefst twee opperhoofden het leven verloren. Een in het Noord-Oosten, de andere in het Zuid-Westen van Suriname.

Boosdoener

Wijngaarde mijmert over de offers die zijn gebracht, maar wijst de verdeel- en heersstrategie als grootste boosdoener aan. “Vandaar het project Pardon en Heling.” Vanwege het feit dat de effecten van de verdeel en heers nog steeds hun uitwerking hebben op de samenleving. Via het project wordt gestreefd naar betere onderlinge verhoudingen. Wijngaarde zegt met nadruk, dat zijn organisatie praat om zaken te helen en niet om zaken die gevoelig liggen extra uit te vergroten. “We gooien geen olie op het vuur.” “Gesprekken zijn nodig, maar ook moeten we gezamenlijk werken en achterstanden doen verdwijnen” aldus Wijngaarde.

RB 

error: Kopiëren mag niet!