Nederland verplicht tot uitvoering Slavernijherstel- en Verzoeningsprogramma in Suriname

Er is de afgelopen dagen een zeer interessant bericht verschenen in de Guyanese en de Surinaamse media over herstelbetaligen. De Guyanese president heeft opnieuw bevestigd dat hij zich zal inzetten om internationale herstelbetalingen te krijgen voor de misdaad van Afrikaanse slavernij. Ali was heel helder en gaf aan dat de herstelbetalingen verder moeten gaan dan een verontschuldiging. We hebben op 1 juli een halve gare situatie gehad in Nederland waarbij de burgemeester van Amsterdam namens de stad verontschuldigingen heeft aangeboden voor de slavernij en het in slavernij houden van mensen gedurende meer dan 300 jaar. Het was onduidelijk aan wie de verontschuldigingen waren bedoeld, want het was niet exact geaddresseerd. Wie de schoen paste mocht hem aantrekken en daarmee heeft de betrokken politicus ons allemaal een poets gebakken. Want waneer je sorry zegt, dan spreek je degene tegen wie je sorry zegt ook uitdrukkelijk aan…zodat we elkaar dan in de ogen kunnen aankijken en de verzoening en de heling kunnen beginnen. Erger nog, het bleek dat de sorry uitgesproken was naar aanleiding van een dialoog-rapport dat door een commissie was uitgebracht. Opvallend is dat in de dialoog het grootste deel van de nazaten van de tot-slaaf-gemaakten erbuiten is gelaten, namelijk de burgers van Suriname. Hierover hebben we onze verontwaardiging uitgesproken. Het is dus duidelijk dat noch de stad Amsterdam en noch minder de Staat der Nederlanden en het Koningshuis bereid zijn om te erkennen dat de slavernij die pas in 1873 werd afgeschaft (na de verlengingsperiode van het Staatstoezicht), nog steeds diepe lidtekens vertoont in Suriname en de Surinaamse samenlevingen. Een voorbeeld is recent gezien van het zwarte racisme dat in Amsterdam onze ‘koelie’ president te beurt viel. Dat is een voorbeeld dat de ketens niet alleen lagen aan de armen en benen, maar vooral aan de hersenen. De mentale slavernij heeft het zaad geplant van het zeer welig tierende onkruid van ‘verdeel en heers’. Zowel de nazaten van de slaven als die van de contractarbeiders zijn in mindere of meerdere mate nog steeds slachtoffers van zowel de slavernij als contractarbeid. Maar de lidtekens van de slavernij zijn veel dieper, waarschijnlijk omdat de tot-slaaf-gemaakten hun identiteit is ontnomen. Daardoor kan een afkeer ontstaan tegen zichzelf en anderen. De gevolgen van de slavernij zijn te vinden in de nog voortbestaande vormen van mentale slavernij, zoals verslaving aan de westerse consumptiegoederen, zoals de verslaving aan merkproducten. Maar het gaat ook om de afkeer tegen activiteiten in de productiesector zoals in de agrarische sector. De armoede die in Suriname wordt beleefd dateert uit de slavernijperiode. We verwijzen dan naar de krotten en de verkrotting. Paramaribo is vol en de ruimte is in de districten. Maar de armoede in Suriname is ook gerelateerd aan de zwakke economie die gebaseerd is op monocultuur. Noch de Surinaamse cultuur, noch het Surinaamse bestuur en ook niet het onderwijs is gebaseerd op produceren en ondernemen. Politieke partijen die lang hebben geregeerd en een sterke basis hadden in de gemeenschappen met de nazaten van de slaven, hebben niet kunnen zorgen voor een mind shift van consumptie naar productie. Werkgelegenheid werd geschapen in de ambtenarij, maar een cultuur van ondernemen en productie werd niet gestimuleerd. In Suriname moet een Slavernijherstel- en Verzoeningsprogramma worden uitgevoerd met middelen uit de economie die geprofiteerd heeft van de slavernij. Omdat de nazaten van de slaven samen met andere groepen die niet behoorden tot de uitbuiters maar ook tot uitgebuiten, wonen en werken en ook struggelen, kunnen programma’s heel moeilijk alleen gericht worden voor de nazaten van de slaven. Maar het zal zo zijn dat bepaalde aspecten uit het programma relatief meer tot profijt zullen zijn van de nazaten dan tot andere groepen. We moeten echter waken dat door het uitvoeren van programma’s verdere verzuiling van de samenleving ontstaat. Een programma moet zijn het grootscheeps opzetten van woningblokken in de krottenwijken en de volksbuurten van Paramaribo. Het moet gaan om aangename woningblokken niet volledig naar het model van Nederland, omdat Suriname een tropisch land is. Dus alle appartementen moeten een ruim balkon hebben. Nederland kan als vorm van van herstelbetaling woningblokken in Suriname bouwen met in totaal 70.000 appartementen. Een bijdrage waar de uitbuiters ook kunnen doen is in de gezondheidszorg: door het uitbreiden en renoveren van ziekenhuizen in Suriname, het decentraliseren van de zorg (dus ook hospitalen in het zuiden en oosten van het land) en het beschikbaar stellen van specialisten die naar Suriname worden uitgezonden. Een ander aspect moet zijn een complete vernieuwing van het onderwijs, waarbij moderne scholen worden gebouwd, corricula worden geschreven (versirinamiseerd) en het onderwijssysteem wordt hervormd op de voet waarop minister Levens bezig is, compleet met training en bijscholing van onerwijzers. En een laatste voorbeeld van het Slavernijherstel- en Verzoeningsprogramma is het aanpakken van de infrastructuur in Suriname, onder andere waardoor het land niet steeds onder water loopt. Verder kunnen musea en monumenten worden opgezet. Ook de Surinaamse president moet zich hierover uitspreken en zich inzetten voor de Verklaring en het Actieprogramma van Durban. De pogingen om de relatie met Nederland te herstellen moet ons niet weerhouden om herstelbetalingen aan Suriname te eisen.   

error: Kopiëren mag niet!