President Santokhi: ‘We moeten nooit meer slavernij hebben’

“Wij hebben allemaal een slavernijverleden, maar wat we nimmer moeten vergeten is, dat we nooit meer slavernij moeten hebben. Ook geen nieuwe vorm van slavernij”, aldus president Chandrikapersad Santokhi zaterdag 11 september tijdens een kransleggingsceremonie bij het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark in Amsterdam ter herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Nederlands Koninkrijk.

Het staatshoofd zei ook, dat er ook bevrijding moet komen in de geestelijke slavernij. “Er moet geen slavernij zijn door de koloniale meesters, maar ook geen slavernij van onze eigen broeders en zusters. Onze voorouders hebben strijd geleverd tegen de slavernij en voor vrijheid. Die strijd gaat door.”

Het emancipatieproces in Suriname is volgens de president wel goed op gang gekomen. Zo noemde hij als voorbeeld zijn unieke kabinet waarin een vicepresident en Assembleevoorzitter uit de marrongemeenschap. Natieversterking is het beleid van de regering.

Om het binnenland tot ontwikkeling te brengen is de regering al bezig gemeenschappen te voorzien van zonne-energie. In de planning zijn ook opgenomen het openen van een middelbare school in de districten Marowijne en Para. Verder staat op de agenda het grondenrechtenvraagstuk voor de binnenlandbewoners.

“We zullen hard werken om die inhaalslag te maken zodat onze marron broeders en zusters kunnen genieten van nieuwe kansen in het binnenland. Dit alles doen we step by step. Er is een eerste stap gezet, doordat de burgemeester van Amsterdam excuses heeft aangeboden, maar wij moeten verder gaan”, aldus president Santokhi.

Hij heeft overigens zaterdag een ontmoeting gehad met de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema:

De herdenkingsceremonie was georganiseerd door de Stichting Instituut voor Multiculturele Dienstverlening (SIMUD) in samenwerking met het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee).

Linda Nooitmeer, voorzitster van NiNsee, zei dat de kranslegging ervaren wordt als een terecht eerbetoon aan de slachtoffers van de Trans- Atlantische slavernij. “Dit eerbetoon mag geïnterpreteerd worden als ondersteuning van de inspanningen van NiNsee om excuses op nationaal niveau te verkrijgen en erkenning van de doorwerking van dit slavernijverleden te bewerkstelligen. Een andere opgave is het bewerkstelligen van reparaties.  Reparaties van datgene dat tijdens de slavernij kapotgegaan is en wel in de vorm van investeringen in die gemeenschappen die geraakt zijn door de slavernij. Maar, die er ook voor kunnen zorg dragen dat het speelveld eindelijk gelijk wordt zodat ook de nazaten van de tot slaaf gemaakte onderdeel kunnen worden van de bromtije djari. We zijn goed op weg, maar er is nog een lange weg te gaan. We zijn bijzonder verheugd, dat we de president als medestander in dit geheel mogen hebben”, zo sprak Nooitmeer.

error: Kopiëren mag niet!