Coöperaties: de meest onderschatte productiestructuur van Suriname

Meer dan 12% van de mensheid is deel van de 3 miljoen coöperaties in de wereld. De grootste 300 coöperaties hebben een jaarlijkse omzet van 2.146 miljard USD per jaar volgens de World Cooperative Monitor (2020). Vandaag 3 juli wordt de Internationale Dag van Coöperaties gevierd onder het thema: “Samen beter opbouwen”. Coöperaties zullen over de hele wereld laten zien hoe ze de covid-19 pandemie die ook een economische crisis veroorzaakt, met solidariteit en veerkracht het hoofd bieden en zorgen voor herstel. Op het gebied van gezondheid, landbouw, productie, detailhandel, financiën, huisvesting, werkgelegenheid, onderwijs, sociale diensten en vele andere gebieden waar coöperaties worden gevonden, blijven de meer dan een miljard coöperatieleden wereldwijd bewijzen dat niemand een crisis hoeft te doorstaan zoals de pandemie op zich. In Suriname heeft door corruptie die door de politiek is aangestuurd en door infiltratie in coöperatiebesturen, de coöperatie een ietwat aangetast imago. Er zijn zo landbouwcoöperaties geweest die de landbouw in hun gebied niet hebben gestimuleerd, maar zich alleen hebben toegelegd op het verdelen, verkopen en herverkopen van grond. Coöperaties zijn het model om de agrarische productie in Suriname ter hand te nemen met de nadruk op de kleine en de middelgrote ondernemingen. Er zijn in Suriname geen instituten die effectief en efficiënt de oprichting van coöperaties bevorderen. Vooral in de productiesectoren, op het platteland en het binnenland en niet alleen voor vrouwen en jongeren maar ook voor mannen, kunnen coöperaties worden gebruikt om mensen de productie in te krijgen. In Suriname is een autoriteit noodzakelijk om coöperaties te bevorderen. De coöperatie is een mensgericht bedrijfsmodel, ondersteund door de coöperatieve waarden van zelfhulp en solidariteit en de ethische waarden van sociale verantwoordelijkheid en zorg voor de gemeenschap. Coöperaties kunnen ongelijkheid verminderen, zorgen voor verdeling van de welvaart en ook reageren op de onmiddellijke gevolgen van covid-19. De Dag van de Coöperaties is officieel uitgeroepen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op de honderdste verjaardag van de Internationale Coöperaties Associatie in 1995. De Internationale Dag van de Coöperaties jaarlijks wordt gevierd op de eerste zaterdag van juli. In Suriname kunnen coöperaties opgericht worden voor verschillende vormen van landbouw, de verschillende vormen van veeteelt, bijenteelt en de vormen van visserij. Maar ook in de mijnbouw, in het toerisme en in de volkswoningbouw kunnen coöperaties worden opgericht. De meest succesvol zijn in Suriname de kredietcoöperaties, waarvan enkele zelf uitgegroeid zijn tot en de status hebben van banken. Het minst succesvol zijn de landbouwcoöperaties, en dat komt door het onderlinge wantrouwen tussen de producenten in de verschillende subsectoren. Men is eerder vijand en concurrent dan lotgenoot en partner. 

De coöperatie (co-op) is een vorm van zelforganisatie van producenten, verbruikers of werknemers, gericht op het vergroten van economische macht en het behalen van schaalvoordeel. Coöperaties hebben een belangrijke rol gespeeld in de economische emancipatie van grote groepen van de bevolking, vooral rond de eeuwwisseling van de 19de naar de 20e eeuw. Via de coöperatie konden producenten (vooral boeren in Europa, Azië en Latijns Amerika) en consumenten zich verenigen en zo gezamenlijk doelen bereiken die voor elk individu onbereikbaar zouden zijn geweest, vooral op het gebied van investeringen. Dit geldt in minder mate voor Suriname en de oorzaak is corruptie. Misschien is het meest tekenend de moord op de voorzitter van een landbouwcoöperatievoorzitter in Wanica die landbouwgronden die hij onder zijn beheer had, tegelijk aan meerdere kopers verkocht. Door een koper werd hij doodgekapt. De regering heeft coöperaties decennialang verwaarloosd en er zijn geen ngo’s die het vacuüm hebben opgevuld.  Wereldwijd zijn er heel veel  coöperaties actief. In 1760 werden reeds coöperatieve meelfabrieken geopend in Woolwich en Chatham (Engeland). De arbeiders waren eigenaren van de fabriek en konden niet alleen meel, maar ook brood, boter en zelfs thee en suiker van de fabriek kopen. Robert Owen (1771-1858) werd door het idee geïnspireerd. In 1816 stelde hij aan het Britse parlement voor coöperatieve gemeenschappen op te richten. Dit leidde weer tot de oprichting van het tijdschrift “The Co-operator”, dat instructies bevatte voor het oprichten en besturen van een coöperatieve gemeenschap. Die coöperatieve gedachte lag naast de winkels in 1867 ook ten grondslag aan de oprichting van een woningbouwvereniging in de Engelse plaats Rochdale. In Suriname klaagt de helft van de bevolking over woningnood, maar door onderontwikkeling en asociaal gedrag zijn deze mensen aan de onderlaag van de samenleving nooit gekomen tot woningbouwcorporaties. Men ziet in Nederland hoe het allemaal merkt, maar de Surinamer die daar woont en zogenaamd begaan is met het lot van zijn broeders hier, moet nog geboren worden die hier het model als (ervarings)deskundige implanteert. De deskundigheid over allerlei soorten coöperaties is er zat in de wereld, maar de regeringen hebben het initiatief overgelaten aan de burger. En die is zodanig onderontwikkeld dat die zich niet kan behelpen. 

error: Kopiëren mag niet!