Keynesiaanse economie en Keti Koti roes in Suriname

De Keynesiaanse theorie leert, dat de overheid vastgelopen economieën met kapitaalinvesteringen kan vlottrekken. Welke hoop gloort bij de roes van de nationale Keti Koti viering van 1 juli? Met de goedgekeurde herstel- en begrotingsplan verlieten 3 ministers voor een bliksembezoek aan Nederland. Blijkbaar met de keynesiaanse theorie in gedachte, dat grote kapitaalinvesteringen de kapotte economie in Suriname weer vlot zal trekken. Einstein leert, dat problemen ontstaan met de gedachten, niet met die kunnen worden opgelost. Met deze wijsheid kijk ik naar Keti Koti vieringen.

Visionaire keynesianen

De premiers J. den Uyl en H. Arron; foto maxvandaag.nl

Een bekende Nederlandse econoom schreef in juni 1999, dat de situatie in Suriname slechts de evolutie is van wat aan de vooravond van de onafhankelijkheid werd voorspeld. Het komt erop neer dat bestuurlijk onvermogen in Suriname het land jaren de das omdoet. Wat is er aan de hand?  Met hun diepe overtuigingen legden twee PvdA keynesianen Joop den Uyl en zijn partijgenoot Jan Pronk in het regeerakkoord Keerpunt ’72 vast, dat Nederland van Suriname af moest. De patriotten, toen geleid door de pas gekozen premier Henck Arron en Eddy Bruma, werden snel wijsgemaakt dat hun vastgelopen economie met grote sommen geld kon worden vlot getrokken. Maar niets bleek minder waar te zijn. Vijf jaar na 25 november 1975 was er een staatsgreep nodig om het regiem Arron omver te werpen. Het losgekomen sommen geld was letterlijk in de jungle gedumpt. De srefidensie bleek geen Keti- Koti -werkelijkheid te zijn geworden. De grote meerderheid van het Surinaamse electoraat was toen niet eens met de opgedrongen datum van de srefidensie. Dat ontaarde zich in heftige protesten in Nederland en Suriname.

Zij die gaan sterven groeten u

Voor de rondetafelconferentie in het najaar 1974 te den Haag was de Surinaamse oppositie naar Nederland afgereisd om haar verzet in de Tweede Kamer te laten horen. Daarbij werden de grieven van de meerderheid vooral door VHP-parlementariër Alwin Mungra luidt vertolkt: Zijn woorden waren:” Zij die gaan sterven groeten u”. Hijzelf mocht het helaas niet lang maken om de ellende zelf te zien. Toen na twee jaar van de gewelddadige coup van 25 februari 1980 onder leiding van D. D. Bouterse op 8 december 1982 zestien vrijheid strevende intellectuelen werden vermoord, begaven de keynesianen Pronk en Den Uyl zich met tranen in de ogen naar de Mozes en Aäron-kerk om daar hun leedwezen te betuigen. Zo konden ze de profetie van Mungra als werkelijkheid nog meemaken.

Zonder ontwikkelingshulp een narcostaat

De tol van een opgelegde onafhankelijkheid werd door Suriname duur betaald. Alsof op 8 december 1982 niet genoeg werd vermoord volgde weer een slachtpartij in te Moiwana. Ronny Brunswijk had namelijk de wapens gepakt om zijn ex- baas Bouterse vanuit het binnenland te bestrijden. Inmiddels was die bezig zijn narcostaat te versterken om de geblokkeerde geldstroom met drugsinkomsten op te vangen. Kennelijk was dat voor Nederland geen probleem, want haar drugsbaronnen boerden er goed bij. Na voorzichtige onderhandelingen onder leiding van mr. J. Lachmon werd in 1987 het  “staakt- het – vuren” tussen Brunswijk en Bouterse bereikt, waarbij ook een akkoord over herstel van democratie tot stand kwam.  Met tussenposen mochten 3 democratisch gekozen regeringen het land besturen. De fouten in de grondwet werden niet hersteld. En dat werd de doorn in het vogelnest. De narcostaat Suriname was hard op gang gekomen en de regeringen konden het niet stuiten.

Democratisch benoemde president Bouterse

Intussen was ruim  drie miljard Nederlandse guldens  ontwikkelingshulp bijna verdampt en de tweede regering Venetiaan moest na de verkiezingen van mei 2010  plaatsmaken voor de populistische coupleider D. D Bouterse als president.  Ofschoon onder zijn leiding de narcostaat tot grote hoogten werd getild kon hij in coalitie met zijn eerdere vijanden Ronny Brunswijk en de Pl- leider Paul Somohardjo het land nog 5 jaar beheersen. Naast de narco- inkomsten werd met hoge buitenlandse leningen pleziergemaakt en zelfs grote bedragen uit het geleend geld onderling verdeeld. Al voor de verkiezingen van 25 mei 2020 kondigde Bouterse aan, dat hij de presidentiële stoel nog lang niet zal verlaten. Hij rekende op grote winst bij deze schijndemocratie door een goed doortimmerd plan van verkiezingsfraude in te zetten. Zelfs zo dat zijn pas overleden kleinzoon Walter Bouterse tijdens de tellingen van de stembiljetten door Ronny Brunswijk op  heterdaad werd betrapt op het stelen van dozen met ongetelde stembiljetten uit NIS. Het mocht niet baten. Echter zijn rol is nog lang niet uitgespeeld. Suriname dankt de rampspoed aan zichzelf.

Drs. Shardhanand Harinandan Singh

[email protected]

error: Kopiëren mag niet!