Keti Koti-boodschap van districtscommissaris Bhola van Paramaribo Noord-Oost

‘Door omstandigheden is het ook dit jaar niet mogelijk om 1 juli 2021 als Manspasi Dey groots te vieren. Dit biedt de mogelijkheid om aan deze belangrijke dag voor de volle honderd procent aandacht te besteden in de vorm van bezinning’, aldus districtscommissaris Ricardo Bhola van Paramaribo Noord-Oost ter gelegenheid van 1 juli.

Op 1 juli 1863 werden de tot slaafgemaakten door de koloniale machthebbers in vrijheid gesteld. Althans er werd een aanvang gemaakt daartoe. Een van de grootste problemen voor de ex-kolonisator was de vraag wat er zou gebeuren bij de afschaffing van de slavernij. Zouden alle slaven massaal naar Paramaribo trekken en de plantages verlaten? Wie zouden dan de plantages bewerken? De oplossing voor dit probleem vond de kolonisator in het instellen van de periode van het Staatstoezicht. 

‘Gedurende de koloniale periode zijn er ruim 500.000 personen uit Afrika naar ons land gebracht. In 1863 waren dat 33.000. We praten dan niet over de tot slaafgemaakten, die de plantages reeds lang ontvlucht waren en die zich gevestigd hadden langs de rivieren van waaruit ze tot aan de afschaffing van de slavernij flink strijd voerden tegen de plantage-eigenaren en soms zelf met het koloniale leger. Deze pioniers hebben op moedige wijze gestreden tegen wrede onderdrukking, overheersing en uitbuiting. Ze hebben er niet voor geschroomd in opstand te komen tegen de mensonterende omstandigheden waaronder zij moesten wonen en werken. Ook de tot slaafgemaakten in stad en op de plantages hebben op verschillende manieren strijd geleverd tegen onrecht. We kijken vol trots en bewondering terug naar de moedige strijders’, aldus Bhola.

Hij zegt verder, dat in de jaren na 1863 door de kolonisator duizenden contractarbeiders vanuit Azië werden gebracht. Die moesten onder onmenselijke omstandigheden arbeid verrichten. Ook zij hebben zich hiertoe verzet en strijd geleverd. Vele van hen hebben toen gekozen om in Suriname een voortbestaan op te bouwen. De pioniers van toen hebben onder bijzonder uitdagende omstandigheden een goede toekomst opgebouwd voor hun kinderen en kindskinderen.

‘Vandaag de dag staan wij weer voor uitdagingen. Het is dan gepast om op deze dag, de dag van 1 juli, die bij wet is vastgelegd als de ‘Dag der Vrijheden’ inspiratie te putten uit de offers van onze voorouders. Manspasi Dey is een Nationale feestdag. Een dag voor elke Surinamer, ongeacht ras, geloof, cultuur en taal. De dag van 1 juli is een uniek moment om als nazaten van tot slaafgemaakten en contractarbeiders, gezamenlijk terug te kijken naar een verleden, waaruit wijze lessen geleerd en toegepast kunnen worden. Een van deze wijze lessen is dat wij ons als een multi-etnische samenleving niet ervoor moeten lenen om onderling tegen elkaar uitgespeeld.’

‘Laten wij ons nationaal opstellen op deze dag’

‘Laten wij ons nationaal opstellen op deze dag. Laten wij vooral voor het nationaal belang waar volksgezondheid centraal staat deze dag anders doorbrengen. Laten wij de maatregelen stipt na volgen. Ik roep vooral eenieder op, om in het belang van land en volk zichzelf te laten vaccineren. Dan kunnen wij hopelijk, bij een hoge vaccinatiegraad, volgend jaar al weer gezellig feesten op het Onafhankelijkheidsplein, in de Palmentuin en aan de Waterkant. De districtscommissaris kijkt reikhalzend uit naar die dag waar eenieder weer vrijelijk verwelkomd kan worden in het hart van Paramaribo. Laten wij onze bijdrage daartoe leveren.’

‘Laten wij op deze dag bidden voor het land, voor overwinning op het coronavirus, voor onze leiders en dat het uiteindelijk goed gaat met Suriname’, luidt zijn oproep tot slot, bijna aan het einde van de dag.

error: Kopiëren mag niet!