Mildred Caprino over 1 juli: “Trommelen in de stad was verboden”

Op 1 juli wordt de afschaffing van de slavernij in Suriname gevierd en herdacht. Ondertussen is de afschaffing van de slavernij in de VS nu ook een nationale vrije dag. Historica Mildred Caprino ziet dit als een goede ontwikkeling. Ook in Nederland is er aandacht voor dit onderwerp. Recentelijk werd nog in het Rijksmuseum in Amsterdam een tentoonstelling gewijd aan het slavernijverleden. Caprino zegt dat dit vermoedelijk ook komt door de druk vanuit de samenleving.

Zij noemt de dag van de afschaffing van de slavernij in eigen land allereerst voor de Afro Surinamers een gedenkwaardige dag, omdat hun voorouders 350 jaar lijfelijke onderdrukking op de meest gruwelijke manier hebben moeten ondergaan.

Na de lijfelijke onderdrukking, door de afschaffing van de slavernij in 1863, vond een nieuw proces plaats en dit systeem was goed doordacht. Volgens Caprino werd het land ingericht om de vrijgekomen slaven te knechten, in economisch, maatschappelijk en cultureel opzicht. Zo mocht in Paramaribo niet ‘getrommeld’ worden. “Trommelen was verboden en alleen mogelijk in de achterbuurten of buiten de stad terwijl het een betekenis had van boodschappen overbrengen, van oproepen en afwenden, maar in de stad had men daar geen verstand van, dus werd het verboden”, vertelt Caprino.

Ook de godsdienstbeleving was beperkt. Het winti geloof kon niet beleden worden. En op maatschappelijk gebied was het eveneens kommer en kwel. “Er was geen creatie van werkgelegenheid. Daar was niet aan gedacht.” De vrijgekomen mens moest maar zelf zien hoe het eigen leven in te richten. De historica wijst erop, dat bij het herdenken er ook ruimte moet zijn voor feest, maar daarbij moet ook aan de dag van morgen gedacht worden. 

Niet beperkt tot een bevolkingsgroep

1 juli is niet alleen van toepassing op een bevolkingsgroep. Elke bevolkingsgroep, de inheemsen uitgezonderd, zijn niet vrij naar Suriname gekomen. Ook wijst zij erop dat kinderen deze memorabele dag samen vieren op school. “Kleuters maken samen Anisas van krantenpapier.” De jeugd is onbevangen, maar op oudere leeftijd zien ze zaken vaak onder invloed van ouderen, door een andere bril.

Elke bevolkingsgroep heeft in Suriname onderdrukking gekend. Ook nu nog doolt wereldwijd het ondrukkingsvirus nog rond, maar Caprino kijkt bij voorkeur naar de kromme zaken in de eigen ‘bromkidyarie’. Want hier is er nog veel huiswerk. 

De lijfelijke slavernij mag dan zijn afgeschaft, maar in breed perspectief, cultureel, economisch en maatschappelijk, valt nog heel veel te doen. Een duik in de mentaliteitsgeschiedenis is nodig om te achterhalen hoe het komt, dat mensen zo zijn dat zij zaken traditioneel scheef hebben laten groeien zonder dat deze aan een kritische evaluatie zijn onderworpen. “Afro Surinamers zijn niet gekomen met de bedoeling om terug te gaan wat bij andere groepen wel het geval is geweest”, verduidelijkt Caprino. “Terugkeren naar het eigen land lag voor de Afro Surinamer niet in het vizier. De andere groepen kwamen om een bestaan op te bouwen en weer te vertrekken”, vertelt ze. “Hierdoor zie je dat de aan de dag gelegde attitude op spaarzaamheid en arbeidsdiscipline, door de kortstondige periode om middelen te vergaren, de focus lag om weer terug te kunnen keren.”

De historica licht toe, dat wanneer het perspectief dat je terugkeert ontbreekt dat zaken scheef kunnen groeien. Caprino maakt duidelijk dat er een verschil is in uitgangspunt wanneer iemand ervan uitgaat, dat hij of zij voor korte tijd ergens is en de andere dit perspectief niet heeft. Zij noemt ook de factor dat zoiets niet kan worden ‘voorbedacht’ als een dergelijk vooruitzicht ontbreekt. “Wanneer iets is voorbedacht dan blijft de attitude en blijft het ook als voorbeeld.”

Caprino benadrukt, dat het in de ‘kolonie’ vooraf niet de bedoeling was om contractanten permanent in Suriname te handhaven, maar dat dit later bij nader inzicht is bijgesteld. Zij onderbouwt dit door te verwijzen naar de scholen voor de kinderen van de contractanten die in hun eigen taal, cultuur en traditie les kregen op speciaal voor hen bestemde scholen. “Waarom denk je dat men dat deed?”, vraagt ze retorisch. Zij verduidelijkt, dat dit kwam omdat de mensen werden voorbereid om terug te keren.

RB 

error: Kopiëren mag niet!