Transparantie over subjectsubsidie

De regering van Suriname heeft het besluit al genomen om de subsidie aan de stroomopwekker en –distribiteur in Suriname (EBS) af te bouwen en af te schaffen. Dat zal erin resulteren dat stroomopwekking duurder zal worden, omdat de EBS om de operations te draaien zijn gelden van ergens anders moet halen. Die inkomsten moeten nu komen van de consumenten. We weten dat de EBS een zware cao kent. De lonen bij de EBS liggen op een hoog niveau. De cao is overeengekomen tussen een bond en een management die het bedrijf als werkgever heeft vertegenwoordigd. We weten ook dat EBS wel verplicht is om aan onderhandelingen over de cao-verlenging deel te nemen, maar het bedrijf is niet verplicht om akkoord te gaan over een collectieve overeenkomst. Het is algemeen bekend dat wat eenmaal aan rechten en aanspraken tot stand is gebracht, heel moeilijk naar en lager niveau kan worden bijgesteld. Je neemt dan het risico op een arbeidsconflict en een staking. En dan weten wij ook dat de EBS behoort tot een soort strategische dienst in het land. Dat komt omdat er een verschrikkelijk ontwrichting van de samenleving kan optreden als er geen stroom is. Zelfs levens kunnen verloren gaan. In elk geval zal de prijs van stroom door het wegvallen van overheidssubsidie omhoog gaan. Om in deze sociale moeilijke tijd ook nog drastische stroomverhogingen door te voeren kan verder zorgen voor toename van de armoede. De afbouw van de subsidie is een maatregel aanbevolen door het IMF, het repareren van de schade door de prijsverhoging ook. De regering komt met een subjectsubsidie, dat staat ook in het Herstelplan. Aan de ene kant zal de regering dus uitgaven besparen door subsidie-afschaffing, aan de andere kant zal ze uitgeven aan subjectsubsidie. Per saldo zal de regering wel hebben bespaard. De subjectsubsidie is voor 5 groepen: de huishoudelijke afnemers in 2 categorieën, de niet-huishoudelijke afnemers ook in 2 categorieën en de kwetsbare afnemers. De subjectsubsidie is dus ruimer dan het Herstelplan doet vermoeden. De grootste subsidie die op de overheidsbegroting drukt is die aan de Energiebedrijven Suriname (EBS). Voor 2021 staat er SRD 1,3 miljard aan subsidie aan de EBS op de begroting en mogelijk zelfs meer. Reeds jaren wordt getracht om deze subsidie terug te brengen, ook omdat het een sterk vervuilde subsidie blijkt te zijn die niet geheel aan de consument ten goede komt. De overheid subsidieert dus niet alleen het tarief maar ook de inefficiënties van het bedrijf.

Het stroomtarief in Suriname is vooralsnog het laagste onder de Caricom-landen (uitgedrukt in USD per kilowattuur). Er komt een nieuw tarief dat meer dan een verdubbeling van de prijs zal betekenen. Wanneer we onder gelijke omstandigheden (zonder efficiëntie-ingrepen) een marktconforme prijs zouden doorvoeren dan zou de prijs 4 maal toenemen. Worden verspillingen weggewerkt, dan is de verhoging naar marktconform 3 ½ maal . De verhoging nu is niet naar marktconform en we weten niet of een rationalisatie zich zal hebben voorgedaan. Het nieuwe niveau wordt van 4 cent per kilowattuur verhoogd naar 10 cent. Daarmee worden we onder de Caricom-landen de op een na goedkoopste; de laagste prijs is dan Trinidad met 6 cent per kilowattuur.  De regering geeft in het Herstelplan aan dat omdat de elektriciteitsprijs zo laag is, wordt er tenminste 15% meer geconsumeerd dan echt nodig is. Er zou dus sprake zijn van verspilling van energie. De regering vindt dat de EBS structureel inefficiënt is en ook verlieslatend. Een grote doorlichting van het bedrijf is noodzakelijk. De regering vindt ook dat EBS heeft een geaccumuleerde schuld van US$ 350 miljoen aan de Staat. De EBS betaalt haar schulden niet terug, waardoor er steeds nieuwe leningen moeten worden genomen. De EBS heeft dus net als de vorige regering een ‘leni leni libi’. De elektriciteit wordt in Suriname op twee manieren opgewekt nl. via waterkracht (Afobaka) en via grote dieselgeneratoren. Omdat wij deels energie uit waterkracht hebben, zijn de prijzen een stuk lager dan in andere landen in de regio die geen waterkracht hebben. Dat is de verklaring volgens het Herstelplan. Het deel dat met dieselgeneratoren wordt opgewekt kost veel meer en de overheid subsidieert in feite de olieprijs. Zolang die prijs laag is (eind 2020 rond US$ 45 per barrel) is de subsidie ca. SRD 1,5 miljard, maar als de olieprijs stijgt dan stijgt die subsidie ook; dit is niet houdbaar vindt de regering. De regering moet orde op zaken stellen bij EBS. Er moet door de regering een rationalisatie plaatsvinden. Een vraag rijst ook hoe lang de regering door zal gaan om de subjecten te subsidiëren. Ook criteria om te bepalen wanneer er sprake is van kansarme gezinnen moeten worden vastgesteld. Deze aanbeveling is wederom gedaan in De Nationale Assemblee ook voor het ministerie van Sozavo.       

error: Kopiëren mag niet!