Baggerproject Surinamerivier gegund aan Boskalis/de Boer

Het baggerproject voor de Surinamerivier is gegund aan het Nederlands baggerbedrijf Boskalis in consortium met het bedrijf De Boer, ook een baggeronderneming gevestigd in Nederland. De werkzaamheden zullen over vier weken aanvangen. Dit zei minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken (OW) maandagavond 7 juni desgevraagd tegen de rtedactie van Dagblad Suriname. 

Het gunningscontract wordt thans door OW voorbereid. Het is niet duidelijk voor welk bedrag het werk is gegund, maar dat moet minstens in de orde van US$ 56 miljoen liggen. De technische vereisten voor het baggerproject zijn namelijk nagenoeg dezelfde als die welke golden voor het baggerbedrijf China Harbour Engineering Company (CHEC), aan welk bedrijf de vorige regering het baggerproject had gegund, doch enkele maanden na aanvang in maart 2020 de werkzaamheden heeft stopgezet vanwege het niet nakomen van betalingsverplichtingen door de toenmalige regering. Na onderhandelingen heeft OW het contract met CHEC opgezegd en in december 2020 werd een nieuwe aanbesteding gehouden. 

‘Nog geen contract’

Overigens heeft Boskalis in een reactie tegenover Dagblad Suriname laten weten: ‘We zijn in vergevorderde besprekingen over het betreffende baggerproject, maar er is nog geen sprake van een contract.’

Van de in totaal 8 bedrijven die interesse toonden voor het project, werden 5 geselecteerd die voldeden aan de eisen om verder in het traject te gaan onder dezelfde omstandigheden. Naast nagenoeg dezelfde technische vereisten is voorfinanciering de belangrijkste daarvan. Boskalis is één van de grootste baggermaatschappijen in de wereld met haar hoofdzetel in Papendrecht. De Boer is een middelgrote baggeronderneming.

Basisdiepte 4.5 meter

Het baggerproject voor de Surinamerivier houdt in essentie in, dat over een lengte van 30 kilometer, tot nabij Domburg, de rivier tot een basisdiepte (startwaarde) van 4.5 meter wordt uitgebaggerd en de vaargeul tot 70 meter wordt verbreed en op sommige plaatsen 90 meter.

Het ministerie van OW heeft gekozen voor een startwaarde van 4.5 meter en niet voor de eerste fase van verdieping van de vaargeul tot 5.5 meter. Minister Nurmohamed heeft eerder dit jaar in het parlement gezegd dat na het bereiken van de startwaarde van 4.5 meter, gelijk gestart zal worden met de aanbesteding van de eerste fase van uitdieping tot 5.5 meter. 

Asiskumar Gajadien (VHP), voorzitter van de regeringscoalitie in de Assemblee heeft vorige week tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in het parlement bij de regering erop aangedrongen de aanbestedingsprocedures voor de eerste fase van verdieping van de vaargeul alvast voor te bereiden, zodat na het bereiken c.q. afronding van de basisdiepte van 4.5 meter direct met de volgende fase kan worden begonnen.

Groot economisch belang

Gajadien wijst op het enorm groot economisch belang voor Suriname bij het uitdiepen van de vaargeul in de Surinamerivier tot de uiteindelijk gewenste diepte van 5.5 meter. De basisdiepte van 4.5 meter zal volgens hem zonder meer zijn voordelen hebben voor de nationale importen en exporten, maar het is algemeen bekend dat de huidige gekozen basisdiepte alleen de zogeheten “shallow barges” logistiek mogelijk maakt voor de olie- en gasindustrie. Voor hem is niet duidelijk hoe deze basisdiepgang concurrerend zal zijn ten opzichte van havens in de regio wanneer straks het echte werk zal beginnen in de olie en gasindustrie. In elk geval mag de rivier volgens Gajadien geen beperking gaan vormen voor lokale bedrijven om te kunnen meedingen naar logistieke en andersoortige contracten uit de olie- en gassector. “Local Content” is onlangs zwaar gepropageerd door de Staat in dit kader: ‘Regering laat dat uiteindelijk blijken te zijn klare taal en geen loze kreet’, aldus de parlementariër.

Voorfinanciering

Volgens de bestekvoorwaarden moet het bedrijf aan wie de baggerwerkzaamheden voor de basisdiepte van 4.5 meter is gegund, zorg moeten dragen voor de voorfinanciering. De terugbetaling zal plaatsvinden uit de baggervergoeding die gebruikers van de rivier zullen betalen. De Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) zal belast zijn met de inning. Volgens het geldend Staatsbesluit zal elk schip dat Suriname binnenvaart, ongeacht de herkomst, een vergoeding van van US$ 6,25 per 1000 kilogram. moeten voldoen. Deze inkomsten zullen uiteindelijk ook gebruikt worden voor het aflossing van de schulden van het oude projekt, de consultants en alle andere dienstverleners.

SS

error: Kopiëren mag niet!