Atlético Madrid heeft zaterdag 22 mei op de laatste speeldag van La Liga de Spaanse landstitel veroverd. Het elftal van trainer Diego Simeone won de uitwedstrijd bij Real Valladolid (1-2), na een achterstand van 1-0.
Luis Suárez, vorig jaar weggestuurd bij FC Barcelona, maakte het winnende doelpunt. Real Valladolid, dat door de nederlaag degradeerde, kwam op voorsprong door een treffer van Oscar Plano. Ángel Correa tekende in de 57e minuut voor de gelijkmaker van een nerveus Atlético. Tien minuten later maakte Suárez de belangrijke 1-2. De spits uit Uruguay liet vorig jaar zijn tranen de vrije loop liet toen ze hem bij FC Barcelona niet meer nodig hadden.
Niet zijn grote vriend Lionel Messi, maar de oud-speler van FC Groningen, Ajax en Liverpool mag zich nu kampioen noemen. Suárez had een groot aandeel in de landstitel met 21 competitietreffers. Maar liefst elf keer maakte hij dit seizoen het winnende doelpunt. Atlético vierde de elfde landstitel en de eerste sinds 2014.
Ruim 4.000 supporters waren hun club achterna gereisd richting Valladolid. Zij konden hun geluk niet op en zongen en dansten op een plein voor het stadion.
CAMPEONESSSSSSSSSSSSSS🔴⚪️ @Atleti pic.twitter.com/T9tG7BzvXA
— Luis Suarez (@LuisSuarez9) May 22, 2021
