Verandering en het herstelplan

Door de regering is het Herstelplan 2020-2022 al voorbereid. Het resultaat van de uitvoering van het plan moet zijn dat in 2022 meetbaar enkele vorderingen moeten zijn geboekt. Duidelijk is wel dat Suriname als land door wanbestuur en mismanagement verschrikkelijk kapot is gemaakt. De situatie is in Suriname rampzalig en centraal daarbij staat het jarenlang, ongestraft en voortgezet wanbestuur en corruptie. De Surinaamse hoofdoorzaak die aan de Surinaamse misère centraal staat, wordt geflankeerd door twee externe rampen, namelijk: de implosie van de prijzen van goud en aardolie (die zorgden voor minder staatsinkomsten) en de covid-pandemie (die nu noodzaken tot verhoogde staatsuitgaven vanwege de steun aan de werklozen, de mensen met minder inkomsten en de bedrijven en zelfstandigen die noodlijdend zijn). We zien in Suriname nog geen veranderde lijn van een ander beleid en dat heeft te maken met de politieke stabiliteit die er nog niet is in Suriname. In Guyana bijvoorbeeld is er wellicht ook een voortzetting van het beleid, maar het is beleid dat economische stabiliteit en aanhoudende economische groei heeft gebracht voor het land. Er komt de laatste jaren, uitgezonderd de verkiezingsperikelen en de onrust daaromheen met een etnische tint, alleen maar goed nieuws uit ons buurland. De economie groeit als kool, er zijn verhoogde inkomsten uit de aardolie en er wordt nog aardolie ontdekt, waar wij nog regelmatig droge putten registreren. Er zou in Suriname zich op de cruciale kernplekken in de regering weer een aantal aasgieren zijn aangeland, terwijl andere al zijn verjaagd en opgevlogen. De vraag rijst hoe de Guyanese regering kan melden dat er 150 investeerders uit de USA bereid zijn om in Guyana in de agrarische sector te investeren, en wij dat niet kunnen melden. En dat terwijl we dezelfde agrarische en klimatologische omstandigheden hebben. Opvallend is dat mensen die opkomen voor de belangen van de Surinaamse boeren, op social media al beginnen te verklaren dat deze investeerders in Suriname niet gewenst zijn. Zij beweren dat de Surinaamse boeren deze investeringen zelf zullen doen en zullen doen aan schaalvergroting. Terecht stelt een kritische Surinamer dan de vraag waarom het de afgelopen 100 jaar niet is gelukt om aan die schaalvergroting te doen. De woordvoerder van de Surinaamse boeren bleef daarop het antwoord schuldig.   

Er is geen quick fix voor de financieel-economische problemen waarin Suriname zit, zegt de Surinaamse regering, maar met goed beleid en deugdelijk bestuur komen wij er wel uit na enkele jaren. De regering zegt dat het overduidelijk is dat de koopkracht van de burger enorm zou afnemen bij voortzetting van het vorig beleid, maar de regering vergeet dat de koopkracht feitelijk al door ontwikkelingen na de verkiezingen verder is afgenomen. De regering belooft dus in haar herstelplan een verbetering van de koopkracht en dan moet het duidelijk zijn, naar welk niveau van welk jaar de versterking plaatsvindt. Is het op het niveau van 2019 of 2015? De economie zal zich op termijn weer herstellen, zegt de regering. De eindjaarsinflatie, die in 2020 nog 61% was, daalt in 2021 volgens het IMF al tot 26% en zal vanaf 2024 onder de 10% liggen. Dat zijn de schattingen waarvan het IMF en de regering uitgaat, als de maatregelen van het IMF worden doorgevoerd.  Het bbp daalt in 2021 nog, maar een stuk minder dan in 2020, is in 2022 al iets positief en neemt daarna steeds wat toe. Zulke schattingen waren er al voor groei en we zouden eigenlijk volgens de oude schattingen dit jaar al een groei hebben. Maar door de pandemie moesten alle cijfers weer worden bijgesteld. Heel opmerkelijk is wel het gegeven in het plan dat de deviezenreserve van de Centrale Bank gestadig zal stijgen en zelfs tot meer dan US$ 1 miljard in 2022 zal stijgen. Opmerkelijk ook is dat het begrotingstekort fors afneemt in 2021 en vanaf 2022 omslaat in een overschot. Opmerkelijk is dat de schulden heel traag zullen dalen en nog aan onze nek blijven hangen tot zelfs na 2035. Dus schulden die in een tijdsperiode van 5 jaar zijn gemaakt, blijven ons tot 15 jaar nog om de nek hangen. Het betekent dat de komende 3 regeringen nog te maken zullen hebben met de schulden op de schouders. In totaal zijn er 184 maatregelen en projecten, die binnen het kader van het herstelplan uitgevoerd moeten worden in de komende 2 tot 3 jaren. De begrotingsmaatregelen leveren bij elkaar SRD 4,6 miljard op aan inkomsten en besparingen in 2021, terwijl de maatregelen van het sociaal vangnet 3,1 miljard kosten. Daarnaast wordt er SRD 4,2 miljard uitgegeven aan overige maatregelen en projecten. Opmerkelijk is dat de regering in het rapport zegt modellen te gebruiken die geen toekomstvoorspellingen kunnen doen waarschijnlijk op het sociale vlak of wat het effect zal zijn op de zeer zwakke instituten van Suriname. De instituten in Suriname zijn zwak, omdat de mensen die er op de lagere en hogere posten zitten de juiste scholing niet hebben en/of corrupt en oneerlijk zijn en/of niet gemotiveerd zijn en niet doordrongen zijn van hun rol in het beter en sterker worden van Suriname. De regering heeft nog geen anticorruptiebeleid gestart en ook is nog niet gestart om goed bestuur. Na een jaar (20% van de regeertermijn) zien we dat dus nog niet, en dat komt omdat er geen eenheid van regering en politieke stabiliteit bestaat. De verwachting dat versterking van de rechtsstaat en aanpak van de corruptie er een enorme winst (van honderden miljoenen SRD’s) zullen opleveren, is vooralsnog puur theoretisch en zal dus geen waarheid worden.

error: Kopiëren mag niet!