Seniorenburger: “Ik zit in de gevangenis”

In de ‘wandelgangen’ werd van een seniorenburger opgevangen dat “er overal verval te bespeuren is”. “Ik leef geïsoleerd, durf het huis niet uit, zit tussen de muren van mijn huis, die door de tand des tijds wordt opgevreten te verpauperen.”

Hindernissen

“Dat niet zozeer vanwege het coronavirus en kwaad volk dat over straat zwiert. De trottoirs zijn bezaaid met oneffenheden, losliggende straattegels, kuilen, diepe plassen en andere hindernissen die er niet horen te zijn. Het gebrek aan veiligheid in alle opzichten, houdt mij aan huis gekluisterd. Ik zit in de gevangenis, omdat zich over straat wagen, hoge risico’s met zich meebrengt.

De realiteit

“Deze obstakels vormen een bedreiging voor voetgangers in het algemeen, in het bijzonder voor seniorenburgers! Ik voel mij thuis afgesloten en eenzaam, omdat ik de straat niet durf op te gaan. Dit, terwijl ik mij helder en vief voel, hoewel het beter kan. Ik heb behoefte aan beweging, ontspanning en energie buitenshuis, maar kom er niet aan toe.”

Opstandigheid

“Deze realiteit maakt mij opstandig.  Dobru had een antwoord daarop: “gooi stoelen, tafels, flessen en stenen. Gooi stoelen, gooi een stoel, gooi een stoel naar de armoede van het volk. Gooi een stoel!’”

Anisa’s spreiden

“De dichtkunst van RR, Robin Raveles, Dobru had ook een zachtere kant. Hij spreidde anisa’s uit, zodat geen korreltje zand de voeten van zijn geliefden zou besmeuren, maar die mooie woorden worden aan de laars gelapt, omdat de praktijk in Suriname ons dwingt om de tanden te laten zien. De enige manier om uit de put te geraken, is volgens mij de vuisten ballen en beuken tegen onrecht en wanbeleid.”

Gebalde vuisten

“Suriname is niet ready voor zachte mooie woorden, romantiek en lieve poëzie. De Republiek is een verschrikking geworden. Heeft strijdbare burgers nodig. De benarde omstandigheden in het land komen tot uitdrukking in de opstelling, gevoelens en opvattingen, die er tegenwoordig leven binnen de samenleving. De dolverliefde Fred, kwam thuis bij mij opdagen met een bos bloemen voor mijn zus. Mijn moeder flapte uit. Bloemen kunnen niet gegeten worden.”

De boodschap begrepen

“De intelligente lover begreep de boodschap. De volgende dag kwam hij aandragen met een tas met voedingsmiddelen en lekkers. Meteen rinkelden er potten, pannen en borden. Binnen een uurtje stond een maaltijd op tafel. Het samengesteld gezin van moeder, kinderen, kleinkinderen, neefjes en nichtjes deed zich tegoed alsof hun leven ervan afhing. Een buurvrouw die langs kwam viel ook in de prijs. Het werd een gezelligsamenzijn van jewelste. De problemen van het leven waren voor een moment vergeten.”

HD

error: Kopiëren mag niet!