Geduld is een bitter kruid, maar de vruchten zijn zoet

De datum van 25 mei 2021 nadert. Deze datum markeert het vaststaand gegeven dat 12 maanden, 52 weken en 365 dagen geleden, het Surinaams electoraat, het kiezersvolk,  overduidelijk te kennen heeft gegeven a change of goverment te wensen. Die regeringswisseling is er ook gekomen: per 16 juli 2020 heeft een nieuwe regering onder leiding van president Santokhi de verantwoordelijkheid op zich genomen om het schip van staat, dat aan de grond was gelopen, vlot te trekken. Nu, na bijkans 9 maanden, kunnen we voorzichtig de balans opmaken.

De kritiek vanuit verschillende lagen van de samenleving zwelt aan. De vraag is of deze kritiek terecht of onterecht is. De samenleving had hooggespannen verwachtingen van de huidige regering, ingegeven door en tijdens de verkiezingscampagne, vooral door de slogan W’o set eng.

Verwachtingen zijn de aanname of hoop dat een handeling of gebeurtenis ook werkelijk gaat plaatsvinden. Verwachtingen kunnen realistisch zijn, maar dat hoeft niet. Als verwachtingen niet uitkomen, kan er sprake zijn van acceptatie, maar ook van teleurstelling, verwarring, onzekerheid en angst.

In de aanloop naar de verkiezingen waren de partijen die een gooi deden naar de gunst van het electoraat, zich ervan bewust dat als ze mandaat kregen van het kiezersvolk, hen een zware job te wachten stond: herstellen, repareren en vooral renoveren van wat in 10 jaar kapot is gemaakt. Maar dat de puinhoop zó groot was, hadden ze in verste verte niet kunnen vermoeden.  

Regelmatig komen misdaden en  bewuste misslagen van het vorig bestuur aan het licht, waar niet aan kan worden voorbijgegaan. Daar moet aandacht aan worden besteed, wat dan een rem zet op de vaart van het proces van reparatie en renovatie, omdat in het totaaloverzicht van belang, functie en vormgeving er een onderlinge samenhang is tussen zaken.  Je kunt niet het ene doen en het andere laten. Er is oorzaak en gevolg.

We zijn opgescheept met een staatsschuld, aan binnen- en buitenland, van 58 miljard SRD (meer dan 4 miljard USD). En de zittende regering wordt verweten teveel in de achteruitspiegel te kijken. In het verlengde daarvan krijgen we te horen dat het volk ernstig is teleurgesteld in de huidige regering. Teleurgesteld omdat de in het vooruitzicht gestelde verbetering niet snel genoeg kan worden bereikt? Het is niet ongewoon dat burgers, net als de leidinggevenden trouwens,  zo af en toe teleurgesteld en/of verdrietig zijn over gebeurtenissen in de samenleving. Immers, niet alles lukt. Iedereen gaat daar anders mee om. Maar één ding hebben ze vaak gemeen: gedrag en houding zijn anders dan ‘normaal’. De één vertoont weerstand en gaat rellen, terwijl de ander juist de tanden op elkaar zet en door de zure appel heen bijt.

De politiek wikte, het electoraat beschikte

De huidige regering is voorgekomen uit de stembusuitslag. Het was de meest voor de hand liggende optie voor een regeringscoalitie: een samenwerking van twee of meer politieke partijen, met een meerderheid van zetels in het parlement, die een regering steunen zodat die een deel van hun doelstellingen werkelijkheid kan maken.

De start van de nieuwe regering was er een met horten en stoten. De COVID-19 pandemie die de wereld in zijn greep heeft, heeft een extra druk gezet het politiek-bestuurlijke. Na de eerste maanden bleek al gauw dat de averij, de schade aan het schip van staat, groter was dan gedacht. Meestal spreekt men pas van averij als het schip slecht bestuurbaar is geworden. Dat doet zich nu voor.

In het kabinet hebben de grootste twee coalitiepartijen, VHP en ABOP, het voortouw genomen, aangevuld met 3 ministers voortkomend uit de NPS en PL. Het is helaas geen dreamteam geworden. Het is een team met een virtueel tekort om te overwinnen (een handicap) aan het begin van ‘het evenement.’ Dit regeerteam is nu doende met pijn en moeite uit de 9 maanden durende urgentiefase te komen en de contouren van de stabilisatiefase komen in zicht.

De feiten liggen er. De regering is in staat de salarissen te garanderen, de democratische rechtsstaat is bezig zich te herstellen, de rechtelijke macht heeft versterking gekregen, de eerste corruptieve zaken zijn ter berechting aan de magistratuur voorgelegd, het imago van de Republiek Suriname in de wereld wordt opgepoetst, een omvangrijk strategisch plan voor oplossing van de financieel-econmische malaise is in onderhandeling (IMF, Lazard, Fresh Capital, bezuiningsplan nationale begroting, etc.).

Duivelse dilemma’s

In de huidige tijdgeeest wordt de regering, de gehele samenlevving trouwens ook, geconfronteerd met verschillende duivelse dilemma’s. Een duivels dilemma doet zich voor wanneer gekozen moet worden tussen twee kwaden.  Wat het besluit ook is, er komt narigheid van en altijd wordt iemand tekort gedaan.  Bij integere besluitvorming gaat het erom dat rekening wordt gehouden met de rechten, de belangen en de wensen van iedereen die door het besluit geraakt wordt. Maar die rechten, belangen en wensen botsen met elkaar. Dat maakt het zo lastig. Als de regering het doet, is het niet goed. En als ze het niet doet, is het ook niet goed. De door de regering doorgevoerde maatregelen om de verdere verspreiding van het Coronavirus te voorkomen, worden haar door groepen uit de samenleving niet in dank afgenomen, omdat zij, de bedoelde groepen, zich in hun belangen aangetast voelen. 

Dus wordt daar in alle toonaarden tegen geprotesteerd. Maar wanneer de regering geen maatregelen zou hebben getroffen als gevolg waarvan de infectiedruk, het aantal infectiehaarden en de sociale omstandigheden bepalen samen de infectiedruk, veel slachtoffers hebben geëist, dan zouden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dezelfde groepen de regering het verwijt maken geen maatregelen te hebben getroffen om de samenleving tegen besmetting te beschermen. Zie daar het duivelse dilemma. Een sprekend voorbeeld daarvan is de situatie in Brazilië.  

Maar als de informatiestromen beter op waarde wordt geschat en tussen samenleving en overheid goed wordt samengewerkt, dan kunnen we, bijvoorbeeld,  beter voorbereid de volgende fase van de coronacrisis tegemoet treden. Grootste zorg van de regering zijn de stijgende prijzen, mogelijkheden voor koopkrachtversterking, post COVID maatregelen en creatie van welvaart voor degenen die het nu moeilijk hebben.

De particuliere sector heeft grote moeite het hoofd bovenwater te houden. Van president Santokhi wordt verwacht dat hij als staatsman een middenweg zal weten te vinden om lastige (beleids)maatregelen te nemen op een zodanige wijze dat rechten, belangen en wensen van de samenleving worden bereikt, zonder dat belangen van groepen in die samenleving in gedarng komen. Daar is creativiteit en staatsmanschap voor nodig voor het ontwikkelen van beleid en de inzet van een ‘passende’ mix van adequate beleidsinstrumenten.

Het sterke vermoeden bestaat dat protestacties tegen de zittende regering worden georkestreerd/geregisseerd door de vorige machthebbers. In DNA hebben exponenten van de teruggewezen coalitie, nu de oppositie, het hoogste woord. Ze vragen zich af waarom het water bitter is, terwijl ze zelf de bron vergiftigd hebben (citaat van John Locke).

Ter afsluiting nog even dit: Keulen en Aken zijn niet in een dag gebouwd. Dit artikel eindigt met dezelfde spreuk het mee begonnen is Geduld is een bitter kruid, maar de vruchten zijn zoet.

Henry R. Ori

error: Kopiëren mag niet!