Dienend woordgebruik

Wie kent ze niet? De verkorte manier om te communiceren. Soms een afkorting, dan weer een letterwoord (bv Celos of Nimos) en op een ander moment een lettercode met of zonder cijfers. Dat vergemakkelijkt de communicatie tussen partijen. Dat faciliteert ook de reclamemakers. Bijvoorbeeld: Made4You! Communicatievormen die ook  het contact tussen de handelaar en de klanten dienen. Die laatsten, de gebruikers van het product, worden daardoor in de gelegenheid gesteld beter te kunnen begrijpen wat bedoeld wordt. De consument kan dan betere afwegingen maken voor de uiteindelijke keuze. Is product A beter dan product B, is hier de dienstverlening beter dan elders? Want het is uiteindelijk de treffende reclametaal die dienstbaar gemaakt wordt aan de omzet. Maar ook voor degenen die hun gedachten middels  gericht woordgebruik  kenbaar maken aan anderen. Surinam Airways  klinkt ‘always’  interessanter en aantrekkelijker dan Surinaamse Luchtvaartmaatschappij. 

National Carrier klinkt als muziek in de oren. “On trusted wings”, wel te verstaan! Maar…..: “the Flying Dutchman” is reeds tijden gewoon KLM geworden.  Highway klinkt mooi, dus laat de werkelijke naam van deze belangrijke weg  maar voor wat het is. De naamloze vennootschap moet niet neergezet worden als onderneming. Liever dan ‘enterprise. En in aansluiting daarop geen ondernemerschap, maar entrepreneurschap. Dat is altijd goed begrepen en ligt ook veel prettiger in het gehoor. Niet meer spreken over “het vergelijken van prestaties tussen organisaties”, maar van benchmarking. Dat is praten met gevatheid. Iedereen begrijpt dan beter wat bedoeld wordt. En waarom zouden wij ouderwets moeten doen door te blijven spreken van de zoektocht in de jungle van websites, terwijl ‘browsen’ toch zo modieus klinkt. Geen missie van de onderneming meer, maar haar branding, dat waar zij in gelooft, waartoe haar bestaan dient. Dat geeft toch ‘cachet’ aan de zaak? Geen activiteitengerichte kostenberekening meer, maar activity based costing. Geen totale kwaliteitsmanagement meer, maar voortaan  total quality management. Niet de ernstige fout begaan door te spreken van mankracht,  maar van human resource, jawel, de mens als hulpbron.

Dat klinkt indrukwekkend, ook al wordt de werknemer hier voor hulpbron versleten. En de overstap van het klassieke personeelsbeleid naar management van human resources is dan zo belangrijk. Transitie, zo noemt de gedragswetenschapper dit psychologisch proces: de leidinggevenden op alle niveaus ervan overtuigen dat hun rol jegens het personeel zal veranderen. Transitie die mensen moeten doormaken bij veranderingen waarbij zij zeer nauw betrokken zijn. Want wij mensen houden niet van veranderen. Als wij moeten kiezen tussen ‘van gedachten veranderen’ en ‘bewijzen dat die verandering niet nodig is’, gaan de meesten onder ons voor het aandragen van het bewijs, aldus ooit een econoom. Niet de gestelde doelen in ons leven moeten gerealiseerd worden, maar, let wel,  de targets. Het Engelse synoniem van doelstelling, want dat geeft meer glans aan het geheel.

Management by walking around als vakjargon om aan te geven dat de manager letterlijk rondloopt om van nabij te vernemen hoe het met het productieproces gesteld is. Haar  tegenhanger, management by walking away  die juist aangeeft dat de manager zich van de werkplek verwijdert en de werknemers daardoor meer ruimte biedt zelfstandiger te (leren) werken. De accountant  spreekt van initiële cijferbeoordeling die inzicht oplevert in de huishouding van de organisatie en haar omgeving. Deze professional heeft het ook over value for money auditing, dat de plaats heeft ingenomen van doelmatigheidsonderzoek. In het Engels klinkt dat toch oorstrelend? Overigens ook deze notitie: het is niet aardig de accountant ervan te betichten dat hij in zijn werk steeds naar het verleden kijkt en nooit de toekomst in het vizier heeft. De statisticus heeft het over valideringsonderzoek waarbij het gaat om de vraag of het onderzoeksresultaat wel of niet afhankelijk is van de specifieke condities waaronder het onderzoek plaatsvindt.

De medicus heeft het over een virus-vaccin en over medicatie. Vaak ook over leucocyten of witte bloedlichamen. Politici praten over ‘incompatibiliteiten’, waardoor zij er blijk van geven bekend te zijn met onverenigbare hoedanigheden in de politiek. Onze eigen welgeoriënteerde politici geven middels dit begrip te kennen dat de Surinaamse volksvertegenwoordiger niet gelijktijdig minister, staats-, regerings-, presidentieel-, hoofdbeleids- of ‘gewoon’ beleidsadviseur mag zijn. Noch minder zal die als coördinator van een groep bewindslieden optreden aangezien daardoor zijn objectieve status als volksvertegenwoordiger/controleur ernstig in het gedrang komt. Evenmin zal de minister rechtstreeks noch zijdelings betrokken willen zijn bij de rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, hetzij als directielid, hetzij als lid van de raad van commissarissen.

Incompatibiliteit betekent immers ‘onverenigbaarheid’. Dat beseffen onze bevlogen politici maar al te best. Dus, zeggen zij: “wij hebben genoeg werk aan onze rol als volksvertegenwoordiger of als bewindspersoon”. Met gepaste trots maken zij de samenleving bekend dat zij wel degelijk het verband kennen tussen rolverwachting , rolvervulling en rolconflict. Maar: money talks!! Waar het geld spreekt, zwijgt de tong. Ook van de politicus. Dus soms is rolvermenging toch niet altijd zo erg. Onder alle omstandigheden dient de controleur wel te waken tegen medeverantwoordelijkheid voor het werk van de gecontroleerde. En als kers op de taart dan het ‘quorumspook’ dat bedacht is door de Surinaamse politicus. Het is zijn (haar) politieke taal, zijn(haar) jargon. Het gaat er vooral om welke betekenis gehecht moet worden aan de paraaf op de presentielijst van de collegeleden . Intussen blijft het de spookambtenaar goed gaan. Loon zonder prestatie. Beschouw het begrip ‘spookambtenaar’ hier maar als ambtelijk jargon. Als specifieke aanduiding van een specifieke persoon.

Stanley Westerborg

error: Kopiëren mag niet!