“Na de verkoop ga je soms met een kwart of soms met de helft van je producten naar huis.” Bij een gesprek met enkele standhouders wordt vernomen dat zij de groenten die overblijven, verdelen onder familie of verkopen voor een appel en een ei. “Ik heb liever dat ik met een succesvolle verkoop naar huis ga. Als je met de helft van je groenten naar huis moet, is het een zeer slechte dag geweest”, zegt een standhouder, die langs de straat verkoopt. “Ik probeer vaak genoeg mijn groenten op het laatste moment voor een lagere prijs weg te doen, dan dat ik ermee naar huis moet. Verdelen onder mijn mensen doe ik wel, maar ik zie het als verlies. Je betaalt zoveel bij de groothandel en stopt zoveel moeite in om te verkopen om vervolgens de producten te verdelen. Dat is niet betaald”, zegt een andere standhouder. Niet alleen bij standhouders heb je dit fenomeen, maar ook winkels die groenten verkopen, hebben hiermee te maken.
Directielid Radjen Ramsoedit van Combe Markt zegt in een reactie aan Dagblad Suriname dat ook bij hen groenten overblijft. Bij hun wordt het onder het personeel verdeeld en wat niet aan bederf onderhevig is, bijvoorbeeld kool, peper, sopropo, antroewa en oker, wordt in de cooler opgeslagen voor verkoop op de volgende dag. Er is dus geen sprake van overschot aan groente. “Bladgroenten worden verdeeld onder personeel. En tegen 15.30 tot 16.0 0 uur worden de prijzen helemaal verlaagd naar kostprijs of zelfs lager dan de kostprijs. Dit doen wij om alsnog wat eruit te kunnen verdienen en als het toch niet verkocht wordt, dan verdelen we het.”
“De input in de landbouw is hoog en ook voor het personeel is het lastig om te werken op het veld. Denk maar aan zaden, mest, chemicaliën en nog veel meer. Ook het plantklaar maken van de kostgrond is kostbaar”, zegt het directielid. Een winkelier zegt dat hij niet zoveel groenten over heeft van de verkoop. Groenten gebruikt hij voor zijn eigen familie. Verdelen aan de familie hoeft niet, want de meesten van hen doen aan landbouw, zegt de winkelier.
TM
