Spanningsveld tussen Wetenschap, Politiek en de Burger deel 1

Februari 2021

Spanningsveld zouden wij kunnen definiëren als een situatie waarbij er tegenstellingen bestaan in de verwachting, de perspectieven en de acties van de wetenschap, de politiek en de burger.         In het afgelopen jaar is de hele wereld overvallen door de pandemie van COVID-19, die geleid heeft tot paniek, vrees en de verstoring van de normale menselijke interpersoonlijke activiteiten, waarbij nu al gesproken wordt van een nieuwe normaal. Dit wekt de indruk dat de persoonlijke en zakelijke activiteiten van het dagelijks leven voorgoed zijn veranderd.

Eerst moeten wij kijken naar het verschil in verwachting, perspectieven en acties van de bovengenoemde groepen. In het licht van de COVID-19 pandemie, verwacht de burger van de overheid dat die ervoor moet zorgen dat het Sars-2 virus zo min mogelijk inbreuk pleegt op de activiteiten van het dagelijks leven. Verder verwacht de burger dat hij/zij zo spoedig mogelijk de normale activiteiten van het leven met minimale of geen aanpassing kan hervatten in de kortst mogelijke tijd. In feite verwacht de burger wonderen die door de overheid verricht moeten worden aan de hand van gemaakte beloften tijdens de politieke campagnes, die de politieke partijen hanteren om in de gunst bij de kiezers te komen te staan. Deze beloften maken dat kiezers wonderen gaan verwachten van politici.                                                                                                                              

Het adagium in de wetenschap is data. Er wordt in wetenschappelijke kringen altijd gewezen op de betrouwbaarheid en onbetwistbaarheid van data, gegenereerd door wetenschappelijk onderzoek. Data zouden wij kunnen onderverdelen in twee grote categorieën, n.l. eindige getallen (1,2,3, enz.) en categorische gegevens (goed, slecht, mooi, langer, korter, ouder enz.).  In wetenschappelijke publicaties komt men beide soorten data tegen, afhankelijk van de aard van het onderzoek. Behalve de data zelf, is de kwaliteit van de data een belangrijke factor voor de betrouwbaarheid en de interpretatie van de data en de toepassing van resultaten in de praktijk. Als wetenschapper probeer ik regelmatig de activiteiten en onderzoeksresultaten op mijn vakgebied te volgen. Zij die zich bezighouden met wetenschappelijke activiteiten kunnen zich het boek van de onderzoeksjournalist, Frank van Kolfschooten, uitgebracht in 2012, getiteld: “Ontspoorde Wetenschap” herinneren. In dit boek van 320 pagina’s beschrijft hij de perikelen van wetenschappers die zich hebben schuldig gemaakt aan fraude, bedrog, plagiaat en het overtreden van de ethische code zoals wordt gehanteerd bij wetenschappelijk onderzoek.  Een recent schandaal van 2011, is dat van prof. Dr. Diederik van Stapel en collega’s van de Universiteit van Tilburg, die vele promovendi onder zijn toezicht heeft misleid bij hun promotie door fictieve data te genereren, die zij dan gebruikt hebben voor hun proefschrift. Dit heeft gemaakt dat de universiteit waar hij gepromoveerd was, zijn doctorstitel heeft ingetrokken, de universiteit van Tiburg heeft hem ontslagen en de carrière van veel van de studenten die onder zijn toezicht zijn gepromoveerd, is geruïneerd. Zoals Kolfschooten in zijn boek beschrijft is dit voorval niet uniek. Hij beschrijft tientallen gevallen in Nederland alleen. Verder geeft hij aan dat er wereldwijd jaarlijks honderden gevallen voorkomen en door de jaren heen misschien wel duizenden. Wanneer er complottheorieën de ronde doen over het COVID-19 vaccin is de gedachte niet uit de lucht komen vallen, omdat wetenschappers soms bewust en soms onbewust steken vallen. Uiteraard moet gezegd worden dat de promotors van complottheorieën zich ook schuldig maken aan het gebruik van onbetrouwbare databronnen, zoals FB, YouTube enz. en die data gebruiken om hun complottheorieën te propageren.

Nu zal ik de rol die de politiek speelt in dit spanningsveld toelichten. De politiek in Suriname, naar analogie van de politiek wereldwijd, heeft de neiging bij verkiezingscampagnes veel beloften te maken die soms zelfs utopisch en onrealiseerbaar zijn. De naïeve burger die verwacht dan dat de gekozen politicus, die in de regering komt te zitten, de wonderen moet verrichten die hij of zij beloofd heeft tijdens de verkiezingscampagne. De politiek schiet zich vaak in de voeten, door bewust of onbewust de burger niet te laten meedenken en meebepalen hoe zij kunnen participeren in de verwezenlijking van de ontwikkelingsdoelen van het land. Vaak is de transparantie minimaal of helemaal afwezig en ook verstoren nepotisme, favoritisme en corruptie, het enthousiasme waarmee de burger participeert in het bereiken van het nationaal doel.

In deel twee wil ik beschrijven hoe de burger, politiek en wetenschap, niet goed met elkaar communiceren en elkaar vaak voor de voeten lopen en het spanningsveld creëren.

Dr. R. S. Ellecom, Psy.D.,Dr.P.H.,HSPP

Klinische Neuropsycholoog

Medische Voedingskundige Specialist

error: Kopiëren mag niet!