LBB over online workshop bescherming papegaaisoorten

“Als je steeds jonge kuikens weghaalt, dan krijg je uiteindelijk een probleem”

Tijdens de tweedaagse stakeholders online workshop op 18 en 19 februari, om wildlife awareness: de bewustwording over dieren in het wild te verbeteren, melden Conservation International Suriname (CIS) en Dienst ’s Lands Bosbeheer (LBB) dat de uitkomsten hoopvol zijn. De workshop was getiteld “Parrot Awareness and Conservation”.

Romeo Lala, chef Vergunningen van LBB, zegt dat wildlife wordt gezien als hulpbron van het land en dat een inventarisatie hiervan nodig is om het beleid hierop te kunnen aanpassen. Zowel voor de nationale als internationale handel is het nodig om inzicht te hebben in het aantal vogels in het wild. Lala vertelt dat dit onderzoek voor het laatst is gedaan in het jaar 2000. Tijdens de workshop kwamen onder meer wetgeving, dierenpopulaties, monitoringmethodes en de handel in dieren aan de orde. “Er zijn geregistreerde dierenhandelaren, maar ook medewerkers van Aziatische bedrijven en inwoners in de dorpen die dieren vangen tegen betaling.”  Zowel de medewerkers van de bedrijven als de personen afkomstig uit de dorpen worden ‘vangers’ genoemd en zijn onderdeel van de wildlife trade. Andere spelers binnen deze markt zijn onder meer boottransporteurs.

Suriname en Guyana fokken niet

Suriname en Guyana zijn nog de enige landen in Zuid-Amerika die nog dieren uit het wild geplukt, exporteren. Lala merkt op dat het verschil met de andere landen van dit continent is, dat in deze landen de export bestaat uit wildlife afkomstig uit broedprogramma’s. Daarmee kaart de LBB-topper een belangrijk verschil aan. Suriname vangt dieren in het wild voor export, terwijl de andere landen fokprogramma’s hanteren.  

In Suriname zijn er maar liefst 24 diverse soorten papegaaien te vinden. De bekendste daarvan zijn parkieten, raafparkieten en ara’s. De ara’s, ook wel bekend als de raaf, zijn met hun bonte kleuren en krachtige snavel het meest opvallend van alle soorten. Sommige papegaaisoorten, zoals de ‘Bruin Margrietje’ papegaai (Pionus fuscus), vallen volgens de Surinaamse wetgeving onder de kooidieren met een vangstlimiet van 5 dieren en staan op lijst II van Cites, de conventie voor internationale handel in bedreigde soorten, een verdrag waar Suriname ook partij bij is. Jaarlijks worden duizenden papegaaien uit het wild gevangen en geëxporteerd voor de huisdierenhandel. Suriname staat in de top 5 van “bronlanden” voor vangst van wilde dieren voor de internationale (illegale) handel.

Klimmen in de bomen

In Suriname klimmen de ‘vangers’ nog in de bomen om de jonge kuikens uit de nesten weg te halen. Lala schept een triest beeld van de harde realiteit, ver in ons binnenland. “Als je steeds jonge kuikens weghaalt, dan krijg je uiteindelijk een probleem”, merkt hij op. “Deze illegale handel heeft als bestemming Mexico”, doet hij uit de doeken. Suriname hanteert een model, waarbij de wildlife traders de oude dieren met rust moeten laten en de jonge dieren mogen vangen. “Voor alle papegaaiachtigen hanteren wij een gesloten broedseizoen vanaf 1 december tot eind juni.”  Vanaf 1 juli tot en met 30 november is het seizoen opengesteld. In de praktijk is het volgens Lala zo dat de ‘vangers’ de jonge dieren ‘oogsten’. Hij wijst ook op een andere regel, dat wat ‘gehaald’ mag worden 25 procent is van het quotum van de wildlife exporteurs uit elk vanggebied. “We nemen aan dat zo een ondernemer een vergunning krijgt voor 4 vanggebieden en in elk gebied mag je maximaal 25 procent vangen.” Op basis waarvan de quota gesteld is, vormt een vraagteken aangezien de laatste telling in het wild 21 jaar geleden is. Het is dus onduidelijk hoeveel papegaaiachtigen in onze bossen rondvliegen. Suriname kent ongeveer 17 geregistreerde vangers.  “De jaarquota wordt door de overheid vastgesteld en deze jaarquota wordt onderverdeeld onder de geregistreerde wildlife traders. Uit deze onderverdeling komen zij aan hun quota. Als je dierenpopulaties wilt bijhouden en je wil een goede conservering doen, dan moet je om de 5 jaren de populaties controleren.” Lala maakt duidelijk dat ook de internationale organisaties inzicht willen om te weten of het exporterend land nog over stabiele populaties papegaaiachtigen beschikt. Die wetenschappelijke informatie ontbreekt. Een onderzoeksteam is reeds in beeld gebracht en is een consultant aangetrokken. Het aantrekken van personen is via het Bio Amazoneproject binnen Acto-verband, waarbij binnenkort gestart wordt met een survey naar enkele papegaaiensoorten.

De Parrot Workshop heeft ertoe geleid dat er nieuwe strategieën zullen worden ontwikkeld. Samen met onze partners zal worden nagegaan hoe we daarna zaken kunnen uitvoeren. “We gaan ook de wet Dierenwelzijn bestuderen.” Lala vertelt verder blij te zijn met de ondersteuning van de ngo’s zowel nationaal als internationaal. “Het betreft niet alleen een aangelegenheid van LBB en daarom willen wij dit werk zo breed mogelijk gedragen krijgen, zodat wij allemaal een bijdrage kunnen leveren aan de bescherming van onze natuur.”

RB

error: Kopiëren mag niet!