‘Dingen zijn maar voor even’

“Dingen zijn maar voor even. De illegale venters waren in het begin bang voor de agenten, maar zien het nu weer als een spelletje”, zegt een winkelhouder van het centrum aan de krant. “Je ziet de agenten hun werk doen, maar het neemt niet eens vijf minuten en je ziet de illegale venters weer.” Tijdens een gesprek gaf marktmeester Anil Dhanai van de Centrale Markt aan dat er een stand gegeven werd aan enkele illegale venters om zo ook mee te kunnen doen aan de verkoop.  Maar zij kiezen toch ervoor om niet op de markt te verkopen, maar buiten voor de markt of in de omgeving. “Zij zijn de grote concurrentie van de markt. Er is genoeg plaats voor ongeveer 50 tot 52 venters. Op de Centrale Markt is er plaats gemaakt, maar je ziet ze toch niet op hun stand. Niet alleen op de Centrale Markt, maar er werd met alle markten, waaronder ook de Haïtiaanse Markt en de Kwakoemarkt, gesproken voor standplaatsen voor de illegale venters, maar ze maken toch geen gebruik van.”

De venters komen wel vroeg bij hun stand, maar komen hun spullen verpakken en verkopen die dan buiten de markt. “Het moet echt strak opgepakt worden”, benadrukt de marktmeester. “Nu wordt de markt gezien als een bacovewinkel. Als marktmeester zou ik het ook niet toelaten dat de standhouders, ondanks zij voor hun stand betalen, toch op straat verkopen. Het centrum moet goed geordend worden en een voorbeeld zijn voor het land”, aldus de marktmeester. “De meeste toeristen voelen zich aangetrokken tot het centrum en als het zo eruit ziet, is het geen gezicht. Mijn deel als marktmeester probeer ik te doen, maar er moet toch iets ander bedacht worden om de illegale venters van de straat te krijgen.”

TM

error: Kopiëren mag niet!