Volgens de Onderwijsminister Marie Levens is het vooralsnog financieel niet te doen om middagscholen aan te bieden. Met name de transport voor leerlingen en leraren is afgestemd op de ochtendscholen. “Als je dit ook ’s middags wil gaan doen, dan betekent dat dubbele kosten voor het land en dat geld hebben wij op dit moment niet”, zei de minister onlangs in Welingelichte Kringen. Wat volgens de minister wel gedaan wordt, is buurtorganisaties zoals Stibula benaderen om de kinderen van de buurt, die ’s middags hulp nodig hebben, te assisteren.
Er zijn 86.800 kinderen die de basisschool doorlopen. Naar zeggen van Levens is 45% daarvan per dag op school (wanneer de school open is) op basis van de 1.5 meter afstandsregel. “Er zijn geen kinderen verstoken van onderwijs waar er een school staat. We zien dat er geen kinderen zijn die vanwege covid-19 niet naar school gaan. Wel is het zo dat kinderen vanwege armoede in het gezin niet naar school kunnen gaan, en die cijfers zijn we aan het verzamelen”, aldus minister Levens.
