Collectieve ambitie

Wij moeten in eenheid werken aan de opbouw van Suriname. Het moet voor ons land van etnische en culturele verscheidenheid zo zijn dat alle neuzen in dezelfde richting wijzen. Het gaat bij collectieve ambitie erom dat mensen op een inspirerende wijze een gezamenlijk beoogd resultaat nastreven. Dat is mooi, dat klinkt goed. Althans, voor wat de fraaie omschrijving van die ‘collectieve ambitie ‘betreft. In de groep van tien teamleden zal het zeer waarschijnlijk meevallen een gemeenschappelijk oriëntatiepunt te vinden voor de gelijkgerichtheid van de gedachten. Anders gezegd: in een kleine groep zal het doorgaans wel meevallen om de leden daarvan in eensgezindheid aan de slag te krijgen. Gun elk groepslid daarbij wel de ruimte een eigen mening over zaken erop na te mogen houden. Uitspraken als: zij aan zij, schouder aan schouder, en alle neuzen in dezelfde richting zijn goed voor vastlegging. Niet meer dan dat.  Zij beknotten op voorhand de vrijheid van eenieder om een afwijkende mening te hebben over de benadering van een gemeenschappelijk vraagstuk. Een volksgemeenschap daarentegen zodanig beïnvloeden dat gezamenlijk werken aan doelverwezenlijking het collectieve gedachtengoed is, lijkt niet zo eenvoudig. Dat een kleine groep personen zonder een gemeenschappelijke visie en missie een volk kan veranderen ligt niet voor de hand. Dat is de grote denkfout van menige bestuurder. In de Surinaamse onderneming zal de bedrijfsleider een of meer gezichtspunten  hebben van waaruit  hij (zij) zich richt op hogere prestatieniveaus. Hij is geen vreemde in eigen land en geeft daarom voorkeur aan een personeelsformatie die een weerspiegeling is van etnische diversiteit. Het blijft evenwel een kwestie van zijn eigen vrije keuze. De manager kan ook het niveau van opleidings- en ervaringskennis als keuzecriterium voor zijn selectie hanteren. Ook daarin staat hij volkomen vrij. Collectieve ambitie in ons land tussen medewerkers is geen kwestie van ‘mensen van gelijke bevolkingsgroep’. De bedrijfsleider die weet wat beïnvloedingscontact inhoudt maakt zich uiteindelijk niet druk om wel of geen multi- etnische samenstelling van zijn personeel. Zijn positieve uitstraling staat garant voor zowel collectieve ambitie als groepscohesie. Waar menige bedrijfsleider het gezichtspunt ‘samenwerken’ heeft opgenomen in zijn beoordelingssysteem wordt daarmee allicht de indruk gewekt dat samenwerking een serieus aandachtspunt is in zijn organisatie. Dus: aan de slag gaan met het samenwerkensgezinde personeel. Maar de weerbarstige realiteit kan daar een stokje voor steken. In de praktijk blijkt immers vaak dat het ‘verleiden’ van medewerkers tot goed of beter samenwerken lastig kan zijn. En het heeft er veel van dat naarmate de tijd voortschrijdt vooral de beter geschooolde personeelsleden in toenemende mate op zichzelf gericht zijn en graag een takenpakket krijgen dat hen van anderen onderscheidt. Zij willen geen nummer op de betaalrol zijn. Individualisering, zoals dit genoemd wordt en werken in teamverband lijken niet elkaars beste maatjes te zijn. Commissies, taak- en werkgroepen zijn bekende verschijnselen in organisaties en op beleidsniveau. Het zal daarbij wel steeds de bedoeling zijn dat deze groepsleden op inspirerende wijze een gezamenlijk resultaat trachten neer te zetten. Een resultaat dat onmogelijk door de inspanningen van de enkeling gehaald kan worden. Neem voor een moment aan dat alle teamleden van een groep op uiteenlopende gebieden van academisch niveau zijn. De groep heeft, wat gewichtig gezegd, dan een multidisciplinaire samenstelling. Maar dat is nog weinigzeggend. Immers, voor vruchtbaar samenwerken tussen deze academici moet er vooral sprake zijn van een interdisciplinair team waarbij het vooral erom gaat dat onderdelen van verschillende vakgebieden zoals bijvoorbeeld rechtswetenschap, sociologie, economie en psychologie op gelijkwaardig niveau in de benadering van een vraagstuk of van een project worden betrokken. Groepscohesie betekent groepssamenhang. Cohesie in groter verband betekent dienoverenkomstig sterkere groepssamenhang. Voeren wij dit op naar het niveau van de volksgemeenschap, dan zou dit kunnen inhouden dat er gemeenschappelijke krachten aan het werk zijn die de volksgemeenscap beïnvloeden en haar ook bij elkaar houden. Een eenheidsstreven dat uiteindelijk wel kan leiden tot passiviteit en tot blinde volgzaamheid. In politieke partijen waarin autoritair leiderschap kenmerkend is, zal een partijlid niet geneigd zijn tegen een voorstel in te stemmen. Zijn of haar loyaliteit jegens de partij wordt al gauw ter discussie gesteld. En juist dit verschijnsel schept het gevaar van volgzaam gedrag in groepsverband, van sterk benadrukte collectieve ambitie of van groepscohesie. Wanneer een of andere regeringsleider het volk oproept om als eenheid pal achter de regering te staan, ligt het aan de gemeenschapsleden hoe zij hiermee willen omgaan. Onder alle omstandigheden geldt dat het juist de meningsverschillen en de heftige tot felle discussies zijn die de beste alternatieven opleveren waaruit dan de beste keuzen worden gedaan. Groepscohesie, collectieve ambitie, saamhorigheidsgevoel en solidariteit zijn begrippen die met een critische instelling op hun ware betekenis moeten worden beoordeeld. Met gesloten gelederen, alle neuzen gelijkgericht, in de grootst mogelijke eenheid, in onderlinge solidaiteit en verbondenheid zijn kreten die meer theatraal aandoen dan dat zij ergens toe inspireren. Woorden die voor nuchterdenken slechts betrekkelijke waarde hebben. Deugdelijk leiderschap in elk opzicht, daar moeten de geleiden het van hebben. Integriteit en betrouwbaareid in extenso, daar gaat het dan om. Niet om de leiders die hier en nu wijn drinken en daarna water prediken, niet om de demagogen die anderen misleiden om zelf en vaak samen met hun dierbaren er beter van te worden.

Stanley Westerborg.  

error: Kopiëren mag niet!