Akmos: “Breed draagvlak creëren voor herstelplan”

De ondernemersassociatie Akmos is van mening dat de regering een breed draagvlak moet creëren voor een succesvolle implementatie van het herstelplan. Dit concept herstelplan bevat 140 projecten en maatregelen, die tot en met 2023 van kracht zijn. De regering heeft dit plan vrijgegeven, maar heeft verder geen interactieve bijeenkomsten daaromtrent georganiseerd. En daarop attendeert Akmos. Tegenover Dagblad Suriname geeft de Akmos-voorzitter Harry Soekhlal aan dat alhoewel het IMF-arrangement nog onduidelijk is, Akmos overtuigd is dat het herstelplan een effectief middel is om de economie te saneren.

Wetgeving scheppen

Op pagina 73 van het herstelplan staat vermeld dat met het scheppen van een goed ondernemersklimaat, de ease-of-doing-business, verbeterd wordt. Soekhlal wijst erop dat voor het aantrekken van buitenlandse investeringen (Foreign Direct Investment) er desbetreffende wetgeving aanwezig moet zijn. “Het moet voor alle investeerders duidelijk zijn wat de algemene regels zijn. Een standaard mineralenovereenkomst is essentieel. We moeten ook de issues oplossen waarbij wij heel slecht scoren in de ease of doing business in Suriname. Een aantal van die issues kunnen wij zonder noemenswaardige investeringen oplossen.”

Toetreden tot verdrag New York 1956

Een andere factor waarop Suriname slecht scoort is ‘enforcing contracts’ (afdwingen van contracten). Een rechtszaak duurt namelijk heel lang bij de overheidsrechter. “We hebben nu ook arbitrage als optie, maar het probleem is dat een arbitraal vonnis niet ten uitvoer kan worden gelegd in het buitenland en omgekeerd. Er moet dus rechtszekerheid gecreëerd worden voor buitenlandse ondernemingen die zaken willen doen met Suriname. Dat kan door als land aan te sluiten bij het verdrag van New York van 1956. Suriname is enig land in Zuid-Amerika dat geen partij is bij dit verdrag.”

Faciliterende rol overheid onduidelijk

In het herstelplan is verder aangegeven datSuriname zich ook goed leent voor dataverwerking en callcenters voor het buitenland, en Suriname kan kapitaliseren vanwege de grote biodiversiteit en groene economie (pagina 75). Ook staat vermeld dat er lokale productiebedrijven zijn die meer potentie hebben, zoals productie en export van honing, podosirie (acai), eco boards (uit rijstkaf), West Indische kers (uitbreiding), aloë gel, meta-kaolien (wederopstart), de verwerking van hout (in plaats van export van rondhout) etc. Voor Akmos is dit een mooie visie. Wat echter onduidelijk is, is hoe de overheid faciliterend zal optreden om lokale bedrijven te stimuleren en productieverhoging na te streven, met als doel meer export.

Adviezen Akmos

Op de lijst van projecten om productie op te voeren en te exporteren, mist Akmos enkele zaken. Het versterken van LVV bij het verlenen van specifieke certificaten bij de export van landbouwproducten is iets wat volgens Soekhlal noodzakelijk is. Het tweede wat Akmos aanbeveelt, is te investeren in de productie van schapenvlees, de vraag is namelijk groot in het Caribisch gebied. “LVV moet faciliterend optreden om dit te stimuleren bij de particulieren.” Soekhlal voert aan dat de mogelijkheid er ook is om gebruik te maken van kennis van Nederland door de verbeterde relatie met het land na het aantreden van de nieuwe regering. “In plaats van te focussen op geld, is het goed dat het bedrijfsleven gebruik maakt van de expertise van het land in de agrarische sector.” Nederland is namelijk de tweede grote exporteur van groente, fruit en bloemen in de wereld. Soekhlal vindt dat Suriname optimaal gebruik moet maken van de kennis om de agrarische sector te moderniseren, werkgelegenheid te creëren, de economie te diversifiëren en meer export te realiseren. Volgens Soekhlal is het nooit gemakkelijk en evenmin pijnloos om de economie na een heftige financiële crisis in combinatie met een pandemie, weer op het juiste spoor te krijgen. “Het is een complexe en moeizame exercitie, die van ons allen wijsheid, inzet, begrip en geduld vergt. Maar uiteindelijk is het wel het bedrijfsleven dat de motor is van de economie en niet de overheid. De overheid moet alleen faciliterend optreden”, aldus de Akmos-voorzitter.

error: Kopiëren mag niet!