Gebalanceerde kijk nodig bij belastingmaatregelen

We hebben het deze week nog gehad over de belastinghervormingen die deze regering begonnen is om door te voeren. Deze hervormingen zijn lange tijd geleden beloofd, maar nooit uitgevoerd, ook niet toen de vorige regering 5 jaar terug aankondigde dat er een precaire situatie was ontstaan bij landsfinanciën. De hervormingen werden jaar op jaar beloofd, maar er kwam  niets van. Deze regering is onder moeilijke omstandigheden van een lege staatskas en binnen een half jaar na haar vroegtijdig aantreden al begonnen aan de moedige stap om de lichtere vorm van de belastinghervorming door te voeren. We hebben al eerder gezegd dat de impact die deze hervormingen, dan wel de verhogingen, zal hebben op de koopkracht, die al danig is ingeteerd, niet moet worden onderschat. Een van de wetten waarover overwogen wordt voor wijziging, is de omzetbelasting die in de jaren ’90 door de NF-regering is ingevoerd met technische assistentie uit Nederland. De wijziging van de wet zou moeten inhouden dat het tarief met enkele minieme procentpunten wordt opgevoerd. We weten echter uit de Surinaamse ervaring dat het afwentelen van de verhoogde kosten op de consument niet altijd even smooth gaat. De klacht is er altijd dat de verhoging van kosten, want dat zal de verhoging van de omzetbelasting wel zijn, misbruikt wordt om de winstmarge van de aanbieders van goederen en diensten (de ondernemers) extra te verhogen. De verhoging van de prijzen van goederen en diensten is dan niet in verhouding tot de verhoging van de fiscale maatregelen bijvoorbeeld. De regering heeft al aangegeven dat ze deze belastingmaatregelen nodig heeft om voor de korte termijn de inkomsten te verhogen en de betalingsbalans te laten overhellen van negatief naar positief. De regering verhoogt de tarieven omdat deze wijzigingen doorvoeren en uitvoeren volgens haar minder complex is dan bijvoorbeeld het invoeren van nieuwe vormen van belasting ter vervanging van bestaande vormen. Als voorbeeld kunnen worden genoemd het invoeren van de btw. De verhoging van de heffingen op domeingrond is overigens ook een eenvoudige maatregel die zou kunnen worden doorgevoerd. De regering heeft heel interessant aan dat de verhoging van de omzetbelasting kan worden gezien als een voorloper, en dus als een voorbereiding op de komst van de btw.

Welnu, het is inderdaad eenvoudig om omzetbelasting met een paar punten te verhogen, maar hoe zal het vallen bij de burger die al ontevreden is met de hoge prijzen in de winkels en de controle en grip die zouden ontbreken van staatswege? De regering moet zich eerst goed beraden of deze maatregel op dit moment verstandig is om het uit te voeren. Ten eerste is het duidelijk dat de koopkracht is verminderd. De burgers, en een groot deel daarvan, klagen hierover steen en been. Ten tweede is het ook zo dat de omzet van de winkels en de importeurs ook is verminderd. De vraag rijst dus wat de toegevoegde waarde is van de verhoging. Gaat het met zich meebrengen dat de staat relatief meer gaat verdienen? Dit hoeft niet zo te zijn vooral wanneer de importen gaan afnemen. Bij een afname van de importen (door verminderde vraag en koopkracht) zal de staat ondanks de maatregel niet meer verdienen, integendeel. Indien de regering door wil gaan met deze maatregel, dan dient dat te gebeuren in een samenhangend pakket van maatregelen waaronder sociale maatregelen. Dat moet plaatsvinden middels koopkrachtversterking in de belastingschijven, door daarin verschuivingen door te voeren waardoor de onderste regionen van de loonverdieners inderdaad worden ontzien. Men dient erop berekend te zijn dat het niet rustig gaat blijven als men alleen de belastingmaatregelen treft. De werkers van het land, zowel publiek als privaat, moeten bijvoorbeeld wel gaan merken dat zij minder belasting zullen betalen. Gebeurt de belastingverlichting niet, dan zal men krijgen dat de prijzen zullen stijgen en dat de irritatie van de bevolking nog meer zal toenemen. De samenleving heeft in de korte periode van deze regering nog geen verandering gezien en is er ook geen uitzicht als zodanig op verlichting van de situatie. De veranderingen zullen er zijn op het gebied van financiën, maar daar herkent de burger zich nog niet in: het is nog een ver-van-mijn-bed-show. De samenleving moet wel erop bedacht zijn dat de komende 6-8 maanden geen verwachtingen moeten zijn met betrekking tot een economische groei. De economie zal as zodanig niet gaan uitbreiden en dat de koopkracht ook dus navenant zal toenemen. Het is dus zeer riskant en discutabel om in deze tijd van armoede die delen van de bevolking voelen (door allerlei prijsverhogingen en ook nog verminderde arbeid door covid omdat bedrijven dicht zijn). De kans is dat noch de bevolking en noch de staat minder gaan verdienen, vooral door de kans op de verminderde importen. De regering doet er dus goed aan om gebalanceerd een overzicht te hebben sociaal en economisch voordat de overwegingen om te komen tot verhoging omzetbelasting worden geconcretiseerd.       

error: Kopiëren mag niet!