Inflatie bevestigt armoede

Door het ABS is bekend gemaakt wat de 12-maandse inflatie is geweest. Het ABS bekent dat goederen in de winkel de afgelopen 12 maanden behoorlijk duur zijn geworden. Deze periode beslaat 2 regeringen. De inflatie is het gevolg geweest van de koersexplosie die wij in deze keren 2 keer hebben gehad. De eerste keer was het toen de bezitters van de valuta besloten om deze voor een hogere koers aan de importeurs van goederen en het publiek dat de SRD wenste om te zetten in een stabielere munt, aan te bieden. Er ontstond toen een straatlengte voorsprong van de illegale koers op de legale koers van de CBvS. In deze periode was er duidelijk ook ‘ruzie’, dus een duidelijk gebrek aan samenwerking en afstemming, tussen de regering en de minister van Financiën aan de ene kant en de governor van de Centrale Bank. De tweede koersexplosie vond plaats kort voor het aantreden van deze nieuwe regering, toen de unificatie van de wisselkoers plaatsvond. Na de unificatie vond een verdere verhoging plaats van de koers en wel de illegale koers die door de bezitters van de dollars wordt gehanteerd. Voor de twee koersexplosies was het leven in Suriname al duur, vergeleken met bijvoorbeeld de landen met een hogere levenstandaard zoals Nederland. Normaliter is het zo dat voedsel in landen met een lagere levenstandaard goedkoper is. De lonen zijn de afgelopen periode niet verhoogd maar basislevensbehoeften zijn duurder geworden. Er is veel minder te besteden, en de armoede moet ook gemeten worden. Het ABS moet ook de armoedegrens bekend maken en dan moet gemeten worden hoeveel procent van de bevolking in Suriname onder de armoedegrens leeft. Inmiddels moet dat percentage iets hoger zijn komen te liggen. Met deze cijfers kan de regering meten wat de inspanningen zijn die zij moeten getroosten om de armoede in Suriname aan te pakken. De regering heeft in de media aangekondigd dat gefaseerd ook de kosten van elektriciteit en water zullen worden aangepast. Ook is aangekondigd dat in januari een ‘loonronde’ komt en dat de SER daarmee bezig is, dus om op verzoek van de regering een advies te formuleren. De regering kan dan de lonen in de ambtenarij verhogen, maar in de private sector blijft het een aangelegenheid van de bedrijven. De regering kan namelijk aan de bedrijven een advies geven om een loonsverhoging toe te passen, dat is indien deze bedrijven het loon al niet hebben aangepast. Het advies kan ook worden gegeven apart voor kleine, middelgrote en grote bedrijven. Het advies kan ook zijn dat in bepaalde marges de loonsverhogingen worden gegeven. De vraag rijst dan wat de regering zal doen als de bedrijven de loonsverhogingen niet toepassen. De bedrijven in Suriname hebben namelijk te maken gehad met een dubbele crisis. Ten eerste waren er de koersexplosies die men gedeeltelijk heeft kunnen afwentelen op de consument. Veel erger lijkt de crisis veroorzaakt door covid, waar bedrijven te maken hebben met minder bestedingen en met minder inkomsten. Er zijn lockdowns gaande waarbij bedrijven niet op normale wijze open kunnen gaan. Bedrijven zijn over de kop gegaan en hebben ontslagen moeten toepassen. In Suriname hebben de bedrijven van de regering niet veel ondersteuning gehad om de covid-crisis te overleven. Wanneer de regering dus geen tot weinig ondersteuning aan de bedrijven heeft gegeven, wat voor ruimte is er dan voor haar om de bedrijven een loonronde op te leggen? De bedrijven zijn formeel bekeken niet verplicht om een advies van de regering of aan advies van de regering op te volgen. De enige manier voor de regering om verplichte lonen aan de bedrijven op te leggen, is het verhogen van het minimumloon. Opmerkelijk is ook dat er bij de eiwitvoorziening problemen op komst zijn. De regering heeft de invoerrechten voor goedkope kip verhoogd, maar er is geen bewijs dat dit geleid heeft tot een groter aandeel op de nationale markt voor de lokale boeren. We hadden eerder ook aangegeven dat de lokale boeren niet de intentie bleken te hebben om hun aandeel te vergroten en goedkoper kip aan de man te brengen. De verlaging van de kipprijs is ook niet gekomen. De kippensector kan dat niet doen omdat men de fundamentele factoren die leiden tot een hoge kipprijs niet aanpakt, namelijk het elimineren van het gebruik van geïmporteerde grondstoffen voor het maken van voer voor de kippen. Die is explosief duurder geworden en de verwachting is dat een kilo kip in het nieuwe jaar tussen de SRD 40 en SRD 50 zal komen te liggen. De armoede en de ondervoeding zullen dan weer een stuk zijn toegenomen. Het is mogelijk om in Suriname het kippenvoer lokaal te produceren, maar daarvoor zijn beleidsmakers nodig die daarin geloven en niet sceptisch zijn.

Inflatie of geldontwaarding is een stijging van het algemene prijspeil in een economie. De inflatie wordt doorgaans berekend als de prijsstijging van een ‘basket’ van gangbare consumptieartikelen over de periode van een jaar, uitgedrukt als een percentage. Historisch gezien is inflatie in ontwikkelde economieën altijd gekoppeld geweest aan externe schokken: aan politieke crises, revoluties, oorlogen of vondsten van nieuwe voorraden goud of zilver (die lange tijd als geld dienden). Na afloop van dergelijke schokken herstelde het prijspeil, dat daardoor eeuwenlang rond hetzelfde niveau schommelde. Hoewel over de oorzaken van deze inflatie onder economen verschillend wordt gedacht, wordt vrij algemeen aangenomen dat er een zeker verband bestaat tussen de ontwikkeling van de maatschappelijke geldhoeveelheid en inflatie: inflatie wordt vermoedelijk veroorzaakt door de relatieve toename van de hoeveelheid geld ten opzichte van de aanwezige economische productie. Wanneer de maatschappelijke geldhoeveelheid toeneemt en er geen hogere productie van het land tegenover staat, zal het gemiddeld prijspeil door de toegenomen vraag naar goederen stijgen. Er staat namelijk geen extra productie tegenover. Prijsinflatie kan ook worden veroorzaakt door doorberekening van gestegen productiekosten, gestegen importprijzen en hogere belastingtarieven.

error: Kopiëren mag niet!