“Alle maatregelen die de regering voornemens is uit te voeren, horen thuis bij het IMF-recept. De regering zegt dat het een Surinaams recept is maar, we weten dat het in lijn is met IMF-vereisten. Subsidies afbouwen op water en elektriciteit, subjectsubsidie in plaats van objectsubsidie. Afslanken van de ambtenarenbestand, belasting verhogende maatregelen, saneringsmaatregelen, dit zijn allemaal zaken die het IMF eist. Dus de regering doet zo te zien haar huiswerk nog, voordat IMF het zegt”, zegt BEP-topman en assembleelid Ronny Asabina aan Dagblad Suriname.
Anders dan zoals beloofd, is er volgens Asabina in de afgelopen 5 maanden geen rooie cent gekomen vanuit de diaspora. De obligaties op de olievondsten zijn ook nooit gekomen. “Het beleid is niet coherent en niet voorspelbaar. We merken dat in de afgelopen maanden de koopkracht sterk achteruit gegaan is. De prijzen blijven stijgen, terwijl de salarissen eroderen en in waarde dalen. De regering heeft impopulaire maatregelen genomen, die niet mals zijn. Daar moeten wij de regering die grani geven. Zij heeft de guts getoond om de munteenheid formeel te doen dalen met bijna 90 procent. De brandstofprijzen zijn daarmee in feite meer dan 40 procent gestegen. Dat raakt alle facetten van de economie. Het raakt eenieder. Eigenlijk is er tot nu toe veel gezegd, maar we zien weinig. De zegeningen kunnen we niet zien. Ze zijn niet tastbaar, niet meetbaar of kwantificeerbaar. Door de waardedaling van ons munt heeft de regering meer geld, maar dat zijn inflatiegelden. Een multinational die per maand 5 miljoen USD aan de regering betaalde, geeft de staat nu 70 miljoen, in plaats van 35 miljoen SRD. De regering houdt meer geld over. Maar dat zie je niet terug in de koopkracht bij het volk. We merken dat er stappen gemaakt worden in de juiste richting, maar we zien de verlichting nog niet. Wij geven de regering alle ruimte. We zijn bepaalde stappen voorwaarts. Maar het beleid is niet in voldoende mate coherent. Desondanks zijn wij hoopvol. Hoop doet leven”, aldus Asabina.
