President Santokhi: ‘Aanpak armoedevraagstuk vereist breder programma’

‘Ministerraad gaat 23 december projecten goedkeuren die binnen twee jaar uitgevoerd worden’

President Chandrikapersad Santokhi zei zaterdag tijdens een persconferentie in Nieuw-Nickerie, dat de aanpak van het armoedevraagstuk een breder programma vereist. Hij erkent dat er meer in de armoedeaanpak geïnvesteerd moet worden. ‘Ik ben zelf geen voorstander van een pakkettensysteem, maar het kan nu niet anders.’

Met de SRD 300 bonus is volgens hem bewezen dat het storten van geld wel een betere mogelijkheid is, maar op deze manier kan niet een ieder worden bereikt. De regering zal daarom, aldus de president, komen met een breder, gestructureerd en ruimer programma om dit vraagstuk te beheersen. Dit zal niet alleen het storten van gelden betekenen, maar waarbij subjectsubsidie zal plaatsvinden en meer werkgelegenheid zal ontstaan, zo schrijft de Communicatie Dienst Suriname.

Binnenkort zal dit integraal pakket van maatregelen gepresenteerd worden. Het zal niet alleen onderdeel zijn van het armoedebeheersingsprogramma, maar ook onderdeel van het uit te voeren programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Het IMF eist een goed sociaal vangnet voor de bevolking. 

President Santokhi zei ook, dat er rond deze maand op technisch niveau een understanding moet zijn bereikt met het IMF, waarmee de regering al enkele maanden in onderhandeling is. Hij verduidelijkte, dat niet het IMF een programma maakt voor Suriname, maar dat Surinamers dat doen voor Suriname. Het gaat om een eigen plan dat moet voldoen een de normen en criteria van het IMF. Het staatshoofd wil hiermee paniekbeelden die gecreëerd worden over de gang naar het fonds wegnemen, aldus de Communicatie Dienst Suriname. 

Hij stelde, dat de overeenkomst in de tweede of derde week van januari op het hoogste IMF-niveau uitgevoerd moet worden en waarbij Suriname de beschikking kan krijgen over US$ 650-700 miljoen voor drie jaar.

In deze periode zullen de economie en internationale kasreserve gestabiliseerd moeten worden en geïntervenieerd worden op de koersenmarkt. De bondholders waarmee onlangs een zogenoemd ‘stand still’ is bereikt, vragen ook dat spoedig een overeenkomst met het IMF wordt bereikt. 

‘Er is zicht waar de regering naar toe gaat’

Ook zei de president dat er reeds zicht is waar de regering naar toe gaat. Zij zit thans in de vijfde maand van de zogenoemde urgentiefase en maakt zich nu op voor de stabilisatiefase, die eind maart ingaat. In de urgentiefase genieten de financiële crisis, Covid-19 en het armoedevraagstuk prioriteit.

In de stabilisatiefase komen de uitvoering van projecten aan de orde. Het kabinet gaat op 23 december in de Ministerraad projecten goedkeuren, die in twee jaar tijd uitgevoerd moeten worden. Hiervoor zijn criteria ontwikkeld. In januari zullen architecten, ondernemers en consultants uitgenodigd worden voor een presentatie van de projecten. Deze groep zal dan ook de gelegenheid krijgen met voorstellen te komen.

Daarna zal er een maand worden uitgetrokken voor de selectie en eind februari/begin maart zullen de eerste stappen gezet worden richting openbare inschrijving voor de overheidsprojecten. De private projecten zullen aan de particulieren worden overgelaten, terwijl de public private partnership (ppp’s) op basis van goede afspraken uitgevoerd zullen worden.

Santokhi legde ook de nadruk op het belang van de olie-inkomsten voor Suriname. Volgens hem komt de recente vierde olievondst van het Maleisische Petronas op het juiste moment. Hij benadrukte, dat de natuurlijke hulpbronnen aan het Surinaamse volk toebehoren. Met de inkomsten zullen welvaart en ontwikkeling gebracht moeten worden alsook diversificatie van de economie.

error: Kopiëren mag niet!