Discussie over politieke inmenging in werk pg

Ter uitvoering van artikel 140 van de grondwet is in Suriname de Wet In Staat van Beschuldigingstelling Politieke Ambtsdragers afgekondigd. Deze wet legt een extra drempel aan om gezagsdragers te vervolgen voor delicten gepleegd in het ambt waarin ze hebben gediend. De bevoegdheid van de pg om inbreuken van de rechtsorde te vervolgen wordt door deze wet ingeperkt. Deze wet dient waarschijnlijk om de politieke vervolging van ambtsdragers vooral bij een wisseling van de wacht, maar dat doel valt eigenlijk niet middels deze wet te halen. We hebben gezien dat bij een wisseling van de wacht, de wet wel een hobbel vormt, maar het is een drempel die wel gemakkelijk kan worden genomen. De vraag rijst wat dan het nut is van de procedure van artikel 140 van de grondwet. Want, indien de wet bedoeld is om vervolging van politieke tegenstanders te vervolgen, puur om politieke redenen, dan voorkomt de wet dat niet, omdat de meerderheid (de nieuwe politieke constellatie) dan toch gewoon stemt voor vervolging. Dus het is praktisch onmogelijk dat een verzoek van de pg tot vervolging van een ambtsdragers of een voormalige ambtsdrager wordt geweigerd als hij/zij tot de oppositie heeft behoord. Aan de andere kant is het praktisch ook onmogelijk dat het verzoek van de pg tot vervolging wordt toegestaan als het gaat om een minister in functie (dus van een coalitie die regeert) of van een voormalige ambtsdrager die gediend heeft namens de coalitie van dat moment. Het gevolg van artikel 140 en de wet is dus dat de vervolging van (gewezen) politieke ambtsdragers in de politieke sfeer wordt getrokken. Eigen mensen worden door de meerderheid van dat moment beschermd en dan is er geen toestemming voor de pg om de persoon te vervolgen.

En zo ontstaat er klassenjustitie waarover er is gesproken de afgelopen dagen. De mensen van de tegenpartij worden wel vervolgd omdat dan de toestemming wel door de meerderheid in DNA wordt gegeven. En zo ontstaat dan de schijn van de politieke vervolging van politieke tegenstanders. Het zou interessanter worden wanneer een gekwalificeerde meerderheid nodig zou zijn om de (gewezen) ambtsdragers in staat van beschuldiging te stellen. Maar beter zou zijn om de drempel, dus de inmenging van de politiek, in het geheel niet te hebben. Er wordt geroepen om artikel 140 van de grondwet te schrappen, dus om de inmenging van de politiek in de vervolging van (gewezen) ambtsdragers af te schaffen. Wij voelen wel wat voor deze oproep, omdat wanneer dit aan de orde is de DNA in een moeilijk parket wordt gebracht. In de recente geschiedenis hebben wij al 3 gevallen van een verziek tot het in staat van beschuldiging stellen gehad. In het eerste geval wel een minister die nog in het ambt was niet vervolgd omdat de meerderheid zijn eigen minister niet wilde vervolgen. Diezelfde minister mocht na een aantal weken wel worden vervolgd omdat diezelfde DNA (nu na een wisseling van de wacht) nu wel van oordeel was dat die inmiddels ex-minister vervolgd moest worden. Hij behoorde inmiddels tot de oppositie. Ook de voormalige vp die nu tot de oppositie behoort, is nu in staat van beschuldiging gesteld. De vraag rijst of de pg nog een soortgelijke actie zal ondernemen tegen ambtsdragers die tot de huidige coalitie behoren. Dat wordt dan wel interessant.

Het is van de NF-partijen echter wel bekend dat ze onder president Venetiaan hun eigen ministers hebben kunnen doen vervolgen althans daarvoor geen drempels opwierpen. We noemen de ministers van Defensie (Gilds), de minister van Openbare Werken (Balessar) en de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Somohardjo). Het gaat om maar liefst 3 ministers. De Wet In Staat van Beschuldigingstelling Politieke Ambtsdragers is aangenomen in 2001, amper een jaar na het aantreden van president Venetiaan. Een soortgelijke actie is niet bekend van de regeringen onder de NDP.  Alhoewel de grondwet al in 1987 aan de regering eigenlijk de opdracht gaf om de wet in staat van beschuldiging stellen van in orde te maken, een organieke wet, kwam dat pas 14 jaar tot stand. Intussen hadden we NF- en NDP-regeringen in het zadel gehad. Hoe de vervolging van voormalig vp Adhin zal plaatsvinden zal de toekomst nog uitwijzen en of hij ‘conservatoir’ in verzekering zal worden gesteld. Het is wel frappant dat de vp informatie aan DNA belooft over de opvolging van de pg en over enkele uren gewoon besluit om die informatie niet meer te zullen geven. Hij kiest ervoor om in zijn geheel niets te zeggen, en dat geeft wel dat er niet genoeg respect is getoond aan het adres van DNA. Onder politieke ambtsdragers verstaat de wet de president van de Republiek Suriname, de vicepresident van de Republiek Suriname, de ministers en de onderministers, maar ook de personen, die ingevolge of krachtens de wet betreffende uitgeschreven verkiezingen lid zijn van volksvertegenwoordigende lichamen. Ook gewezen politieke ambtsdragers vallen onder de wet.

error: Kopiëren mag niet!