Oud-president Venetiaan stond aan de basis van de huidige solidariteitsheffing

Minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning kondigde medio september van dit jaar in De Nationale Assemblee een aantal fiscale maatregelen aan, onder andere een zogenoemde solidariteitsheffing. Die heffing geldt alleen voor personen met een inkomen van SRD 150.000 per jaar en de maatregel geldt gedurende een jaar. De raad van ministers keurde eind september goed, dat per 1 september 10% solidariteitsheffing geïntroduceerd zou worden bij wet (Wet Inkomstenbelasting). De heffing geldt voor de twee hoogste tariefschijven en vervalt op 1 januari 2022. De percentages van 28 en 38 procent worden verhoogd naar 38 en 48% (Art. 34 lid 1a). De percentages van 25 en 35% gaan naar 35 en 45% (Art. 34a lid 3) en het percentage van 36% gaat naar 46%. Het gaat om loon- én inkomstenbelasting (art. 36 lid 1).

Met de extra inkomsten wil de regering Santokhi-Brunswijk het tekort op de begroting helpen financieren. De forse schulden bij Opperheimer en de binnenlandse schulden achtergelaten door de regeringen Bouterse-Ameerali en Bouterse-Adhin hebben de bevolking in armoede doen belanden.

Ronald Venetiaan

Deze heffing werd overigens in de jaren negentig geïntroduceerd door de regering Venetiaan en heeft twee jaren geduurd. President Ronald Venetiaan voerde een solidariteitsheffing voor de hogere inkomensgroepen in voor het aflossen van de schuld voor de bouw van twee bruggen door het Nederlandse bedrijf Ballast Nedam. De regering moest Ballast Nedam tot augustus 2003 maandelijks ongeveer 800.000 euro betalen voor de bouw van beide bruggen. De bruggen werden tijdens de ambtsperiode van de vorige president, Jules Wijdenbosch, gebouwd.

Volgens Venetiaan had de overeenkomst met Ballast Nedam de bevolking in een situatie van armoede doen belanden. De inkomsten uit de bauxietsector verdwenen vooral naar betalingen aan Ballast Nedam, waardoor er nauwelijks iets overbleef voor andere bestedingen.

error: Kopiëren mag niet!